Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(82)

By:Clive Cussler


Eddie raakte in volle vaart met gebogen schouders de balkondeuren en de glazen panelen verbrijzelden door de klap. Hij voelde de scherven schrammen veroorzaken op zijn huid en een kogel zoemde rakelings langs hem, om in de gevel van het gebouw tegenover het hotel te slaan, zodat een stofwolkje verscheen.

Eddie kwam bij de leuning van het balkon en sprong eroverheen, zich in de lucht half omdraaiend, zodat hij naar het hotel gekeerd was toen hij begon te vallen. Met beide bezwete handen greep hij de spijlen van het balkon en gleed een meter naar beneden tot bij de betonnen bodem van het balkon. Onder hem gaapte een afgrond van dertig meter boven het stadsverkeer.

Zijn handen sloegen tegen het beton, en met zijn voeten vond hij steun op de leuning van het balkon op de vijfde verdieping. Zonder een ogenblik te aarzelen liet hij de leuning los en achterover tuimelend viel hij weer een etage lager, om de leuning met beide handen vast te grijpen. Zo remde hij zijn val telkens af en hij daalde beheerst met achterwaartse salto’s naar beneden. Het was een indrukwekkend vertoon van lenigheid, spierkracht, balans en totaal gebrek aan angst.

Toen Eddie bij de vierde verdieping was, stond Kovac op het balkon van de suite en tuurde naar beneden. Kovac verwachtte dat Eddie dood op het plaveisel in de diepte lag, maar een seconde later zag hij de man behendig salto’s langs de balkons maken. Meteen opende de Serviër het vuur met een kogelregen.

Eddie voelde de patronen rakelings langs zijn lichaam zoemen terwijl hij zich langs de spijlen van het balkonhek liet zakken. Zijn handen sloegen tegen het beton en al rekte hij zich zo veel mogelijk uit, hij voelde onder zijn voeten geen leuning om steun te vinden. Zijn polsen hielden het niet meer en hij liet los. Bijna meteen voelde hij een leuning onder zijn voeten, en met wild zwaaiende armen tuimelde hij weer achterover. Vaag bedacht Eddie dat het een wonder zou zijn als zijn handen niet gebroken waren als hij op straat belandde.

Kovac kon niet goed richten en om geen aandacht te trekken van de voorbijgangers op straat, waar steeds meer mensen omhoogkeken naar de capriolen van Eddie, stopte hij het wapen weer in zijn schouderholster en keerde terug in de suite.

Even overwoog Eddie via het balkon op de derde verdieping naar binnen te gaan, maar hij had geen idee hoeveel handlangers van Kovac in het hotel waren. Het leek beter zo snel en onopvallend mogelijk te verdwijnen, om later weer te hergroeperen. Weer sprong hij achteruit en liet zich langs de spijlen verder zakken. Het balkon op de tweede etage was maar anderhalve verdieping boven straatniveau, omdat daar de hoge hal van het hotel was. De hoogte was ongeveer zeven meter. Iets verder naar links bevond zich een halfronde felgele luifel, die zich boven het trottoir uitstrekte. Als een evenwichtskunstenaar liep Eddie balancerend over de leuning van het balkon en sprong naar de luifel, zich tijdens de val draaiend zodat hij met zijn rug op het gele doek belandde. Naar beneden glijdend kon hij een buis van het metalen frame grijpen en met een salto over de rand bleef hij even hangen. Toen liet hij los en stond weer op de grond. Enkele toeschouwers juichten, niet begrijpend wat er aan de hand was.

Eddie rende over het trottoir, zich een weg banend tussen de nieuwsgierigen en even later hoorde hij het geronk van een zware motor. Hij keek om en zag een zwarte motorfiets van de stoep rijden en in zijn richting komen. De berijder gaf gas en in paniek stoven de mensen uiteen. De grote Ducati was nog vijf meter bij Eddie vandaan en naderde snel. Na een schijnbeweging, alsof hij de boekwinkel naast het hotel wilde binnengaan, dook Eddie naar links en belandde op de motorkap van een geparkeerde auto. Door de snelheid gleed hij verder en viel op straat. Op dat moment kwam een Volvo-truck aanrijden, langzaam in het drukke verkeer. De chauffeur zag Eddie niet over de geparkeerde auto glijden en hij hield zijn voet op het gaspedaal. Eddie had maar een fractie van een seconde om weg te duiken tussen de grote banden van de vrachtauto. Onwillekeurig beschermde hij zijn hoofd met zijn handen terwijl het gevaarte over hem heen reed. De hitte van de motor joeg over zijn rug.

Opeens remde de truck en de banden snerpten op het asfalt. Eddie hoorde de ronkende motorfiets weer: het voertuig was kennelijk tussen twee geparkeerde auto’s voor de Volvo gekeerd.

Eddie kroop onder de stilstaande vrachtwagen vandaan. Een dubbeldekkerbus met een open verdieping stond op de andere rijbaan. De bus was gestopt om passagiers te laten uitstappen. Eddie was bij de achterkant van de bus en het leek niet waarschijnlijk dat de bestuurder hem kon zien. Met een sprong was hij bij de bus en werkte zich omhoog, door zich af te zetten tegen de vrachtauto. Hij negeerde de geschrokken blikken van de passagiers in de bus en werkte zich tussen de twee voertuigen behendig omhoog, tot hij de bovenkant van de Volvo bereikte. Hij liet zich op het dak van de truck rollen en wilde even op adem komen, maar op dat moment werd een rokend gat geslagen in het canvas.