Ze zette haar trage brein aan het werk. Waar had hij het in hemelsnaam over? Toen verstijfde ze. Ze had die rampzalige woorden gezegd. Ze dacht dat ze het alleen in haar hoofd had gezegd. Maar ze had ze hardop gezegd. Geen wonder dat hij vanmorgen zo snel weg was gegaan.
Ze probeerde weg te komen, maar dat kon niet omdat de muur zich achter haar bevond. Afwisselend schudde ze, en knikte ze met haar hoofd. ‘Ik… Ik weet niet precies wat je bedoelt…’
Zijn stem klonk grimmig. ‘Je zei dat je van me hield.’
Alle hoop op het behouden van haar waardigheid vervloog. Ze slikte. ‘Nou… Dat kan wel… Ik bedoel, ik herinner het me niet echt, maar misschien erna… Het betekende niets.’
Er bewoog een spiertje in zijn kaak. ‘Dus het was gewoon een hulpeloze kortstondige emotionele reactie op een lichamelijke daad? Bedoel je dat?’
Opnieuw slikte ze moeilijk. Sebastian zag er zo intimiderend uit. En toen kreeg ze iets van haar verstand terug. ‘Waarom wil je dat weten, Sebastian? Wat kan het jou schelen wat ik misschien heb gezegd? Je hebt me vanaf het begin duidelijk gemaakt dat deze relatie niet blijvend is, en dat we gewoon twee volwassenen zijn die een baby krijgen. Vanaf het moment dat ik in Engeland was heb je je tegen mijn aanwezigheid verzet. Dus wat maakt het in hemelsnaam uit wat ik heb gezegd, of wat ik voel? Je gaat morgen weg.’
‘Is dat zo?’ Hij lachte, maar het klonk gekweld. ‘Om eerlijk te zijn heb ik geen idee wat ik aan het doen ben en wat ik moet. En dat gevoel heb ik al een hele tijd.’
Hij leunde met zijn handen op de stenen balustrade en liet zijn hoofd naar voren vallen. Op dat moment zag hij er zo gekweld uit dat Aneesa bijna haar hand uitstak om hem te troosten.
Hij richtte zijn hoofd weer op en keek haar doordringend aan. ‘Maar ik heb me ook voor het eerst van mijn leven levend en verbonden gevoeld.’
Aneesa voelde zich vreemd gewichtloos toen hij zich weer tot zijn volle lengte oprichtte en voor haar ging staan. Hij legde een hand onder haar kaak. Zijn vingers lagen om haar nek onder haar haren. Ze voelde dat zijn hand licht trilde.
‘Ik heb nooit… een gezin willen stichten. Ik wilde niet trouwen. Ik wilde niet verliefd worden. Ik had geen referentiekader voor al die dingen waar de meeste mensen naar streven, en die iedereen als vanzelfsprekend beschouwt. Ik was altijd doodsbang dat er iets van die krankzinnige genen van mijn vader in mij sluimerden en dat gewoon geluk niet voor mij was weggelegd. Alsof ik op de een of andere manier vervloekt was.’ Hij zuchtte diep.
‘Maar nu Nathaniel getrouwd is, en Jacob naar huis is gekomen om de dingen goed te maken, en de manier waarop hij ons weer samen probeert te brengen… Dat alles heeft mijn zienswijze veranderd. Toen je gisteravond tegen me zei dat je van me hield – of je het nou meende of niet – werd er iets in mij losgemaakt. Ik had niet durven denken dat je gevoelens voor mij zou kunnen hebben. Je was alleen naar me toe gekomen om de baby…
‘En de afgelopen paar dagen, bij je familie… Het is zo… gemakkelijk. Zij zijn gemakkelijk. Liefde wordt vrij gegeven en geaccepteerd. Je hebt geen idee hoe het voor mij is om dat te zien. Om het in de realiteit te ervaren.’ Hij glimlachte somber. ‘Nou, dat weet je wel. Je bent ermee opgegroeid. Daarom ben je zo open en zo… eerlijk.’
Aneesa wilde het liefst ineenkrimpen. Hij had het natuurlijk over haar gezeur en al die vragen die ze hem had gesteld om zich open te stellen en zijn persoonlijke geheimen te vertellen.
Hij leek ergens mee te worstelen. ‘Mijn familie… Het is geen excuus, maar misschien kun je begrijpen waarom het mij zoveel tijd heeft gekost om het belangrijkste in mijn leven te begrijpen.’
Nu legde hij zijn andere hand ook om haar gezicht en hij kwam wat dichterbij. Om een onverklaarbare reden verschenen er tranen in Aneesa’s ogen, en ze wist niet eens precies waarom ze huilde. Sebastian glimlachte. ‘Je ogen… Weet je dat het twee werelden vol emotie zijn? De eerste avond dat we elkaar zagen stond ik er versteld van hoe expressief ze zijn.’
Ze probeerde haar zelfbeheersing terug te krijgen, maar ze kon niet meer praten.
‘Gisteravond heb ik onze baby voelen bewegen.’
Aneesa fronste haar wenkbrauwen. Sinds een paar dagen voelde ze wat gefladder, maar ze dacht dat het kwam door het effect dat Sebastian op haar had.
‘Voor het eerst voelde ik me echt met hem… of haar verbonden. Deze baby is van mij. Van ons. En ik wil niet dat hij op twee verschillende continenten opgroeit en heen en weer wordt geduwd op vakanties. Geïsoleerd en eenzaam.’
Bij die woorden bedaarde ze. Haar tranen verdwenen. Ze had het gevoel dat ze precies wist wat Sebastian bedoelde met het belangrijkste in zijn leven. Hij wilde doen wat goed was. Hij wilde voor hen zorgen, omdat hij nu het gevoel had dat hij het aankon. En omdat zij zo stom was geweest om haar gevoelens voor hem te laten zien. Ze duwde zijn handen weg.