Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(72)

By:Clive Cussler


‘O, dat wist ik niet…’

Kovac keek Martell misprijzend aan. ‘Stond er iets op je computer over de komende missie?’

‘Nee, helemaal niets. Alle informatie daarover ligt in mijn brandkast. Die heb ik meteen gecontroleerd, na het telefoongesprek met Thom.’

‘Geef me dat materiaal,’ commandeerde Kovac.

Martell overwoog even te weigeren en Severance te bellen, maar hij wist dat Thom alle vertrouwen had in Kovac als het om veiligheid ging en dat er toch niet naar zijn protesten geluisterd zou worden. Hoe minder hij met deze kwestie te maken had, des te beter. Martell bedacht dat het misschien wel beter was om hier weg te gaan. De inbraak kon een waarschuwing zijn dat hij moest verdwijnen, voor het te laat was. Hij had al bijna een miljoen dollar achterovergedrukt bij de Griekse vestiging van de organisatie. Dat was niet voldoende om de rest van zijn leven te rentenieren, maar wel voldoende om rustig naar iets anders uit te kijken.

Hij kwam overeind achter zijn bureau en beende door zijn kantoor naar de zithoek. Kovac hielp hem niet met het verplaatsen van de meubels op het Perzisch tapijt, waaronder een luik in de vloer was. Onder het luik was een kleine brandkast verborgen.

‘De stoelen en tafel stonden nog op precies dezelfde plek toen ik hier binnenkwam, dus ik weet zeker dat er niets verplaatst is,’ verduidelijkte Martell terwijl hij bezig was. ‘En kijk, dat lakzegel over het sleutelgat is ook nog intact.’

Kovac nam niet de moeite tegen Martell te zeggen dat een professioneel team ook wel wist hoe de meubels op de juiste plek teruggezet moesten worden en dat een lakzegel ook nagemaakt kon worden als daar genoeg tijd voor was. Maar Kovac geloofde niet dat de brandkast het doelwit van de indringers was. Hij had even gekeken naar het dossier van Kyle Hanley en vermoedde dat de familie van de jongeman een team had ingehuurd om hem hier weg te halen. En ongetwijfeld zou er ook een deprogrammeur bij komen: heel waarschijnlijk Adam Jenner.

De gedachte aan deze man deed Kovacs handen tot vuisten ballen.

‘We zullen eens kijken,’ zei Martell en hij haalde een ijzeren kistje uit de brandkast. Er was een elektronisch toetsenbord op aangebracht. De directeur van het complex tikte enkele cijfers in en keek grijnzend naar Kovac. ‘Volgens het geheugen van deze kist is die de afgelopen vier dagen niet geopend. Dat klopt, toen kreeg ik de laatste aanvullende informatie van Thom.’

Een kind kon de brandkast opnieuw geprogrammeerd hebben met een laptop en een USB-kabel, maar Kovac beet op zijn tong. ‘Maak open.’

Martell toetste de code in. Er klonk een piep en de klep ging open op een kier. In de kleine kist lag een dikke map. Kovac strekte zijn hand uit naar Martell, om de map aan te pakken. Hij bladerde snel door de inhoud. Het waren lijsten met namen, schepen, havens en vaarschema’s, en ook korte beschrijvingen van de bemanningsleden. De informatie was onbegrijpelijk voor iedereen die de betekenis niet wist. De datums die vermeld stonden waren niet ver in de toekomst.

‘Sluit die brandkast,’ zei Kovac afwezig, terwijl hij door de paperassen bladerde.

Martell gehoorzaamde en deed het stalen kistje weer terug in de brandkast. ‘Het lakzegel zal ik later aanbrengen.’

Kovac keek hem woedend aan.

‘Eh… ik kan het ook nu meteen doen.’ Martells stem klonk weifelend. Hij bewaarde de zegellak in zijn bureau en met zijn ring kon hij een zegel aanbrengen. Een paar minuten later lag het Perzisch tapijt weer over het luik en de stoelen, de bank en de salontafel waren weer teruggeplaatst.

‘Wist Kyle Hanley hier iets van?’ Kovac hield de map omhoog, als een zeloot die een heilig boek in handen heeft.

‘Nee. Dat heb ik al tegen Thom gezegd. Hanley was hier nog maar kort. Hij heeft de apparatuur gezien, maar wist niets over het plan.’

Het luchtige antwoord van Martell veroorzaakte een argwanende trek op Kovacs gezicht. Het leek meteen een paar graden killer in de kamer. Gil nam een besluit. Zodra Kovac vertrokken was, zou hij snel zijn spullen pakken en in het eerste vliegtuig naar Zürich stappen, waar hij zijn nummerrekening had.

‘Het is wel mogelijk dat hij geruchten gehoord heeft,’ gaf Martell toe.

‘Wat voor soort geruchten, Martell?’

Gil slikte, want de manier waarop Kovac zijn achternaam uitsprak beviel hem helemaal niet. ‘O, hier werd wel iets gezegd over een retraite op zee, zoals degenen die met de Golden Dawn meevoeren. Ze spraken erover alsof het een groot feest zou worden.’

Kovac kon zijn ijzige houding niet goed volhouden. ‘Heb jij enig idee wat er met dat schip is gebeurd?’

‘Nee, niemand mag hier het nieuws volgen en internet is ook verboden. Hoezo? Is er iets misgegaan?’

Kovac dacht weer aan de woorden van Severance, toen hij vanuit Californië telefoneerde: Doe maar wat je het beste lijkt. Nu begreep hij wat de leider van de responsivisten daarmee bedoelde. ‘Thom Severance heeft kennelijk niet veel vertrouwen in jou.’