Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(83)

By:Clive Cussler


Eddie keek op. Kovac stond op het balkon en richtte zijn wapen op Eddie. Omdat de voorbijgangers de schoten waarschijnlijk niet zouden horen, kon Kovac alle tijd nemen om te richten. Eddie sprong overeind en draafde over het dak van de oplegger. Hij sprong naar de toeristenbus, die weer in beweging kwam. Eddie vloog over een bank waar Japanse toeristen zaten en hij tuimelde in het gangpad. Meteen krabbelde hij overeind en rende naar de achterkant van de bus. De Ducati motorfiets volgde meteen.

Eddie was dan wel het hotel ontvlucht, hij was nog niet veilig.

De motorrijder was gekleed in zwart leer en bleef pal achter de bus, en hij zette duidelijk de achtervolging in. Eddie wist niet of de man een zender had in zijn helm. Als hij de leiding had over deze operatie, dan zouden alle deelnemers voortdurend met elkaar in contact staan. En in dat geval zou de motorrijder algauw versterking krijgen. Kovac had ongetwijfeld een gedetailleerd rapport gekregen over het team dat Kyle Hanley ontvoerde en zou daarom een groot aantal mensen op de been brengen om hem weer terug te halen.

De bus reed naar een brede weg met vier rijstroken en maakte meer vaart bij het Colosseum. Auto’s passeerden toeterend en sommige bestuurders maakten obscene gebaren. De Ducati bleef dicht achter de bus rijden, als een roofvis die een grote prooi volgt.

Eddie bewoog zijn vingers om de bloedsomloop weer op gang te brengen en hij probeerde iets te bedenken om uit zijn hachelijke positie te komen. Hij had zijn mobiele telefoon achtergelaten in de suite. Een dwaas plan kwam in hem op, en als hij niet in tijdnood was, dan zou hij het plan meteen weer verwerpen. Maar hij werd langzamerhand wanhopig.

Via een wenteltrap aan de achterkant van de bus ging Eddie naar beneden. Opgelucht besefte hij dat maar weinig toeristen ingestapt waren. Boven zaten ongeveer vijftien passagiers en beneden maar een handjevol. Niemand besteedde aandacht aan hem toen hij door het gangpad liep. Eddie bukte toen hij bij de chauffeur kwam. Op de voorste stoel zat een gids, die haar nagels bijwerkte. Toen ze Eddie zag glimlachte ze opgewekt naar hem. Aan zijn uiterlijk te oordelen meende ze dat Eddie bij de groep Japanners hoorde en ze stelde hem een vraag.

Eddie negeerde haar. De chauffeur droeg een wit shirt, een zwarte stropdas en op zijn hoofd een pet die eerder paste bij een piloot. Eddie zag dat de man tenger was. Met een snelle beweging greep hij de rechterarm van de chauffeur en trok hem uit zijn stoel. Eddie dook opzij en de chauffeur rolde naar de treden bij het voorportier. De zware bus minderde amper vaart, en Eddie ging snel op de bestuurdersstoel zitten. Hij trapte het gaspedaal diep in. De gids begon te gillen en de passagiers in de bus keken angstig. Eddie keek in de grote spiegels en trapte op de rem.

Meteen werd overal driftig geclaxonneerd, en de Ducati schoot opzij achter de bus vandaan, rakelings een andere auto ontwijkend die tegen de bus knalde. De gids voorin huilde na de klap. De motorfiets reed over de middenstreep en Eddie liet hem tot halverwege de bus komen. Toen gaf hij weer gas en zwenkte naar links. Voor de motorrijder was er geen ontsnapping mogelijk. Het verkeer op de linkerrijbaan reed bumper aan bumper. De motorrijder raakte al bijna klem en schakelde terug, tegelijk gaf hij vol gas en het voorwiel kwam los van het asfalt. De 1000cc-motor jankte toen de motorrijder een vertwijfelde poging deed om langs de bus te komen, maar hij was kansloos. De bus raakte hem drie meter achter de plek waar Eddie zat. De Ducati knalde tegen een auto op de andere rijbaan. De berijder werd gelanceerd over het stuur. Met wild spartelende armen en benen smakte de man tegen de achterruit van een auto. Het veiligheidsglas veranderde in een explosie van glinsterende brokken. Eddie hoopte voor de man dat hij de klap dankzij zijn helm zou overleven. Door de botsing ontstond een kettingreactie van kleinere aanrijdingen op alle vier de rijstroken.

Eddie stopte de bus en drukte op de knoppen om de deuren te openen. De voorste deur ging maar voor de helft open, omdat de chauffeur daar bewusteloos op de treden lag. De adrenaline die Eddie de laatste minuten had opgejaagd werd minder en hij dacht even aan Juan die in zulke situaties altijd een grappige opmerking maakte. Eddie was daar niet zo goed in.

‘Sorry,’ zei hij tegen de gids en hij werkte zich door de opening naar buiten.

Hij keek om naar de ravage. De weg was geblokkeerd door veel beschadigde auto’s. Bestuurders stapten uit, schreeuwend en wild gebarend, zoals alleen Italianen dat kunnen. Eddie wilde zich weer omdraaien, en een zijstraat in lopen, toen hij opeens een auto zag die als een tank door de ravage reed. Twee mannen moesten wegduiken voordat hun auto’s tegen andere auto’s werden geschoven. In de rijdende auto waren de airbags opgeblazen, zodat de mannen op de voorbank onzichtbaar waren. Maar Eddie wist dat ze het op hem gemunt hadden. Eddie draafde terug naar de bus. De chauffeur kwam langzaam weer bij bewustzijn en de gids begon te gillen toen ze zag dat Eddie weer op de bestuurdersstoel ging zitten. Ze begon zo snel in het Italiaans tegen hem te praten dat de woordenstroom in een monotoon geluid versmolt.