‘Ze is volwassen, Neo. Geen kleuter.’
‘Je doet nu net alsof het allemaal doodsimpel is.’
‘Dat is het ook. Jij maakt het veel ingewikkelder dan het hoeft te zijn.’
‘Oké, Zee, bedankt.’ Neo verbrak de verbinding. In feite had hij zijn vriend niet nodig gehad om hem te vertellen dat seks met Cassandra verbijsterend zou zijn. Dat schreeuwde zijn lichaam hem al toe sinds hij haar voor de allereerste keer had gezien.
Toegegeven, ze was niet zijn gebruikelijk type. Ze was beter, veel beter. Ze was oprecht, grappig en ondanks haar liefde voor modieuze kleren zeker geen ijdeltuit. Bovendien was haar onschuldige sensualiteit duizendmaal uitdagender dan de geraffineerde verleidingskunsten van andere vrouwen, dat bewees zijn lichaam wel, dat het haast uitschreeuwde van frustratie.
Neo deed nooit moeilijk over seks. Hij ontmoette een vrouw die zijn verlangen opwekte, zij voelde hetzelfde voor hem, en dan dansten ze een tijdje de horizontale mamba. Nu verlangde hij naar Cassandra, en zij verlangde ook naar hem, daar durfde hij een eed op te zweren. Maar toch…
Het gezoem van de föhn stopte. Hij balde zijn handen tot vuisten, terwijl hij vocht om alles op een rijtje te krijgen. Eén ding stond in elk geval vast: Cassandra Baker was negentwintig jaar lang allerlei dingen ontzegd die andere mensen doodnormaal vonden. Eerst door de omstandigheden in haar jeugd, daarna door de beperkingen die haar angst haar oplegde.
Liefde was uiteraard uitgesloten, maar passie, ja, dat kon hij haar wel geven. Misschien konden vrienden toch wel met elkaar naar bed. Als ze het allebei wilden.
Nou, hij wilde het. En Cassandra ook.
Neo was niet knus aan het theezetten, zoals Cass had verwacht. In plaats daarvan keken zijn groene ogen haar scherp aan met een bijna woeste glans erin, terwijl zijn hele lichaam op scherp leek te staan.
‘Is er soms iets, Neo?’ Waarom keek hij zo naar haar? Alsof haar witte zijden blouse transparant was en de kanten beha eronder niet veel beter? Het maakte haar een tikkeltje nerveus.
‘Je hebt het los laten hangen.’
Waar hád hij het in vredesnaam over? ‘Eh… oké. Zal ik de thee inschenken?’
Hij antwoordde niet, balde enkel zijn handen tot vuisten alsof hij zichzelf ervan wilde weerhouden iets aan te raken.
‘Eh… Neo? Ik begin me zorgen te maken over je.’
‘Was het je eigen keus of werd die je opgedrongen?’ vroeg hij schor.
‘Tja, als ik nu wist wat “het” was…’
‘Je maagdelijkheid.’
‘Zeg, waar slaat dit op?’ Waarom moest hij dat gênante feit oprakelen? Zelf vergat ze het liever.
Hij overbrugde de afstand tussen hen met twee grote stappen. ‘Je onschuld. Is dat een situatie waar je blij mee bent?’
‘Blij?’ Natuurlijk. Elke vrouw wilde de dertig naderen zonder ooit een vriendje te hebben gehad, laat staan een serieuze relatie! ‘Neo, ik begrijp echt niet waar je naartoe wilt.’
‘Het is een simpele vraag, pethi mou. Zee zei dat je misschien geen maagd was uit vrije wil, maar meer uit noodzaak.’
‘Noodzaak?’
‘Omdat je niet in de gelegenheid was om er iets aan te veranderen,’ verduidelijkte hij.
‘Bespreek jij mijn seksleven met Zephyr?’ viel ze verontwaardigd uit.
‘Meer het gebrek daaraan. Als je wel een seksleven had, zou het mijne namelijk stukken simpeler zijn.’
‘Ik heb echt geen flauw idee wat je bedoelt.’
Hij begroef zijn hand in haar haren, ‘Echt niet?’ vroeg hij, nog steeds met die felle gloed in zijn ogen, hoewel zijn aanraking uiterst licht was.
Desondanks bevroor de warmte van zijn hand haar stembanden. Nee, dat sloeg nergens op. Warmte behoorde toch juist te ontdooien? Toch voelde ze zich bevroren, niet in staat zich te bewegen.
‘Ik wil geen misbruik van je maken.’ Hij streelde met zijn duim teder langs haar nek, op en neer…
Die duim veroorzaakte een tintelend gevoel dat uitwaaierde door haar lichaam. ‘Neo, je kunt mijn privéleven echt niet gaan bespreken met Zephyr,’ wist ze moeizaam uit te brengen.
‘Ik ben nergens naartoe gegaan. Ik heb hem gewoon opgebeld.’
‘Je weet best wat ik bedoel.’
‘Ik weet dat ik naar je verlang.’
‘Echt waar?’ Ze gaapte hem met grote ogen aan.
‘Absoluut.’
‘Hoe zit het dan met die regel dat vrienden elkaar niet mogen kussen?’
‘Daar ben ik anders over gaan denken.’
‘O.’ Nu ja, dat was misschien geen gek idee, gezien het feit dat hij die regel toch al steeds overtrad.
‘Vandaar dat ik Zephyr heb opgebeld.’
Zodat ze het eens lekker over haar maagdelijkheid konden hebben. O, man! Ze kon wel door de grond zinken van schaamte. ‘En hij zei…’