Het kwam erop neer dat ze niets bij zich had om een week van slapeloze nachten te verdoezelen. Haar keurige beige broekpak had ze gekozen omdat dat gemakkelijk zat als ze op reis was. Ze kromp ineen bij de aanblik ervan. In Thatch zou deze outfit als hypermodern beschouwd worden, maar hier in het hartje van het welgestelde deel van Chicago schreeuwde het uit dat ze een boerentrien was.
Midden in de lobby bleef Ellie abrupt staan, bijna op het punt om met de staart tussen de benen af te druipen. Alleen had ze die afschuwelijke vlucht niet voor niets verdragen. Voor het eerst in haar leven voelde de Flying W eerder als een gevangenis dan als een toevluchtsoord. Bovendien stond er zoveel op het spel dat geen enkele kleding haar genoeg zelfvertrouwen zou geven voor een ontmoeting met Avery.
‘Kan ik iets voor u doen, ma’am?’
De vraag kwam van een bewaker in een opzichtig uniform die achter de balie zat. Ellie had de indruk dat hij zijn vraag niet uit behulpzaamheid stelde maar om haar te intimideren. Gelukkig was ze door alle gêne, doordat haar hele levensloop op straat was komen te liggen, tamelijk immuun geworden voor onbeduidende beledigingen en hatelijke neerbuigendheid. In plaats van haar af te schrikken, zorgde de laatdunkende houding van de bewaker ervoor dat ze haar rug rechtte. Ze peinsde er niet meer over lafhartig de aftocht te blazen maar hief haar kin en keek hem recht in de ogen. ‘Ik kom voor Mrs. Raven,’ zei ze.
‘Verwacht Mrs. Raven u?’
‘Nee. Zeg haar maar dat Eleanor Horn haar graag wil spreken. Het is belangrijk.’
Even had Ellie overwogen over haar identiteit te liegen, maar ze had besloten dat er de laatste jaren al meer dan genoeg leugens om haar heen waren geweest. Ze moest het met de waarheid proberen, of in elk geval met de gedeeltelijke waarheid: haar meisjesnaam. Ze dacht dat Avery wel de juiste conclusie over haar bezoekster zou trekken.
‘Bent u journaliste, ma’am?’ Hij keek even naar haar reiskoffer op wieltjes. ‘Of misschien vertegenwoordigster?’
‘Nee, geen van beide.’ Verder zei Ellie niets. Na de afgelopen week wist ze wel beter dan vrijwillig informatie te geven wanneer ze zich ook in stilzwijgen kon hullen.
De bewaker besteedde geen verdere aandacht aan haar naam of aan haar verzoek Avery te spreken, hoewel hij ongetwijfeld op de hoogte was van de weerzinwekkende feiten rond Rons dood. Denkend aan de uitzinnige media in Wyoming, nam Ellie aan dat de bewaker deze week al tientallen journalisten had moeten afwijzen die Avery wilden interviewen.
De bewaker belde een nummer. Iemand aan de andere kant nam op, en hij gaf de boodschap door.
‘Mrs. Raven kan u nu ontvangen,’ zei hij na een kort gesprek. Hoewel hij haar nog steeds niet scheen te herkennen, leek hij wel verbaasd dat ze naar boven mocht komen. Waarschijnlijk had Avery niet veel mensen te woord willen staan, dacht Ellie wrang. Opeens voelde ze iets van medelijden met de vrouw die Ron van haar had gestolen.
De bewaker wees haar waar de lift was, een verguld geval van mahoniehout en donker glas dat haar zacht zoevend naar het penthouse bracht. Onderweg naar boven had Ellie meer dan genoeg tijd om naar haar spiegelbeeld te kijken en te constateren dat ze er bepaald beklagenswaardig uitzag. Alle mensen, wat een trieste aanblik bood ze! Wanneer was dat gebeurd, die transformatie van een kleine welgevormde vrouw in de korte dikke slons die nu uit de rookglazen spiegels naar haar terug staarde? Geen wonder dat de bewaker niet lang argwaan had gekoesterd. Ze zag er te oud en onverzorgd uit om een journaliste of vertegenwoordigster te zijn.
De liftdeuren gleden open en gaven toegang tot de lobby van het penthouse. Een lange slanke vrouw van geen dag ouder dan veertig wachtte haar in de marmeren foyer op. Zou dat Avery zijn? Dat moest wel, concludeerde Ellie.
Haar hart bonsde bij de aanblik van haar rivale, en heel even vreesde ze te zullen flauwvallen. Haar wangen gloeiden van gêne toen er een hittegolf over haar huid trok en een glanzend laagje transpiratie achterliet.
Nog maar een paar tellen geleden had ze zich nog druk gemaakt over de kreukels in haar broekpak en de afwezigheid van make-up. Nu besefte ze hoe belachelijk het was ook maar te denken dat een laagje poeder of een gestreken broekpak haar er minder verlopen uit zou laten zien in de ogen van dit… dit toonbeeld van elegantie in haar designpakje van duifgrijze zijde.
De paar woorden die Ellie had ingestudeerd, vervluchtigden om plaats te maken voor een levendig beeld van Ron en Avery samen in bed, al snel gevolgd door het nog vernederender beeld van Ron die rechtstreeks uit het bed van deze vrouw terugreisde naar de Flying W. Ellie spande zich in om de beelden te verdringen, maar dat lukte niet. Haar maag ging op en neer als een karnton. Geen wonder dat haar seksleven met Ron de afgelopen tien jaar zo minimaal was geweest, dacht ze vertwijfeld. Ze kromp ineen toen ze dacht aan de flanellen nachtjaponnen die ze ’s winters droeg en de prettig zittende, honderd keer gewassen katoenen T-shirts die ze in de zomer aantrok.