Gayle gebaarde naar de stoel voor haar bureau. ‘Neemt u plaats, dan zal ik Mr. Fairfax laten weten dat u hier bent. Zoals ik al zei, heeft hij vandaag een overvolle agenda. Ik zou dus niet kunnen zeggen of hij tijd voor u vrij kan maken.’
De vrouw verdween in het kantoor van haar baas. ‘Mr. Fairfax heeft om halfvijf een vergadering,’ zei ze toen ze even later terugkwam. ‘Maar hij heeft nu een kwartiertje voor u. Niet meer dan dat, helaas.’
‘Dat is beter dan niets. Dank u.’ Megan stond op, opgelucht dat Adam niet ronduit had geweigerd haar te ontvangen. Misschien zou ze toch een kansje maken met haar plan beleefd en waardig te werk te gaan.
Gayle hield de deur van het kantoor voor haar open. ‘Dit is Miss Raven,’ zei ze tegen de man die achter een imposant mahoniehouten bureau met een glanzend blad stond. ‘Wilt u dat ik erbij blijf om te notuleren, Mr. Fairfax?’
‘Nee, dank je, Gayle. Ik zou het wel op prijs stellen als je de komende minuten mijn telefoontjes tegenhoudt.’
‘Geen probleem.’ Gayle verliet het vertrek en sloot de deur achter zich, en Megan bleef alleen achter met Adam Fairfax.
Hij was niet alleen de knapste man die Megan, voor zover ze zich kon herinneren, ooit had gezien, in de film of in het echt, maar hij was ook nog eens minstens twintig jaar jonger dan ze had verwacht; halverwege de dertig in plaats van halverwege de vijftig. Hij was lang – langer dan een meter vijfentachtig, met een spiermassa die erop wees dat hij trainde, en dik lichtbruin haar dat in een klassiek model geknipt was, passend bij de directeur van een bank in een zuidelijk stadje. Zijn ogen vertoonden een ongewone zilvergrijze tint, en zijn gelaatstrekken waren zo klassiek volmaakt dat ze zich moest inhouden om hem niet aan te staren.
Het was heel ongelukkig, maar zijn knappe uiterlijk werd niet bekroond met ook maar een spoortje vriendelijkheid. Zijn blik was gesloten, en zijn mond was samengeperst tot een harde onbuigzame lijn. Met uitzondering van een rechter die net een beklaagde ter dood veroordeelde, kon Megan zich niet voorstellen dat iemand er killer en harder uit kon zien. Haar maag maakte een vreemd sprongetje – wellicht een instinctieve reactie op zijn ijzige voorkomen.
‘Het was niet nodig persoonlijk langs te komen.’ Hij hield haar blik gevangen, en haar maag begon aan een serie salto’s. Zijn stem was diep en bevatte in tegenstelling tot die van Gayle Tummins – maar een licht spoortje zuidelijke zachtheid. ‘Het is een hele reis van Thatch naar Fairfax, en er bestaan allerlei manieren die veel veiliger zijn om die drie miljoen terug te betalen die uw familie mijn bank schuldig is.’
Zijn bank? En de aandeelhouders dan? Wat een arrogante zak, dacht ze. Ze besefte overigens wel dat Adam haar opzettelijk neerbuigend behandelde omdat hij wilde intimideren. In een normale situatie zou ze daardoor al haar stekels opzetten, maar ze bood weerstand aan de neiging hem ronduit mee te delen dat hij een idioot was. In het belang van haar moeder had ze zich vast voorgenomen ervoor te waken doelpunten op verbaal gebied te scoren ten koste van het bereiken van haar doel. Ze bracht zichzelf in herinnering dat ze drie uur geleden zorgvuldig had besloten beleefd en waardig te blijven. In deze omstandigheden zou het niet handig zijn haar kalmte al in de eerste halve minuut te verliezen.
‘Dank u wel dat u me wilde ontvangen,’ zei ze. Gegeven het feit dat haar tanden vast op elkaar geklemd zaten, vond ze dat ze het er niet slecht van afbracht, en dat het best aardig klonk. Zelfs wel nederig, wat nog meer zelfbeheersing vereiste. ‘Helaas ben ik niet gekomen om het geld terug te betalen dat mijn vader de bank schuldig is. Mijn moeder… Onze familie heeft geen drie miljoen dollar.’
Geringschattend haalde Adam zijn schouders op. ‘Dan vrees ik dat u de lange reis voor niets hebt gemaakt.’
Megan haalde diep adem en verwierp de eerste drie reacties die haar op de tong lagen en die verwezen naar allerlei anatomisch onmogelijke handelingen van Adams kant; die reacties waren mijlen verwijderd van beleefdheid en waardigheid.
‘Ik besef heel goed dat de situatie die mijn vader heeft geschapen, voor elk van ons heel vervelend is. Daarom waardeer ik het heel erg dat u me wilt spreken.’ Ja hoor, haar tanden knarsten nu echt tegen elkaar. Bewust haalde ze haar kaken van elkaar, en ze probeerde zelfs een verzoenend glimlachje tevoorschijn te toveren. ‘Maar wel hoop ik dat we een manier kunnen vinden om dit probleem op te lossen zonder dat we in persoonlijke vijandigheden verstrikt raken.’
‘Ik ben zakenman, Miss Raven.’ Adam was duidelijk niet onder de indruk van haar glimlach. Zijn stem bleef ijskoud, hoewel de blik in zijn grijze ogen niet meer zo kil was. Nu vonkten die ogen juist van woede. ‘Mijn persoonlijke overtuiging dat uw vader een leugenaar en een bedrieger was, een echte schoft, kan ik helemaal buiten de berekening laten van de lening van drie miljoen die u bedoelt. Mijn besluit om de lening terug te vorderen, komt uitsluitend voort uit financiële overwegingen.’