‘Liam moest terug naar Denver,’ antwoordde Megan. ‘Hij is vanochtend vroeg vertrokken. De rechter bij een van zijn zaken was niet bereid de hoorzitting nog langer uit te stellen. Hij was van mening dat het uitstel het onnodig zwaar maakte voor het stel dat echtscheiding had aangevraagd. Liam zal je morgen bellen zodra hij klaar is. Hij liet weten dat hij je graag behulpzaam wil zijn als je reis naar Chicago nog vragen op juridisch gebied heeft opgeroepen.’
‘Dat is aardig van hem. Jammer dat ik hem niet meer heb gezien.’ Ellie probeerde oprecht te klinken, maar eigenlijk was ze juist opgelucht dat Liam er niet meer was. In de verwarde stemming waarin ze nu verkeerde, was het al moeilijk genoeg om het met Megans bezorgdheid uit te houden. Nog meer zou ze niet kunnen verdragen.
‘En jij?’ vroeg Ellie aan haar dochter. ‘Had je niet naar de skilodge terug moeten gaan?’
Het scheen dat ze er niet zo goed in was haar ware gevoelens te verbergen, want Megan wierp haar een verwijtende blik toe, waarna ze snel weer geduldig en verdraagzaam keek. ‘In mei hebben we niet veel te doen. De sneeuw is grotendeels gesmolten, maar het is nog te koud voor zomerse activiteiten zoals trektochten maken en paardrijden. Ze kunnen best een paar dagen zonder mij.’
‘Mooi zo,’ zei Ellie, maar ze meende er niets van. Ze had er genoeg van dat iedereen zo toegeeflijk deed. Ze mocht dan in een shocktoestand verkeren en niet haar gebruikelijke besluitvaardigheid hebben, maar ze was niet geestelijk onvolwaardig en had geen toezicht nodig. Of wel? Vertoonde ze soms tekenen die ze zelf niet herkende?
‘Heb je Avery Fairfax nog gesproken in Chicago?’ vroeg Megan abrupt.
‘Eh, ja…’
‘En Kate? Was zij er ook?’
‘Nee, ze was er niet. Ze zal wel aan het werk geweest zijn. Ik weet het niet. We hebben het eigenlijk niet veel over haar gehad.’ Dat was waar; ze hadden het weliswaar over Avery’s zwangerschap gehad en over wanneer haar dochter geboren was, maar niet over hoe het nu met Kate ging.
‘Waar hebben Avery en jij het dan over gehad?’ vroeg Megan volhardend.
‘Dat is nogal ingewikkeld.’ Het liefst zou Ellie de details van de ontmoeting voor zich gehouden hebben, maar ze besefte dat het niet eerlijk zou zijn helemaal niets te zeggen. ‘Avery is anders dan ik had verwacht,’ zei ze na een korte aarzeling.
‘Hoezo, anders?’ Megan was zichtbaar gefrustreerd door de korte antwoorden van haar moeder.
Ellie had verwacht dat Rons andere echtgenote onhebbelijker zou zijn en inhalig. Ze had iemand verwacht die veel minder paste in de rol van intelligent gezelschap en elegante gastvrouw. ‘Ik had eigenlijk gewild dat ze een dom blondje was,’ zei ze, ‘maar Avery is heel anders. Ze ziet eruit als een vrouw uit de gegoede klasse, zo een met wie een rijke succesvolle zakenman zoals je vader zou willen trouwen.’
‘Was pap dan rijk en succesvol?’ vroeg Megan. Ze gaf een mep op het deksel van het plastic bakje waarin ze het gehaktbrood had gelegd. ‘Dan weet zeker niemand waar hij al zijn geld heeft gelaten?’
‘Ik neem aan dat zijn zakenpartner weet waar het meeste geld is. Het moet ergens zijn, en wij hebben het in ieder geval niet.’ Ellie wist dat ze veel te onbewogen klonk, zodat ze bijna naïef leek, maar ze was doodmoe en wilde zich het liefst terugtrekken in het toevluchtsoord dat haar slaapkamer was.
‘Paps zakenpartner?’ mompelde Megan. ‘O, je bedoelt Avery’s broer?’
Ellie knikte. ‘Hij was er ook, zie je. Paul Fairfax. Aan het eind van mijn gesprek met Avery kwam hij er ook bij.’
‘Wat had hij te zeggen?’ Megan veegde het aanrecht schoon dat, zoals Ellie zag, al smetteloos was. Haar dochter was zo gespannen als een geladen spijkerpistool dat elk moment afgevuurd leek te kunnen worden.
Ellie vreesde dat ze de trekker zou overhalen als ze Megan over Pauls beschuldigingen vertelde. Maar op dit ogenblik kon ze er veel beter tegen dat Megan zich druk maakte over het verdwenen geld dan dat ze pijnlijke vragen stelde over Avery Fairfax en de relatie die Ron met zijn andere gezin had gehad. Het was laf, dat wist ze, maar ze richtte Megans opgekropte energie maar liever op het spoor van het verdwenen geld.
‘Volgens Paul Fairfax heeft je vader een lening van drie miljoen dollar afgesloten bij de familiebank van Fairfax in Georgia,’ zei ze. ‘Helaas is dat geld verdwenen, en Paul is kwaad op mij omdat hij denkt dat ik dat geld heb. Hij zei dat ik moest meewerken en de lening moest terugbetalen.’
Megan keek niet zo verbaasd als Ellie had verwacht. ‘Adam heeft ons al een expressebrief gestuurd waarin teruggave van dat geld wordt gevorderd. Dat is de brief die ik je liet zien vlak voordat je naar Chicago vertrok, weet je nog?’