‘Oké, dat snap ik, maar je krijgt toch zeker wel post?’
Cassandra ging op het pianobankje zitten. Haar handen streken over de zwarte laklaag alsof ze een dierbare vriend begroette. ‘Dat wel,’ zei ze. ‘Mijn platenmaatschappij beantwoordt mijn post en stuurt die een paar maal per jaar naar me op.’
‘Het zegt op zich ook al heel veel dat er zoveel vraag is naar je muziek, of niet dan?’
‘Dat houd ik mezelf in elk geval wel altijd voor.’
‘Mis je het nooit?’
‘Wat?’
Ze keek naar hem op met een blik in haar amberkleurige ogen waarop hij zijn lichaam heftig voelde reageren. Hij slikte, de ongepaste reactie geschokt onderdrukkend. Ze waren verdorie vríénden! ‘Het optreden.’
‘Nee, nooit!’ Ze huiverde onwillekeurig.
‘Genoot je er dan helemaal niet van?’ vroeg hij.
‘Nee, ik haatte het. De muziek maakte het nog enigszins dragelijk, anders was ik vast gek geworden.’
‘Maar –’
‘Ik wilde thuis zijn bij mijn moeder, niet constant onderweg met mijn vader, of nog erger, een oppas. Ik wist dat ze heel ziek was, en dus was ik elke keer dat ik wegging doodsbang dat ze er niet meer zou zijn wanneer ik terugkwam.’
‘Wist je dat ze stervende was? Zo jong al?’
‘Ja.’ Er klonk een wereld van pijn door in dat ene woordje. ‘Zoals elk kind had ook ik mijn eigen kromme logica. Als ik er was, kon ze niet sterven.’ Ze slikte even. ‘Daarom haatte ik het om op te treden voor wildvreemden, die me naderhand kirrend over mijn bol aaiden. Ik haatte elke seconde van zo’n tournee, telde de minuten af tot ik weer naar huis kon.’
‘Je vader dwong je dus echt om te blijven optreden?’
‘Ja, zelfs toen mam heel, heel erg ziek was. Ze overleed, terwijl ik op tournee was in Europa. Ik was zeventien. Ze vertelden het me pas twee dagen later. Mijn vader scheepte me steeds af met een smoesje wanneer ik opbelde. Ze kon niet aan de telefoon komen omdat ze sliep, zei hij. Ik geloofde hem, durfde hem niet eens te vragen of ze mij terug kon bellen. Ik wilde haar ontzien, wilde niet egoïstisch zijn.’
Hoofdstuk 7
‘Dat is monsterlijk!’ Neo wilde iemand slaan. Of op zijn minst iemand uitkafferen voor wat deze vrouw was aangedaan. Er was alleen niemand. ‘Waarom deden ze dat in vredesnaam?’
‘Ze wilden mijn laatste optredens van de tournee niet bederven. Mijn vader en Bob zeiden dat ik het aan mijn fans verplicht was om een optimale prestatie te leveren.’
Neo vloekte in het Grieks. Zeer kleurrijk.
Er gleed een zweem van een glimlach over haar gezicht. ‘Ben ik het helemaal mee eens. Enfin, mijn vader verwerkte zijn verdriet door zich op mijn carrière te storten.’
‘Hoe verwerkte jij het jouwe?’
‘Door me op mijn muziek te storten.’
‘Terwijl je dat haatte?’
‘Niet de muziek, enkel de concerten.’
‘Dus toen hij overleed, hield je op jezelf langer te kwellen?’
‘Zo zag ik het. Mijn manager ziet dat heel anders.’
‘Dat verbaast me niets.’
‘Bob denkt dat ik de dood van mijn ouders verdring door me te omringen met hun spullen.’
‘Was hij ook niet degene die je overhaalde om hun spullen weg te doen?’ Die manager van haar had ze jaren geleden al de laan uit moeten sturen, bedacht hij woest.
‘Ja, niet dat het ook maar enig verschil maakte. Daarna wilde ik nog steeds niets van een tournee weten. Ik word al misselijk wanneer ik er alleen maar aan denk om in een volle concertzaal het podium op te moeten.’
‘Begrepen. Ik zal je nooit vragen voor me te spelen, en Zephyr zal dat evenmin doen, laat dat maar aan mij over.’
Haar ogen, daarnet nog dof van verdriet, begonnen nu ineens te stralen als zonnetjes. ‘Ik zou het niet erg vinden om voor jou te spelen.’
Zijn benen voelden ineens onvast aan. Omdat hij verrast was door haar aanbod? Of omdat zijn woorden haar zo blij maakten? Hij wist het echt niet. Een feit was echter dat hij liever niet bleef staan, dus zonk hij naast haar op het bankje neer. ‘Zou je voor mij willen spelen?’
‘Waar heb je anders vrienden voor?’ vroeg ze grijnzend.
‘Dat zou ik heel fijn vinden.’
‘Mooi, dan doen we het.’ Ze boog haar hoofd en keek verlegen door haar wimpers opzij naar hem. ‘Het verbaast me een beetje dat ik dit wil. Ik kijk er zelfs naar uit. Vroeger vond ik het altijd enig om voor mijn ouders te spelen.’
Voor niemand anders, concludeerde hij. ‘Ik voel me vereerd. Ik zal er reikhalzend naar uitkijken.’
Glimlachend richtte ze haar aandacht weer op het instrument voor haar. Ze speelde een paar losse akkoorden, scherp luisterend naar iets wat kennelijk zij alleen kon horen. Hij vond het prima klinken. Meer dan prima.