Home>>read Drift free online

Drift(67)

By:Peter van Beek


                ‘Geen gemeneer alsjeblieft. Ik heet Frans.’

                ‘Oké.’

                Telanders vader stapelde de borden op en kletterde het bestek op het bovenste bord.

                ‘Frans, zal ik helpen?’

                ‘Ik ruim af. Jullie hebben een drukke week voor de boeg. De dader moet gepakt worden. Hopelijk vinden jullie hem snel. Het moet wel een gestoorde gek zijn.’

                ‘Dat denk ik niet, pa. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis kunnen nooit dergelijke complexe moorden plegen.’

                Dat heb ik van Sylvia Wittenberg, dacht ze. Waarschijnlijk heeft ze nog gelijk ook. Morgen moet ik aan haar vragen waarom de dader niet bij de moord zelf aanwezig is. Zou hij bang zijn om mensen te zien sterven?

                ‘Een pathologische moordenaar dan?’

                ‘Je kijkt te veel misdaadfilms.’

                ‘Dergelijke moordenaars hebben een nauwelijks ontwikkeld geweten. Of helemaal geen geweten. Dat komt ook voor. Uiterst gevaarlijke sujetten.’

                Telanders telefoon piepte. Ze nam op en luisterde. Haar gezicht werd verschrikkelijk wit. ‘We moeten zo snel mogelijk naar Alkmaar.’ Ze staarde naar haar telefoon. ‘Het was de dader. Er is een nieuw slachtoffer. Vastgebonden aan een paal. Als we hem niet vinden, zal hij morgenochtend levend verbranden.’

                ‘Te zien via een webcam?’

                Telander knikte. ‘Om elf uur vanavond komen de beelden binnen.’

                ‘Dus hij heeft nu rechtstreeks contact met jou opgenomen en niet via Kirsten Konings?’

                ‘Of hij Konings ook gebeld of ge-sms’t heeft weet ik niet, maar ik denk het niet, want de omroepen hebben besloten geen beelden meer uit te zenden.’

                ‘Hoe klonk zijn stem?’

                ‘Vervormd. Langzaam en laag.’

                Telander keek op haar horloge. ‘Om acht uur gaat de volgende boot. Die halen we nog net. Even snel wat kleding pakken, dan kom ik.’

                Telander drukte haar peuk uit in de asbak die op de houten tafel stond en stiefelde het huis in. Een paar minuten later kwam ze weer terug, met een weekendtas in de hand. ‘Ik weet niet of ik morgen thuis kan komen.’

                ‘Dat is logisch. Jullie moeten die moordenaar grijpen. Ik neem mijn mobiel mee. Je kunt me altijd bereiken, ook als ik een nachtje op het wad doorbreng.’

                Telander drukte een kus op het voorhoofd van haar vader.

                ‘Doe voorzichtig.’ Hij klopte op de schouders van zijn dochter. ‘Let een beetje op haar.’

                ‘Dat zal ik doen, Frans.’

                Ze wandelden naar de Dodge, die in de volle zon stond. Telander startte de achtcilinder, draaide haar raam open en gaf gas. De auto sprong vooruit. Ze claxonneerde.

                ‘Bel Kraayenkamp even.’

                Mahinovic tikte twee keer op haar telefoon en sprak een paar minuten met Kraayenkamp.

                ‘Die klonk niet helemaal fris meer. Hij heeft een etentje, maar is voor tien uur op het bureau. Ik moet ook Wittenberg en de andere teamleden bellen. En dat op zondagavond.’