Bovendien zag hij nog iets in. Cassandra verdiende meer dan de echo van een pijnlijke jeugd die hij lang geleden al achter zich had gelaten. Veel meer.
Tranen biggelden onophoudelijk over Cass’ wangen, terwijl ze haar voordeur ontsloot. Hou op met dat gegrien, stommerd, hield ze zichzelf voor de zoveelste keer voor. Ook ditmaal haalde het niets uit, de tranen bleven komen.
Neo kon ze in feite niets verwijten. Ze had aldoor geweten dat hij slechts vriendschap en seks van haar wilde. Toch had zij stiekem op meer gehoopt. Ze had zichzelf gewoon wat wijsgemaakt, en dat was een hele tijd nog goed gegaan ook omdat het allemaal zo mooi in het plaatje leek te passen.
Hij bracht zijn vrije tijd met haar door, elke minuut ervan. Bovendien belde hij haar een paar maal per dag op om even te praten. Hij kwam ook nog steeds elke week voor een les, al eindigde die de helft van de tijd in bed. En daar, ja, daar was alles helemaal net een sprookje. Zijn verlangen naar haar was echt, en ze waren bijna elke nacht bij elkaar. Voor hem was dat gewoon vriendschap met seks. Meer niet.
Het probleem was alleen dat zij van hem hield en dat die gevoelens haast een gat in haar hart brandden omdat ze er nooit openlijk voor kon uitkomen.
Ze wilde trouwen. Ze wilde zijn kinderen baren en samen met Dora gezonde maaltijden voor hem koken, terwijl ze hem tevens voorhield dat voedsel meer was dan enkel brandstof.
Het waren allemaal dingen die ze nooit kon hebben. Oké, ze was al een iets minder hopeloos geval dan ze was geweest, maar de ideale vrouw voor een rijke zakenman zou ze nooit worden. Neo had een vrouw nodig die hem naar alle etentjes en partijen kon vergezellen. Niet eentje die er maar twee per maand aankon.
Verlegen zou ze wel altijd blijven, iemand die liever op de achtergrond bleef. Neo scheen dat niets uit te maken. Logisch, ze waren alleen vrienden. Het was zelfs nooit in hem opgekomen dat ze meer dan dat zouden kunnen zijn.
De muziekkamer vermeed ze nu liever, net als haar slaapkamer.
Ze stond nog steeds in haar hal, zich voor de eerste keer in haar leven afvragend waarom ze hier bleef wonen. Echt gelukkig was ze hier nooit geweest. Toch bleef ze zich aan dit huis vastklampen omdat het de schakel vormde met de enige mensen die van haar hadden gehouden. Nu ja, een beetje dan.
Neo vond Cassandra ten slotte in haar studeerkamer. Zijn hart kromp even ineen toen hij haar roodomrande ogen zag. Ze had gehuild.
Hij schrok echter nog meer van wat hij op haar computerscherm zag. ‘Ga je verhuizen?’
‘Waarom niet? Er is toch zeker niets wat me aan deze plek bindt?’
De felle pijn overviel hem zo dat hij even geen adem kon krijgen. ‘Ik ben hier.’
Ze bekeek hem geringschattend. ‘Hoelang nog?’
‘Wat bedoel je?’
‘Je zult uiteindelijk genoeg krijgen van onze extra’s, en dan ga je weer met andere vrouwen aan de zwier.’
Hoewel alles in hem dat fel ontkende, was hij nog niet bereid om het ook tegenover haar toe te geven. Hij was bang, bang om haar te verliezen, bang om iets verkeerd te doen. ‘We zouden nog steeds vrienden kunnen blijven.’
‘Nee.’
‘Nee?’ Weer zo’n felle pijnscheut.
‘Misschien. Ik weet niet. Je hebt zoveel voor me gedaan. Je bent echt de beste vriend die ik ooit heb gehad. Zo goed als jij is nog nooit iemand voor me geweest, en daar reken ik mijn ouders ook bij. Onze vriendschap betekent veel voor me, echt waar. Ik weet alleen niet of ik het wel aankan om jou met andere vrouwen te zien.’
Hij kon het in elk geval niet aan om haar zo verdrietig te zien. ‘Dat zou ik ook nooit van je vragen.’
Ze schonk hem enkel een schampere blik.
‘Wil jij meer dan vriendschap?’ Ondertussen werkte zijn verstand op topsnelheid om al zijn argumenten en gedachten goed op een rijtje te krijgen. Hij mocht nu niets fout doen, want dan zou hij de belangrijkste persoon in zijn leven verliezen.
‘Maakt het iets uit wat ik wil? Jij wilt het niet. Daar wond je daarnet geen doekjes om.’
‘Misschien vergis ik me wel.’
‘Sorry, misschien is bij lange na niet genoeg voor wat ik wil en nodig heb.’
‘Wat is liefde?’
Ze staarde hem stomverbaasd aan. ‘Wat bedoel je? Je weet best wat liefde is.’
‘Nee, dat weet ik niet. Ik heb nog nooit van iemand gehouden, en niemand heeft ooit van mij gehouden.’
‘Zephyr houdt van je als een broer.’
‘Met Zephyr wil ik niet trouwen.’
‘Met mij ook niet.’
‘Dat zag ik verkeerd.’
‘Wat?’
‘Ik wil wel met je trouwen. Ik wil alles, maar ik vond niet dat ik het recht had daar om te vragen.’
Haar ogen schoten vol tranen die ze snel met haar hand wegveegde. ‘Wat probeer je nu eigenlijk te zeggen?’
‘Van zakendoen weet ik vrijwel alles, van het instandhouden van een relatie vrijwel niets.’