In haar huidige toestand van twijfels en zorgen realiseerde ze zich echter dat haar ouders misschien gelijk hadden gehad. Ze had nooit moeite gedaan om alle voor- en nadelen van Rons aanbod op een rijtje te zetten; ze had alleen rechtvaardiging gezocht om zijn aanbod af te wijzen. De meeste vrouwen zouden zich afgevraagd hebben of een huwelijk waarbij de echtgenoot twee derde van de nachten niet thuis was wel zo’n goed idee was. Waarom had zij daar niet bij stilgestaan?
Ze zag nu wel in dat het leven in de stad ook voordelen bood, voordelen waarbij ze nooit had willen stilstaan. In elk geval leerde je in de stad veel verschillende mensen kennen; in een week ontmoette je waarschijnlijk meer nieuwe mensen dan je in vier of vijf jaar in Wyoming tegenkwam. Een vrouw die in de stad woonde, zou misschien meer mensenkennis hebben opgedaan en dus ook eerder argwaan tegen Ron en zijn leugens hebben gekoesterd.
Daar stond tegenover dat Avery Fairfax een intelligente, wereldwijze vrouw was. Waarom had zij de waarheid over haar zogenaamde echtgenoot niet ontdekt? Maar misschien had ze dat wel, dacht Ellie gekweld, en kon het haar gewoon niets schelen. Ze stelde zich voor hoe Avery en Ron samen grapjes maakten ten koste van het onbeduidende plattelandsvrouwtje dat veilig in de wildernis van Wyoming zat weggestopt. Ze hadden het niet eens nodig gevonden dat Ron van haar scheidde. Waarom zou hij zijn tijd en energie verspillen om van iemand af te komen die toch niets voorstelde?
De taxi reed over North Michigan Avenue, een straat waarover Ellie Ron vaak had horen praten maar waar ze nooit met hem geweest was. Langs die straat liepen brede trottoirs met bomen die schaduw boden aan winkels, cafés en voetgangers. Zelfs door de smerige raampjes van de taxi kon ze zien dat elk van de gebouwen op zijn eigen manier elegant was, en samen vormden ze een zelfs prachtig geheel. De straat leek in niets op de delen van Chicago die Ron haar had getoond wanneer ze er met hem was.
Verbitterd overwoog ze dat haar man waarschijnlijk heel wat tijd had besteed aan routeplanning en zorgvuldig die stadsdelen had uitgezocht die er dreigend of somber uitzagen.
Nadat Avery in zijn leven was gekomen, had hij Ellie natuurlijk nooit meer gevraagd naar Chicago te verhuizen. Het moest wel een hele opluchting voor hem hebben betekend dat ze zich zo gemakkelijk liet bedotten en dat ze het liefst tevreden in haar knusse kleine nest in het verre Thatch bleef.
Ellie voelde een krachtige emotie opborrelen, recht uit haar binnenste. Hoewel dat gevoel in de afgelopen dagen steeds vertrouwder was geworden, was ze er nog niet in geslaagd om het te benoemen. Geen woede, dacht ze, in elk geval niet op Ron. Misschien walging over zichzelf omdat ze zich zo moeiteloos had laten manipuleren?
‘We zijn er, ma’am,’ zei de chauffeur. ‘Hier u naartoe wilde, ja?’
Ellie draaide het raampje omlaag en keek naar buiten. De Windemere. De naam van het gebouw stond op de markies die boven het trottoir hing. Nogal extravagant. Maar in elk geval was hier niets te bekennen van televisieploegen. Kennelijk kon zelfs een vermoorde schatrijke pleger van bigamie de aandacht van de nationale media niet langer dan een paar dagen gevangenhouden, zeker niet in zo’n grote stad als Chicago. Ellie wenste dat ze er vertrouwen in kon hebben dat de afwezigheid van journalisten betekende dat haar gezin eindelijk niet meer in de schijnwerpers zou staan. Ze was er wel aan toe haar plaatsje in het spotlicht aan het volgende onfortuinlijke slachtoffer af te staan.
‘Ja, hier moet ik zijn,’ zei Ellie tegen de chauffeur. Terwijl ze hem betaalde, vroeg ze zich af of dat wel zo was. Wilde ze hier inderdaad zijn? Toen ze de ranch achter zich had gelaten, was ze nog wel zo zeker van zichzelf geweest. Ze was ervan overtuigd geweest dat haar leven niet verder kon gaan tot ze de andere vrouw in Rons leven had ontmoet. Nu ze zo dichtbij was, besefte ze dat het verschrikkelijk moeilijk zou zijn om de woorden te vinden die ze tegen Avery Fairfax kon zeggen. Vooropgesteld dat de vrouw haar zou willen ontvangen.
Maar ja, ze was hier nu, en er zat niets anders op dan te blijven doen wat ze de afgelopen week was blijven doen: de ene voet voor de andere zetten en centimeter voor centimeter vooruitkomen. Het had geen zin zich druk te maken over wat ze moest zeggen tot ze wist of Avery haar wilde spreken.
Ellie vond de lobby van de Windemere kil en onhartelijk, met te veel marmer en glas. Niets wees erop dat in dit gebouw mensen woonden die het hun thuis noemden. Ze keek om zich heen en ving haar blik in een vergulde spiegel boven een wandtafel. Meteen wendde ze haar blik af, maar niet snel genoeg om niet te merken hoe slonzig ze eruitzag. Haar met grijs doorschoten haar viel sluik neer door de vochtige lucht, en ze was zo haastig vertrokken dat ze geen andere make-up bij zich had dan de lippenstift en de vochtinbrengende crème die ze standaard in haar handtas had zitten.