‘Ja, dat vond mijn leraar ook.’
‘Deden ze je op driejarige leeftijd al op les?’ Hij staarde haar vol ontzetting aan.
‘Mam was toen al ziek, en ik vermoed dat mijn ouders me wilden bezighouden, zodat ik haar niet te veel zou vermoeien.’
‘Dus je had elke dag uren pianoles. Over hoeveel tijd hebben we het?’
‘Dat weet ik niet meer precies, hoor.’
Hij geloofde er geen snars van. ‘Doe eens een gok.’
‘Elke morgen een paar uur en dan nog een paar uur voor het slapengaan.’
‘Dat bestaat niet.’
‘Toch is het zo. De uren dat ik in mijn eentje zat te oefenen, reken ik niet mee.’
‘Je moet je vergissen. Kinderen hebben een slecht besef van tijd, dat heb ik tenminste wel eens gehoord.’
‘Vroeger dacht ik dat ook, tot ik na mijn vaders dood een overzicht van mijn lessen vond. En daar stond het, zwart op wit.’
‘Wat?’
‘Het bewijs dat mijn ouders me niet in hun buurt wilden hebben.’
‘Nu oordeel je wel erg hard, vind ik.’
‘Hoe ben jij in dat weeshuis beland?’ kaatste ze terug.
‘Mijn ouders wilden meer uit het leven dan enkel ouders zijn.’
‘Oordeel je nu te hard of is dat de realiteit?’
‘Touché.’
‘Ik heb vaak gewenst dat ik dat overzicht nooit had gevonden. Dan had ik kunnen blijven geloven dat ik me had vergist in het aantal uren.’ Bijtend op haar lip wendde ze triest haar blik af. ‘Volgens Bob zou het bevrijdend zijn om de spullen van mijn ouders op te ruimen, maar zo heb ik het niet ervaren.’ Ze stootte een vreugdeloos lachje uit. ‘Tja, wat is bevrijdend? Het dwong me te accepteren dat ik ze kwijt was, voorgoed. Dat was wel goed, denk ik.’ Ze keek weer naar hem op, haar gouden ogen donker van oud zeer. ‘Maar het deed me wel vreselijk veel pijn.’
‘Dat spijt me.’
‘Dank je.’
‘Dat is de echte reden waarom je hier niets wilt veranderen, hè? Omdat je daardoor weer beseft dat je ouders er niet meer zijn.’
Ze knikte triest, waarna ze geforceerd monter opmerkte: ‘Voor een zakenman ben je best opmerkzaam.’
‘Uitvogelen wat mensen drijft, is altijd de eerste stap als je succes in zaken wilt hebben.’
‘Ik wed dat je er heel goed in bent.’
‘Fenomenaal.’
Ze lachte, wat ditmaal een stuk vrolijker klonk. ‘Zijn wij een beetje vol van onszelf?’
‘Welnee, ik heb gewoon zelfkennis. Vandaar dat ik weet dat ik zeer uit mijn hum zal zijn als ik te laat kom voor mijn conference call.’
‘Kun je dan niet vanuit de auto bellen?’
‘Jawel, maar als ik niet achter mijn computer zit, heb ik het gevoel dat ik geen echte bijdrage kan leveren.’
‘Ik wed dat je alle feiten op je duimpje kent.’ Toch stond ze braaf op van tafel.
‘Ik maak niet graag fouten.’
‘Dat is nog zacht uitgedrukt, wed ik.’ Ze zette haar mok en bordje in de gootsteen. ‘Om te bewijzen dat ik jouw schema respecteer, zal ik de vaat laten staan.’
Hij negeerde de steek onder water. ‘Je mag wel oppassen. Zo ben ik aan pianolessen gekomen, door een weddenschap.’
‘Moet ik me nu beledigd voelen?’
‘Nee. Ik heb er geen spijt van dat ik gedwongen werd het cadeau aan te nemen. Het heeft me toch maar mooi een nieuwe vriendschap opgeleverd.’
‘Waarom heeft Zephyr het eigenlijk gedaan? Om je te pesten, of denkt hij echt dat je die lessen wil?’
‘Het laatste. Als kind wilde ik dolgraag op pianoles, maar ik had al jaren niet meer aan die droom gedacht.’
‘Helaas dacht je compagnon er nog wel aan.’
‘Niks helaas. Gelukkig. Ik krijg les van mijn idool, want ik ben een enorme fan je, al besefte ik dat niet.’
‘Besefte je dat niet? Daar wil ik meer over horen, maar niet nu, want dan kom je te laat.’
Een uur later zat Cass haar laatste compositie kritisch te beluisteren op haar mp3-speler. Dankzij dit slimme apparaatje hoefde ze niet meer per se achter de piano te zitten om te kunnen werken. Dat kon ze nu overal doen. In haar sportzaaltje, in de keuken, of, zoals nu, in een lege vergaderkamer in het Nikos & Stamos Enterprises gebouw in hartje Seattle.
Een tikje op haar schouder liet haar weten dat ze niet langer alleen was.
Terwijl ze de koptelefoon naar achteren schoof, keek ze op. ‘Ja?’
‘Mr. Stamos vroeg me ervoor te zorgen dat het u aan niets ontbreekt.’ Miss Parks, Neo’s assistente, zag er precies zo uit als haar telefoonstem deed vermoeden. Ze was in de veertig, had blond haar, opgestoken in een smetteloze wrong, en droeg een chic Chanelpakje. Een klassieker, want de kwikjes en strikjes van de nieuwere collecties waren natuurlijk veel te frivool voor de zakenwereld. En Miss Parks wist hoe het hoorde. Dus bood ze de pianolerares van haar baas een verfrissing aan, ook al vond ze dat duidelijk ver beneden haar waardigheid.