Home>>read Dubbel bedrog free online

Dubbel bedrog(122)

By:Jasmine Cresswell


Hij kwam terug in bed en ging helemaal tegen haar aan liggen. Het paste volmaakt. Megan viel in slaap, en ze voelde dat ze glimlachte.

Ze lag in het zwembad van oom Ted en kon geen adem krijgen. Ze sloeg wild met haar armen en benen om naar boven te komen, maar een loodzwaar, dood gewicht hield haar diep onder water vast.

‘Niet zo tegenstribbelen,’ zei een mannenstem zacht in haar oor. ‘En maak in jezusnaam geen lawaai. Als we je oom per ongeluk wekken, zijn jij en Adam Fairfax er geweest.’

Megan sloeg haar ogen op. Een man in een zwart trainingspak stond over haar heen gebogen. Hij had net haar mond dichtgeplakt met tape, besefte ze. Hij droeg een geweer over zijn schouder, en instinctief deed ze een poging om dat af te pakken. Met een snelle stille slag tegen haar pols hield de man haar tegen. Meteen legde hij zijn hand op haar mond om de geluidjes die ze ondanks de tape nog voort kon brengen, te smoren.

‘We zijn gewapend, en jullie lagen te slapen,’ zei hij nadrukkelijk. ‘Als we jullie hadden willen vermoorden, zouden jullie al dood zijn. We komen jullie juist helpen. Om godswil, maak geen geluid. Jij en je minnaar moeten nu met ons meekomen, anders zijn jullie morgenochtend dood.’

Haar overweldiger duwde haar hoofd opzij op het kussen, en ze zag dat Adam naast haar in bed werd vastgehouden door een andere man, eveneens in het zwart gehuld, die zijn hand op Adams afgeplakte mond hield. Hij drukte de loop van zijn geweer hard tegen Adams nek.

‘Sta op,’ beval haar overweldiger. Hij gebaarde naar de broek en het katoenen shirt die ze bij het diner had gedragen en die nu op de vloer lagen. ‘Trek je kleren aan,’ zei hij. ‘En geloof me, als je gilt, zullen we dat alle vier diep betreuren.’

Er was iets aan de man wat haar bekend voorkwam. Niet zijn stem, maar zijn gelaatstrekken. Waar had ze hem eerder gezien? En zou ze toch gillen? Of met haar voeten stampen, want door de tape kon ze niet meer geluid voortbrengen dan een klagelijk gepiep. Zou het waar zijn dat Adam en zij gevaar liepen van de kant van haar oom? Als ze die man goed had begrepen, was dat zo.

‘Sta op.’ De indringer porde haar onzacht met zijn geweer in haar zij. ‘We moeten hier weg.’

Megan liet zich uit bed glijden en kleedde zich zo snel mogelijk aan. De indringer keek met droevige donkere ogen toe, en zijn snor hing er triest bij, als om te benadrukken met hoeveel onrechtvaardigheden hij te kampen had.

Droevige ogen. Hangsnor. Waar ter wereld had ze deze man eerder gezien? Opeens drong het met de kracht van een explosie tot haar door. Allemachtig! Ze keek in het gezicht van de moordenaar van haar vader. Julio Castellano stond een meter van haar af. En hij hield zijn geweer recht op haar hoofd gericht.





Hoofdstuk 21





Megan moest het mis hebben, dacht ze koortsachtig. Van angst legde ze vast verbanden die er niet waren. Uit het politierapport waarin stond dat een van de bloedmonsters in de hotelkamer van haar vader van ene Julio Castellano waren, stond duidelijk dat de man die haar vader had vermoord, een Mexicaanse immigrant was die geen Engels sprak. Deze man sprak bijna zo goed Engels, dat het zijn moedertaal zou kunnen zijn. En wat zou Julio Castellano hier in Belize te zoeken hebben? Dat was wel wat al te toevallig.

Ze merkte dat ze haar aanvaller aanstaarde en liet snel haar blik zakken, bang dat hij zich door haar kritische blik beledigd zou voelen en gewelddadig zou worden. Hij kwam dreigend dichterbij maar sloeg haar niet. Wel trok hij haar handen achter haar rug en bond ze daar vast met nog meer tape. Ze hoorde een gesmoord geluid vanuit de kamer, gevolgd door een onheilspellende bons. Snel draaide ze zich om, net op tijd om te zien dat Adam achterover op het bed tuimelde, neergeslagen met het geweer van de tweede belager. Blijkbaar had Adam zich ertegen verzet dat zijn handen geboeid werden.

Instinctief wilde ze naar hem toe snellen, maar haar aanvaller greep haar vast en legde zijn hand op haar mond en neus. ‘Hij heeft niets ernstigs. Over een minuutje komt hij wel weer bij.’ De man sprak zo zacht, dat ze hem niet had kunnen verstaan als hij zich niet naar haar toegebogen had en in haar oor gefluisterd had. Gefrustreerd moest ze toekijken hoe Adams slappe lichaam door zijn overweldiger op zijn buik werd gerold, waarna zijn handen alsnog achter zijn rug werden vastgetapet.

Megan trok aan de banden om haar polsen. Ze was razend, en die woede was sterk genoeg om haar angst tijdelijk te blokkeren. Wat gebeurde er in vredesnaam allemaal met haar, met haar leven? Ze verlangde terug naar het eentonige bestaan dat ze tot voor een paar weken had geleid. Het leven waarin haar familie normaal had geschenen, haar afstamming zeker, en haar toekomst open voor mogelijkheden die ze zelf koos.

‘Als jullie hier zijn om ons te helpen, waarom bind je ons dan vast? En dat jullie Adam bewusteloos slaan, dat kan toch niet bij een reddingsplan horen?’ Ze probeerde die vragen hardop te stellen, maar ze had zich de moeite kunnen besparen. Haar woorden waren niet meer dan onverstaanbaar gemummel.