Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(74)

By:Clive Cussler


Hij vond de actrice nogal mager, maar het was best mogelijk dat Martell verliefd op haar was. Kovac griste het portret van de wand en haalde de glanzende foto uit de lijst. Hij brak het glas op de rand van het bureau. Met een gespierde hand drukte hij Martell op zijn stoel en met zijn andere hand pakte hij een grote glasscherf, puntig als een dolk. Hij pakte een arm van Martell, maar niet zo stevig dat er blauwe plekken konden ontstaan op de gebruinde huid.

Het scherpe glas sneed in de huid en donker bloed welde op uit de wond. Eerst vormde het bloed een plas op het bureaublad, om dan op de vloer te druppen. Gil Martell worstelde en kronkelde in zijn stoel, maar de Serviër was veel te sterk voor hem. Hij kon alleen gorgelende geluiden maken, te zacht om buiten de kamer gehoord te worden. Zijn bewegingen werden trager en ongecoördineerd omdat zijn krachten wegvloeiden. Uiteindelijk hing hij slap in zijn stoel.

Kovac schoof het bureau voorzichtig terug, zonder bloederige voetstappen achter te laten. Hij tilde het lichaam van Martell op en keerde de stoel om, zodat hij de dode achterstevoren kon neerzetten. De gekneusde keel rustte op de houten rugleuning. De lijkschouwer zou denken dat de kneuzingen veroorzaakt waren omdat het hoofd naar voren zakte toen Martell bewusteloos raakte door bloedverlies. Daarna legde hij de foto van Donna Sky zo neer dat het leek alsof Gil Martell dat portret had gezien toen hij stierf.

Toen Kovac de deur achter zich sloot kwam de secretaresse van Martell via de hoofdingang het gebouw in. Ze had een koffiebeker en een grote tas in haar handen. Ze was achter in de vijftig, en tamelijk dik.

‘Hallo, meneer Kovac,’ zei ze opgewekt.

Kovac kon zich haar naam niet herinneren en hij zei: ‘Martell zit al achter zijn bureau. En u zult begrijpen dat hij erg geschrokken is van wat er gisterenavond is gebeurd.’

‘Ja, het is vreselijk.’

‘Zeg dat wel,’ beaamde Kovac met een treurige hoofdknik. Hij voelde zijn mobiel trillen in zijn broekzak. ‘Hij zei dat hij vandaag beslist niet gestoord wil worden.’

‘Gaat u uitzoeken wie ons heeft overvallen en kunt u die arme jongen weer terughalen?’

‘Daarom heeft meneer Severance mij hierheen gestuurd.’ Ze heet Patricia, dacht Kovac. Patricia Ogdenburg. Hij keek op het schermpje van zijn mobiel. Thom Severance wilde hem spreken, via een beveiligde verbinding. Er moest iets belangrijks zijn gebeurd, besefte hij, na wat ze eerder die ochtend hadden besproken. Kovac stopte de telefoon weer in zijn zak.

Patricia keek hem aan en daarvoor moest ze haar hoofd wat achteroverbuigen. ‘Neem me niet kwalijk als ik bot ben, maar u moet weten dat heel wat mensen hier nogal geïntimideerd zijn door u.’ Kovac gaf geen antwoord. ‘Ik denk dat u inderdaad heel sterk bent,’ vervolgde ze, ‘maar ik denk ook dat u een heel zorgzaam en verstandig persoon bent. U weet wat verantwoordelijkheid voor elkaar betekent en ik vind uw aanwezigheid geruststellend. Er zijn zoveel onnozele mensen die helemaal niet begrijpen dat wij zoveel goed doen. En daarom ben ik blij dat u hier bent om ons te beschermen. Wees gezegend, Zelimir Kovac.’ Ze lachte. ‘U bloost, dus ik heb u kennelijk in verlegenheid gebracht.’

‘U bent heel vriendelijk,’ zei Kovac, en hij bedacht dat deze vrouw, evenals hij, uit eenzaamheid tot het responsivisme was gekomen.

‘Nou, als u gaat blozen door een compliment, dan weet ik zeker dat ik gelijk heb.’

Wat kan iemand zich vergissen, dacht Kovac, toen hij het gebouw verliet zonder ook maar een keer om te kijken.





17


Het hotel bevond zich in een historisch, zes verdiepingen tellend gebouw niet ver van het Colosseum. De suite die ze gehuurd hadden besloeg bijna een kwart van de bovenste verdieping. Er was een balkon met een smeedijzeren balustrade langs de gevels.

Kyle was nog steeds niet bij bewustzijn uit zijn verdoving toen Max de rolstoel door de indrukwekkende hal duwde, maar het gemompel van zijn zoon was een teken dat hij binnen twee uur weer helemaal wakker zou zijn.

‘Hallo?’ riep iemand ergens in de suite.

‘Hallo,’ antwoordde Max. ‘Dokter Jenner?’

‘Ja, inderdaad.’

Jenner kwam vanuit de zitkamer in de hal. Hij was gekleed in een donker kostuum met een streepje en daaronder een witte zijden pullover. Max zag dat Jenner ook dunne leren handschoenen droeg en dat zijn handen onnatuurlijk gebogen waren.

Max kon de leeftijd van de psychiater niet inschatten. Jenner had een volle haardos, met wat grijze strepen en een gebruind gezicht, waar mogelijk wat aan veranderd was door een plastisch chirurg. Er waren wel wat vage rimpels bij zijn ogen en mond, maar die schenen operatief gladgestreken. Jenner vroeg zo’n hoog honorarium voor zijn diensten als deprogrammeur dat hij de beste plastische chirurgen ter wereld kon betalen, maar toch had zijn gezicht een wat verschrikte uitdrukking als van een hert dat door het licht van koplampen verrast wordt. Dat is wel vaker het geval bij minder goed uitgevoerde cosmetische ingrepen.