Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(95)

By:Clive Cussler


‘Zeg hem maar dat hij een extra rantsoen grog krijgt. Verder nog iets?’

‘Eddie is weer terug uit Rome. We krijgen helder geluid door van het jacht van die wapenhandelaar, maar er is nog niets interessants gezegd.’

Cabrillo was die missie totaal vergeten. ‘Oké. Mooi zo. Hou me op de hoogte. Linc en ik zijn nu op ongeveer drie uur afstand van de vestiging van de responsivisten hier op de Filippijnen. We houden jullie ook op de hoogte.’

‘Begrepen, Voorzitter. En succes met de jacht. Over en uit.’

Juan legde de hoorn neer.

‘Dus aan Donna Sky hebben we helemaal niets?’ zei Linc in de donkere jeep. Linc was helemaal in het zwart gekleed en hij leek een schaduw naast Cabrillo.

‘Helaas. Ze weet helemaal niets.’

‘Het was ook wel een gok. Een bekende vrouw zoals zij wordt al door de paparazzi achtervolgd als ze haar hond uitlaat.’

‘Linda zei ook zoiets,’ beaamde Juan somber. ‘Daar had ik eerder aan moeten denken.’

‘Juan, vanaf het begin klampen we ons aan strohalmen vast, dus het is niet nodig om nu helemaal teleurgesteld te zijn. Een spoor kan altijd doodlopen, maar we moeten toch alles natrekken.’

‘Dat weet ik,’ zei Juan, ‘maar het is…’

‘… dat Max in gevaar is,’ onderbrak Linc hem. ‘En daarom ben jij bezorgd.’

Cabrillo glimlachte vermoeid. ‘Dat is nog zwak uitgedrukt.’

‘Hoor eens, dit is tot nu toe ons beste spoor. Er waren hier vierhonderd responsivisten, hoelang mag Joost weten, maar nu zijn ze allemaal dood. Vermoedelijk om te voorkomen dat er ooit iets bekend zou worden over waar ze mee bezig zijn. We zullen hier vinden wat we nodig hebben, en we brengen Max en zijn zoon terug.’

Juan had wel waardering voor de optimistische woorden, maar zijn stemming veranderde niet. Hij zou pas gerust zijn als Max weer aan boord van de Oregon was, en als Thom Severance en Zelimir Kovac achter tralies zaten.

De veerboot voer zwalkend de haven in en bonkte tegen de houten meerpalen. Een slechter vertoon van stuurmanskunst had Cabrillo zelden gezien. Tien minuten later, toen de pont was afgemeerd en de laadklep neergelaten, startte Linc de motor van de jeep en ze reden de kade op. Meteen draaiden ze de raampjes open, om de varkenslucht uit de auto te verdrijven.

‘Zo, dat hebben we gehad,’ zei Juan en hij legde zijn voet op het dashboard. Hij rolde zijn broekspijp op. De prothese die hij droeg was een lomp, vleeskleurig stuk plastic. Hij gespte het kunstbeen los en maakte de schoenveter los. Daarna trok hij de schoen en sok uit. Er was een klein gat in de voetzool. Juan haalde een kleine tang uit zijn zak, stak het gereedschap in het gat en draaide tegen de klok in. Daardoor kon hij de kuit openen. In de holle kuit waren twee Kel-Tek-pistolen verborgen.

Ondanks de kleine afmeting kan een Kel-Tek .380-patronen afvuren. Voor deze speciale missie had de wapenmeester aan boord van de Oregon de zeven patronen in het magazijn van elk pistool uitgehold en gevuld met kwik. Als de afgevuurde kogel een mens raakte en daardoor afgeremd werd, explodeerde het kwik in de holle patroon en richtte een verwoesting aan, vergelijkbaar met een granaat die de bepantsering van een tank doorboort. Een schot in de romp van een tegenstander was altijd fataal, maar een schampschot op de schouder of heup kon een ledemaat afrukken. Cabrillo gaf een van de kleine handwapens aan Linc en stak het andere in zijn broekband.

Een kleine hoeveelheid plastic explosieven en twee potloodvormige ontstekers waren ook in de holle kuit verborgen. Juan wist uit jarenlange ervaring dat zijn prothese het alarm bij de metaaldectectoren op luchthavens activeerde, maar zodra hij zijn broekspijp optrok en het kunstbeen liet zien, werd er verontschuldigend gekeken en dan mocht hij meteen doorlopen. Juan werd nog niet gecontroleerd met speurhonden die op explosieven getraind waren, maar ook daar was hij op voorbereid: hij had een klein flesje nitroglycerine bij zich en een dokstersverklaring dat hij een zwak hart had.

De weg buiten de stad naar de heuvels was al jarenlang niet meer geasfalteerd. De responsivisten hadden hun vestiging aan de andere kant van het eiland, en de rit daarheen duurde een uur. De zon daalde naar de horizon tijdens de rit. Ze reden door een regenwoud en jungle, waardoor de weg op een eindeloze groene tunnel leek. Af en toe passeerden ze een dorp met wat schamele rietgedekte hutten, schuurtjes en roestige hekken. Afgezien van de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog was hier duizenden jaren niets veranderd in het levenstempo.

Toen ze nog acht kilometer verwijderd waren van het doel, stuurde Linc de jeep van de weg tot achter de struiken, zodat de auto niet zichtbaar was. Ze wisten niet of de responsivisten bewakers hadden achtergelaten, en ze wilden geen onnodig risico nemen. Linc en Cabrillo waren even bezig met het camoufleren van de jeep en het uitwissen van de bandensporen in de zachte grond. Zelfs als iemand wist dat de auto daar verborgen was, dan was dat vanaf de weg niet te zien. Juan stapelde wat kiezelstenen op om de plek te markeren.