Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(69)

By:Clive Cussler


‘En de vraag is natuurlijk wat dat is?’

‘Misschien hebben we geluk en ontdekt niemand dat ik een afluistermicrofoon heb geplaatst.’

Eddie keek hem weifelend aan. ‘Het eerste wat hun chef beveiliging gaat doen is het hele complex grondig onderzoeken op afluisterapparatuur.’

‘Dat weet ik. Dus als een elektronische spion niet werkt, dan moeten we een mens sturen.’

‘Ik kan erheen gaan.’

‘Jij ziet er niet bepaald uit als een dolende ziel die op zoek is naar de zin van het leven en daarom bereid blindelings de ideeën van een of andere mafkees te volgen.’

‘Mark Murphy?’ vroeg Eddie.

‘Hij past wel beter in het plaatje, maar hij is geen type voor zo’n undercoveroperatie. Eric Stone is ook een kandidaat, maar dan hebben we hetzelfde probleem. Nee, ik dacht aan Linda. Als vrouw wekt ze minder gauw argwaan. Ze heeft ervaring met inlichtingenwerk en we hebben vaak gezien dat ze haar hoofd koel houdt.’

‘En hoe wil je dat aanpakken?’

Juan glimlacht vermoeid. ‘Kalm aan, ja? Ik moet er nog over nadenken. We zullen gezamenlijk een strategie bedenken.’

‘Als het maar niet weer uitdraait op een plan C,’ plaagde Eddie.

Cabrillo hief zijn handen met gespeelde wanhoop omhoog. ‘Waarom zeurt iedereen daar telkens over? Dat plan werkte toch perfect?’

‘Daar is ook alles mee gezegd,’ vond Eddie.

Voordat hij naar zijn hut ging, in de hoop minstens tien uur ongestoord te kunnen slapen, stapte Juan in de lift om af te dalen naar het commandocentrum. Hali Kasim zat gebogen over zijn computer, te midden van allerlei paperassen die slordig verspreid op zijn bureau lagen. Een hoofdtelefoon drukte zijn krullende haar plat. Als Hali diep nadacht kreeg zijn gezicht een serene uitdrukking.

Hali schrok toen hij merkte dat Cabrillo naast hem stond. Hij zette zijn hoofdtelefoon af en wreef over zijn oren.

‘En, hoor je iets?’ vroeg Juan, die aan Hali had gevraagd scherp te luisteren of er iets te horen was via de afluistermicrofoon die Juan in het kantoor van Gil Martell had verborgen.

‘Dit doet mij denken aan dat broodjeaapverhaal over stemmen die te horen zouden zijn in het geruis van een televisie die onjuist is afgesteld.’ Hali gaf de hoofdtelefoon aan Juan.

Het ding was nog warm en een beetje vochtig. Kasim drukte op een toets van zijn computer. Statisch gekraak drong Juans oren binnen, maar hij kon ook iets anders horen. De woorden waren niet verstaanbaar, maar eerder lage klanken onder de ruis.

Juan zette de hoofdtelefoon weer af. ‘Heb je al geprobeerd de opname te schonen?’

‘Dit is al twee keer geschoond.’

‘Laat het nog eens via een luidspreker horen vanaf het begin.’

Na enkele toetsaanslagen werd de opname afgespeeld. Omdat de afluistermicrofoon reageerde op omgevingsgeluid, werd het apparaatje pas geactiveerd toen er stemmen in de buurt klonken.

‘O, nee, nee! Dit kan niet waar zijn!’ Er klonk paniek in de stem van Gil Martell. Daarna klonk het geluid van bureauladen die geopend en weer gesloten worden: vermoedelijk controleerde Martell of er iets gestolen was. Een stoel kraakte toen hij ging zitten. ‘Oké, Gil, beheers je. Hoe laat is het nu in Californië? Is dat belangrijk?’ Er werd een telefoonnummer ingetoetst en na een lange pauze begon Martell te spreken. ‘Thom, je spreekt met Gil Martell.’

Juan wist dat Martell met Thomas Severance telefoneerde, de man die met zijn vrouw Heidi leiding gaf aan de responsivisten.

‘Er is ingebroken op ons terrein, ongeveer een kwartier geleden. Zo te zien is het een reddingsoperatie en een van onze leden is uit zijn kamer ontvoerd… Wat? O, Kyle Hanley… Nee, nee, nog niet. Hij was hier nog maar kort. De bewakingsdienst heeft me gezegd dat er wel tien indringers waren, en allemaal gewapend. De bewakers hebben met jeeps de achtervolging ingezet, dus er is een kans dat we die knaap terughalen. Maar ik wilde dit wel aan je melden.’ Er volgde een lange stilte waarin Martell naar zijn superieur luisterde. ‘Die ga ik nu bellen. We hebben genoeg smeergeld betaald aan de lokale autoriteiten, dus die zullen niet zoveel onderzoek doen. Ze kunnen beweren dat de plaatselijke politie wapensmokkelaars tegenhield, of iets met Al Qaida… Kun je dat herhalen? De lijn is vreselijk slecht… Ja, ze hebben eerst in mijn kantoor ingebroken en daarna… Nee!’ De stem van Martell klonk hoger en afwerend. ‘Je hoeft Zelimir Kovac niet hierheen te sturen. Dit kunnen we zelf wel regelen… Spionnen? Die zitten overal in dit land… O, je bedoelt afluisterapparatuur? Nu snap ik het.’

Cabrillo hoorde weer het geluid van laden die geopend en gesloten worden, alsof Martell ergens naar zocht, en toen klonk opeens alleen een luid geruis. Martell had een elektronische stoorzender ingeschakeld, zodat de afluistermicrofoon onbruikbaar werd.