Donker genot(14)
De adviseur stak haar zijn hand toe. ‘Cole Geary. Het is voor mij een eer om kennis met u te maken, Miss Baker. Ik ben een enorme fan van u, ik heb al uw cd’s.’
Ze schonk de man haar gelegenheidsglimlach, terwijl ze hem de hand schudde. ‘Prettig om kennis met u te maken, Mr. Geary. Wat fijn dat u zo van mijn muziek geniet. Muziek is een grote bron van vreugde in mijn leven.’
‘Dat is te horen, in uw manier van spelen, bedoel ik.’
Neo schraapte zijn keel met een blik die zei: ‘We verspillen hier tijd, mensen.’
De bewondering op Coles gezicht maakte razendsnel plaats voor professionele ernst. ‘Mr. Stamos maakt zich zorgen over uw veiligheid. Zullen we alles even nalopen voor ik met wat suggesties kom?’
Nu zou ze natuurlijk moeten zeggen: prima idee. Het probleem was alleen dat ze Cole Geary niet in haar huis wilde. Ook al was hij nog zo’n groot fan van haar en leek hij nog zo sympathiek.
‘Ik wil geen tralies voor mijn ramen,’ flapte ze er ineens plompverloren uit. Ja, in zekere zin was ze al een gevangene van haar eigen verlegenheid, dat hoefde ze niet nog eens extra te onderstrepen met tralies.
‘Zoals ik al zei –’
‘Het komt wel goed,’ interrumpeerde Neo, terwijl hij Cass een duwtje in de rug gaf. ‘Kom, dan laten we Cole de rest van het huis even zien.’
Ze keek op naar hem, smekend om begrip voor de angst die haar al beperkte in haar doen en laten sinds haar kindertijd. De enige therapeut die ze had bezocht, na veel gesoebat van haar vader, had weinig kunnen doen om die angst te verlichten. Al had hij haar wel een paar handige trucjes geleerd om ermee om te gaan.
Volgens hem was ze van nature een heel verlegen kind geweest, dat ernstig getraumatiseerd was geraakt toen men het op jeugdige leeftijd in de schijnwerpers dwong. Het feit dat haar moeder zwaar ziek was, had natuurlijk evenmin geholpen. Het was een leuke theorie, heel aannemelijk ook, maar wat had ze eraan?
Niets, want zoiets simpels als één rustige, totaal niet bedreigende man als Cole haar huis laten zien, kon ze niet eens aan zonder dat het klamme angstzweet haar overal uitbrak.
‘Ik had Bob dit moeten laten doen,’ fluisterde ze sip.
‘Je bent niet alleen, Cassandra.’ Neo schonk haar zijn volledige aandacht; de andere man leek even niet te bestaan voor hem. ‘We doen dit samen, jij en ik.’
‘Ik stel me belachelijk aan.’ Ze haatte het zichzelf naar beneden te halen, haatte het haar anders-zijn te moeten verklaren. Nog een reden waarom ze vreemden liever vermeed. Bekenden hoefde ze niets meer uit te leggen, die waren al volledig op de hoogte van haar beperkingen.
Neo schudde beslist zijn hoofd. ‘De wereld om je heen maakt je bang, en voor jou is die angst heel echt, maar als je mij vertrouwt, zal ik je laten zien dat er niets is om bang voor te zijn.’
‘Dat zei mijn vader ook altijd.’ Vlak voor hij haar het podium op duwde, waar ze zichzelf moest verliezen in de muziek om niet te sterven van ellende.
Elk van haar concerten was uitverkocht geweest. Een zee van vreemde gezichten, duizenden ogen, allemaal op haar gericht. Vreselijk! Muziek was voor haar altijd iets heel persoonlijks geweest. Wanneer ze aan de piano zat, kon ze haar moeders ziekte en haar vaders machteloze woede daarover even vergeten.
Zoiets deelde je niet met hordes buitenstaanders, waarvan er ook nog eens veel te veel de jonge pianiste hadden willen ontmoeten. Dus had ze moeten opzitten en pootjes geven, terwijl ze zich na elk van haar concerten emotioneel een wrak had gevoeld.
Er verscheen een zachte blik in Neo’s ogen. ‘Daar moet je me later maar eens alles over vertellen. Ik besef heel goed dat ik je vader nooit kan vervangen.’
‘Nee.’ Gelukkig niet, want anders zouden de gevoelens die hij in haar opriep beslist incestueus zijn. Daarbij probeerde hij haar ook niet over te halen op te treden voor een bomvolle zaal. Ze ademde diep in en daarna traag weer uit. ‘Oké. Nu kunnen we hem het huis wel laten zien.’
‘Je hebt het gehoord, we kunnen,’ zei Neo tegen Cole.
De man knikte enkel, zonder ook maar iets van verbazing of afkeuring te laten blijken.
Cass was daar zo dankbaar voor dat ze hem een flauw glimlachje schonk, dat ditmaal regelrecht uit haar hart kwam.
Neo leidde de rondleiding, waarbij hij tot haar stomme verbazing geen enkele fout maakte – zoals een kastdeur aanzien voor een kamerdeur, of omgekeerd. Daarbij vond hij ook nog eens feilloos alle uitgangen naar buiten. Oké, zo groot was haar huis niet, maar er waren toch vier van die uitgangen – de voordeur, de keukendeur, de ramen in haar slaapkamer, plus de tuindeuren in de eetkamer.
‘Die zouden we moeten vervangen door kozijnen van gehard metaal met onbreekbaar glas erin,’ oordeelde Cole met een zuinige blik op haar slaapkamerramen.