Home>>read Drift free online

Drift(34)

By:Peter van Beek


                ‘Heeft u de schipper gezien?’

                De sluiswachter haalde zijn sigaar uit de mond en maakte een wegwerpgebaar.

                ‘Wat een vraag. Natuurlijk heb ik die gezien.’

                ‘Kunt u hem beschrijven?’

                ‘Kapiteinspet, zo’n kinderachtig kermisding, zonnebril met spiegelende glazen. Ouder dan vijftig. Gewoon postuur. Hij had slanke vingers.’

                Achter de sloep schoven de sluisdeuren dicht en de sluiswachter liep naar het huisje dat op de kade stond om vijf minuten later de sluis aan de voorkant te bedienen. Daarna wandelde hij terug.

                ‘Heeft de man in de bakdekker nog iets gezegd?’ Kraus trok zijn broek op en stopte zijn overhemd in.

                ‘Nee. Hij betaalde het sluisgeld en dook de kajuit in. Hij had muziek aanstaan, een pianoconcert of zo. Een hels kabaal met toeters en trommels. En piano natuurlijk.’

                ‘Was hij alleen?’

                De sluiswachter knikte.

                ‘Is u verder iets opgevallen?’

                ‘Die boot lag vrij diep, alsof hij water maakte.’

                Hij keek naar links. ‘Jullie kunnen verder varen. De sluis is open.’

                Stevens maakte de lijnen los en startte de motor.

                ‘Bedankt,’ zei Kraus en hij tikte tegen zijn hoofd.

                ‘En het sluisgeld? Ik krijg één euro vijftig van jullie.’

                Kraus trok zijn portemonnee uit zijn kontzak en pakte een verfrommeld briefje van vijf.

                De sluiswachter nam het aan. ‘Even wisselgeld halen.’

                ‘Laat maar. Nogmaals bedankt.’

                Stevens gaf gas en de sloep voer over de kaarsrechte Grecht richting Woerden.

                ‘Straks wordt het riviertje kronkelig,’ zei Stevens en hij gaf meer gas.

                ‘Aan het eind van dit rechte stuk zijn er opnieuw recreantenplaatsen, waar je trouwens onmogelijk met de auto kunt komen. Daar zijn alleen weilanden en sloten.’

                Stevens voer in het midden van de ongeveer tien meter brede Grecht, in zuidelijke richting. Het onweer was naar het oosten weggetrokken. De lucht was helder. In het westen hing de halve maan.

                Telanders mobiel ging over. Ze keek op het display: haar vader.

                ‘Ja?’

                Ze luisterde. De ergernis was duidelijk hoorbaar in haar stem: ‘Ik vaar op een riviertje, op zoek naar een vastgebonden vrouw aan boord van een bakdekker. Ik heb nu even geen tijd voor je.’

                Ze hield het toestel een paar centimeter van haar rechteroor. ‘Dus RTL4 heeft het hele land de stuipen op het lijf gejaagd met hun uitzending van halfelf: de webcambeelden van het slachtoffer zijn uitgezonden.’

                Kraus vloekte.

                ‘Pap, ik moet hangen.’

                ‘Die bitch van een Konings heeft dus alles uitgezonden. Het hele land heeft de vrouw gezien. Ik bel haar.’ Kraus drukte tweemaal op de toets met het groene telefoontje. Hij kreeg de ingesprektoon.