‘Dat zijn boeken,’ zei Telander. ‘Fictie. Heel anders dan de werkelijkheid.’
‘Ik denk dat in fictie juist de werkelijkheid wordt verbeeld en geduid.’
‘Nu lijk je zelf wel een leraar.’ Mahinovic haalde haar neus op.
‘Dat was ik ook bijna geworden.’ Kraus ging op de hoek van zijn bureaublad zitten.
‘Vertel.’ Telander keek hem aan.
‘Nu niet,’ zei hij. ‘Ik ga koffie halen. Jullie ook?’
De vrouwen wilden ook, beide zwart zonder suiker.
Kraus schommelde naar het koffieapparaat dat op de gang stond.
‘Hij wil niet dat zijn collega’s hem persoonlijk leren kennen,’ zei Mahinovic. ‘Hij is introvert en waarschijnlijk kan hij niet bij zijn gevoelens of hij begrijpt ze niet. Ik werk al drie jaar met hem samen, maar hij heeft nog nooit iets over zichzelf verteld. We praten alleen over het werk en over bijzaken zoals het weer en voetbal.’
‘Hij verzorgt zich ook niet goed.’ Telander peuterde in haar mond.
‘Dat is pas sinds een paar maanden.’
‘Geen vriendin?’ Telander glimlachte.
‘Dat denk ik niet.’
‘Heeft hij jou weleens geprobeerd te versieren?’
‘Allemachtig, nee.’ Mahinovic snoof.
‘Heb je hem een keer door de computer gehaald?’ Telander tikte met haar piercing tegen haar tanden.
Mahinovic legde haar hand op die van Telander. ‘Tussen jou gezegd en gezwegen: dat heb ik gedaan.’ En Kraus heeft mij niet verleid, ik heb hem gevraagd, dacht ze. Ze streek over Telanders hand.
Er tintelde iets in Lones buik. Ze zag dat Mahinovic lange, verzorgde nagels had, waarmee ze teder over haar hand kraste.
‘En?’ Ze zal mij ook wel gescand hebben, dacht Telander.
‘Tweeënvijftig jaar. Gescheiden. Twee zoons van negentien. Woont op een woonboot net buiten het centrum. Ouders verongelukt tijdens een wandelvakantie in de Dolomieten. Hij is twee keer officieel berispt wegens het gebruik van buitenproportioneel geweld tijdens een arrestatie.’
Mahinovic kneedde Telanders hand nu.
‘Met een wapen?’
Mahinovic knikte. ‘De eerste keer was het duidelijk noodweer: de verdachte had een vuurwapen en Kraus schoot hem in beide knieën. Dat was knap, want de man stond niet stil. Kraus is een uitstekend schutter. Daarna schijnt hij de man getrapt te hebben. In zijn gezicht. De tweede keer schoot hij de verdachte dood. De man, die psychisch in de war was, zwaaide met een mes, dus het was ook noodweer, maar Kraus schoot zijn hele magazijn leeg. De Rijksrecherche heeft de incidenten onderzocht.’
‘Draagt hij daarom geen wapen?’
‘Hij heeft een wapen, maar het zit niet in een holster aan zijn riem.’
In de deuropening verscheen Kraus. Hij droeg een dienblad met drie bekers erop.
‘Lone, zullen we vanavond uitgaan?’ vroeg Mahinovic. Haar stem was laag.