De navigatie gaf aan dat ze de straat van Bart van der Steen snel naderden.
Kraus parkeerde de Renault pal voor de ingang van het moderne appartementengebouw en stapte uit. Hij klapte de deur dicht en wachtte totdat ook Telander uitgestapt was. Met twee blieps schoten de sloten dicht. Telander ging met haar wijsvinger langs de nummers en namen op het bord. Van der Steen woonde op 322. Ze drukte op de bel. Een paar seconden later nog eens.
‘Hij is vast niet thuis.’ Ze drukte nog een keer.
‘Ja?’
‘Politie. We willen graag even met u praten.’
Het bleef even stil.
‘Waarover?’
‘Over uw ex.’
De zoemer gaf aan dat de deur open ging. Telander drukte tegen de aluminium deur waarin gehard glas was geplaatst.
‘Met de lift?’
Kraus knikte en haalde zijn broek op. Hij stopte zijn overhemd onder de broeksband.
Telander trok de liftdeur open en drukte op het knopje van de derde verdieping. De deur klikte dicht en de lift zoefde naar boven. Het was stil op de gang en het geurde naar pijptabak. Bart van der Steen stond al in de deuropening. Hij droeg een ochtendjas en gaf de rechercheurs een hand.
‘Kom binnen.’
Telander rook whisky of een andere sterke drank. Ze stapte op de eiken vloer en zag dat de slaapkamerdeur openstond. Er lagen twee blonde vrouwen onder het witte dekbed. Eén van de twee had een Slavisch uiterlijk en was nauwelijks achttien, de andere was tegen de veertig. Ze rookten allebei een filtersigaret. Op de nachtkastjes stonden asbakken en glazen.
‘Feestje?’ vroeg Kraus en hij wees naar de slaapkamer.
‘Eén keer in de maand. Hebt u daar problemen mee?’
‘Niet als de jongste achttien is.’
‘Ik heb haar legitimatie gezien. Ze is inderdaad vorige week achttien geworden. Maar jullie komen voor Kirsten.’
‘Het is beter dat u even gaat zitten,’ zei Telander.
Van der Steen plofte op de leren bank en legde zijn hand op de kop van een Amerikaanse bulldog. Hij opende zijn ogen en spitste zijn oren. Van der Steen klopte geruststellend op de ronde schedel. ‘Hij doet niets,’ zei hij terwijl hij Kraus aankeek.
‘Dat heb ik vaker gehoord. Het ras staat bekend om zijn plotselinge agressie. Zelden een hond gezien die je zo achterbaks aankijkt. Onberekenbaar en gevaarlijk.’
‘Simon, laat die klotehond lekker liggen. We komen voor zijn ex. Ze is vanavond dood gevonden in Amsterdam. Vermoord.’
Van der Steens mond zakte open en hij maakte een paar maal onwillekeurige bewegingen met zijn schouders. Hij trok zijn rechtermondhoek naar beneden, terwijl hij knipperde met zijn ogen. Zijn hand lag stil op de hondenkop.
‘Vermoord?’ Zijn stem klonk schor alsof hij urenlang geschreeuwd had.
‘Haar keel was doorgesneden. Waar bent u vanavond geweest?’
Van der Steen staarde voor zich uit, terwijl hij de hond aaide, die zijn kop op zijn voorpoten had gelegd. Zijn ogen waren dicht.