Frank had zijn burgerkleding verwisseld voor een schoon uniform en was, zoals bevolen, zo snel mogelijk op pad gegaan. Zo stond hij nu bij de tweelingtorens van de Windemere, een van de meest luxueuze residenties van de stad. Het uitzicht op het meer vanaf de hogere verdiepingen zou wel spectaculair zijn, dacht hij terwijl hij zijn patrouilleauto tussen de borden met ‘verboden te parkeren’ manoeuvreerde. Een miljoen dollar voor een eenkamerappartement op de begane grond en acht miljoen voor het penthouse, schatte hij. Geen wonder dat de hoofdcommissaris niet wilde dat deze opdracht verknald werd.
Frank ging de lobby binnen en toonde zijn insigne aan de bewaker achter de receptie. De man droeg een uniform met tressen dat waarschijnlijk het product was van de op hol geslagen fantasie van een ontwerper die zich had laten inspireren door de kleding uit Princess Diaries.
‘Ik kom voor Mrs. Avery Raven,’ verklaarde Frank. ‘Van overheidswege. Op welk nummer woont ze?’
‘De residentie van Mrs. Raven bevindt zich op de tweeëntwintigste etage van onze westtoren.’ De bewaker tuurde langs zijn lange neus. Hij was er zichtbaar niet blij mee dat zo’n minderwaardige agent zijn lobby kwam ontheiligen en dan ook nog eens toegang tot het interne heiligdom eiste.
‘Geweldig. Hoe kom ik in de westtoren en in de residentie van Mrs. Raven?’
‘De liften bevinden zich daar rechts van u. Ik zal de deur voor u openen.’ De bewaker trok een gepijnigd gezicht bij het idee hem deze enorme gunst te moeten verlenen.
Frank wierp een blik op de naambadge van de man. ‘Dank je, Steve.’ Hij had al met zoveel mensen in allerlei hoedanigheden te maken gehad, met alle soorten opvattingen, achtergronden en beledigingen, om zich op stang te laten jagen door een zeikerige bewaker met veel te veel aftershave op. ‘Je hebt het nummer van haar appartement nog niet genoemd.’
‘Dat heeft geen nummer,’ deelde de bewaker stijfjes mee. ‘U neemt de lift waarop Westtoren staat naar het penthouse. Die komt uit in de hal van Mrs. Ravens residentie.’
Frank kende zulke appartementen met een eigen lift alleen van de televisie, maar hij was nog nooit zelf in zo’n gebouw geweest. Dit werd een geheel nieuwe ervaring voor hem, op meer dan een manier zelfs. Tot op vandaag had hij nog nooit van Ron Raven of Raven Enterprises gehoord, maar volgens de commissaris ging het om een kolos met een belastingwaarde van een ton per jaar voor de staat Illinois. Als hij afging op het extravagante verblijf van die kerel, moest de commissaris gelijk hebben. De onroerendgoedbelasting voor alleen dit pand leverde ongetwijfeld genoeg op om de salarissen van minstens een paar dozijn agenten te kunnen betalen.
Frank knikte de bewaker toe bij wijze van groet en liep vervolgens over de glanzende vloer naar de met vergulde sierlijsten afgezette nis waarin de liften zich bevonden. Met dat bladgoud op de wanden en op het plafond kon je gemakkelijk een kathedraal van gemiddelde grootte decoreren, dacht hij, ondanks zichzelf onder de indruk. Er waren geen knopjes om de liften te laten komen, alleen een sleuf voor liftpasjes. Dankzij de bewaker, die hem gevolgd was, gleden de deuren van de lift van de Westtoren soepel open.
‘Ik zal Mrs. Raven ervan op de hoogte stellen dat u onderweg bent,’ zei Steve koeltjes. ‘Mag ik het doel van uw bezoek weten?’
‘Nee. Alleen dat het een officieel bezoek betreft.’ Ook als die arrogante eikel hem niet zo had geërgerd, zou Frank Avery Fairfax Raven nooit hebben vernederd door haar persoonlijke zaken met de bewaker te bespreken.
Erg lang zou hij haar privacy echter niet kunnen beschermen, want intussen zou iemand van het Miami Police Department vast al wel uit de school geklapt hebben. Er was al meer dan een jaar geen sappige moord op een beroemdheid meer geweest, en dit was een stuk beter dan een doorsneemoord – een volmaakt verhaal om de vraatzucht van de bladen en actualiteitenprogramma’s te voeden. Waarschijnlijk hadden de Ravens nog een uur of twee voordat de media zich massaal op het verhaal stortten.
Een grote dag voor de Jay Leno’s en David Lettermans en andere talkshowhosts, dacht Frank cynisch. En op het nieuws konden ze de hele toestand minstens een week lang uitmelken en hun tijd vullen met het uiten van hun morele verontwaardiging, en dat zou hoge kijkcijfers opleveren.
Vooral als de politie van Florida er niet in slaagde het stoffelijk overschot te vinden. Dan zouden de samenzweringstheorieën uit de lucht komen vallen, bijvoorbeeld dat Ron Raven niet echt dood was, of dat hij een groezelige deal had gesloten met de regering, en dat de CIA of de FBI hem had geëlimineerd toen hij dreigde te gaan praten.
Frank vroeg zich af waarom links altijd zo geobsedeerd leek te zijn door samenzweringen en rechts door openbare zeden. Je zou denken dat er zich zo af en toe iets zou voordoen waardoor ze juist met de andere obsessie behept raakten, maar dat leek nooit het geval te zijn.