‘Klopt, maar dan moet je wel weten hoeveel je moet toedienen. Mag ik weer verder?’
Telander knikte.
‘Lieberman heeft me uitgelegd waarom ze tot de conclusie is gekomen dat Van Asselt is doodgevroren en Van Zuilen verdronken is. Die technische informatie zal ik jullie onthouden. Op beide lichamen zijn geen sporen van geweld gevonden, behalve de verwondingen die de sjorbanden hebben veroorzaakt. Beide slachtoffers zijn niet seksueel misbruikt. De dader is zeer zorgvuldig te werk gegaan. Lieberman heeft op de lichamen geen haren, bloed, speeksel of ander bruikbaar lichaamsmateriaal van de dader gevonden. Het forensische team onderzoekt de matras, de sjorbanden en al het andere materiaal, maar ook dat zal waarschijnlijk niets opleveren.’
Kraayenkamp wachtte even en keek het team rond. ‘Konings is op een totaal andere manier om het leven gebracht. Ze is waarschijnlijk met een vleesmes vermoord. Buitengewoon bloederig. Ook op haar lichaam zijn geen dadersporen aangetroffen. We hebben dus nog steeds vrijwel niets. We weten bijvoorbeeld niet zeker of we met één of twee daders te maken hebben.’
‘De kans dat het één dader is, acht ik echter vrij groot,’ zei Wittenberg. ‘Konings was door de dader bij de zaak betrokken. Hij gebruikte haar als instrument om een podium te krijgen. Toen de omroepen een embargo afkondigden, moet hij in grote woede zijn ontstoken.’
‘Ik ben het met Sylvia eens,’ zei Kraus. ‘Het klinkt plausibel.’
‘Oké,’ zei Kraayenkamp. ‘Maar deze zaak is zo complex dat we ons niet blind moeten staren op één denkrichting.’
‘Jan, hebben jullie nog iets gevonden?’ vroeg Kraus.
‘We hebben de hele dag gezocht naar een match tussen de drie slachtoffers, maar de drie doden kenden elkaar niet. Ook hebben we onderzocht of we een man, een verdachte dus, van tussen de veertig en de zestig kunnen linken aan de drie slachtoffers. We hebben bijvoorbeeld alle studenten die tussen 1975 en 1990 aan het conservatorium gestudeerd hebben proberen te linken aan een ziekenhuisopname, een betrekking in het ziekenhuis of een baan bij Kroese. Geen resultaat. Zelfs hebben we niemand aan twéé slachtoffers kunnen verbinden. Dat zou tenminste iets geweest zijn. Het is uiterst frustrerend.’
‘Dus van al die studenten heeft er nooit iemand in het ziekenhuis gelegen?’ vroeg Telander. ‘Dat lijkt me sterk.’
‘Dat zeggen wij niet. De archieven van het conservatorium zijn incompleet en het ziekenhuis is helemaal niet scheutig met informatie. Ook Kroeses bedrijf is terughoudend in het verstrekken van gegevens.’
‘Ik baal hier ongelooflijk van.’ Telander ging staan en zette haar handen op haar heupen. ‘We werken met tientallen mensen aan deze zaak en we hebben niets, behalve vier doden en de beelden van een mankepoot met een pet op die over het autodek van de veerboot strompelt en ons altijd en eeuwig voor is. Wij hobbelen achter de feiten aan en die klootzak kan gewoon zijn gang gaan.’
‘Heeft iemand anders nog iets te melden?’ vroeg Kraayenkamp.
Niemand zei iets.
‘Dan ga ik nu met Telander, Kraus en Wittenberg naar de persconferentie. Er is massale belangstelling, ook vanuit het buitenland.’
In de hal van het politiebureau waren tientallen journalisten, fotografen en cameraploegen aanwezig. De stemming was opgewonden, stemmen gonsden door de hoge ruimte.
Op een verhoging waren tafels geplaatst, waarop vele gekleurde microfoons van de verschillende omroepen stonden. Voor de tafels waren tafelrokken gehangen, waardoor de benen van Telander, Wittenberg, Kraus en Kraayenkamp onzichtbaar waren. Achter een katheder stond Jan Nieborg die de journalisten in de toom moest proberen te houden.