Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(67)

By:Clive Cussler


Juan had spijt dat hij het windscherm niet overeind had gezet. Hij moest zijn ogen tot spleetjes knijpen tegen de rijwind die met 120 kilometer per uur in zijn gezicht blies. Gruis en zandkorrels prikten in zijn ogen. Hij raasde langs de opgravingen van Isthmia. Er was alleen een lage heuvel, zonder tempels of pilaren zoals op andere archeologische vindplaatsen. Er was een klein museum op het terrein. Maar Juan had meer belangstelling voor het bord waarop vermeld stond dat de moderne stad Isthmia nog twee kilometer verder was. Als de Oregon niet spoedig op de goede plek was, dan had hij een probleem: de benzinetank was bijna leeg en de wijzer van de meter stond al gevaarlijk lang op nul.

Juan hoorde zijn naam in zijn oordopje en hij stelde het volume van de radio bij. ‘Ja, hier Juan?’

‘Voorzitter, hier Gomez. Linda en de anderen zijn veilig aan boord. Ik zie je via de UAV, en Eric maakt nu berekeningen, maar ik zou toch wat langzamer rijden.’

‘Zie je die andere jeep achter mij?’

‘Ja, die zie ik,’ antwoordde de helikopterpiloot, ‘maar als we dit niet heel precies doen, dan eindig je als een vlieg aan de verkeerde kant van de mepper, als je begrijpt wat ik bedoel.’

De vergelijking was beeldend genoeg. ‘Bedankt voor die heldere uitleg.’

De weg daalde naar de kust. Om benzine te sparen schakelde Juan de motor uit en liet de jeep door de zwaartekracht verder rollen. Hij keek steeds in het spiegeltje en na een paar seconden zag hij de koplampen van de jeep met de responsivisten weer opdoemen. Hij liet het koppelingspedaal opkomen om de motor weer te starten. De motor haperde en Cabrillo paste een truc van stockcarcoureurs toe: hij liet de jeep heen en weer zwenken, zodat de benzine in de tank klotste. Dat scheen te helpen, want de motor begon weer te ronken.

‘Juan, Eric heeft het uitgerekend,’ zei Adams. ‘Jij bent nog 870 meter van de brug verwijderd, dus je bent al te dichtbij. Je moet snelheid minderen tot tachtig kilometer per uur, anders lukt het niet.’

De andere jeep reed tachtig meter achter Juan en kwam snel dichterbij. De weg voor Juan was te recht om veel manoeuvres te maken en toen hij weer opzij zwenkte om geen gemakkelijk doelwit te zijn begon de motor weer te haperen. Hij vloekte.

‘Ik kom er nu aan. Zeg tegen Eric dat hij die ouwe schuit opjaagt en me oppikt.’

Juan reed Isthmia in, een typisch Griekse kustplaats. Hij rook de netten die te drogen hingen. De meeste gebouwen waren witgekalkt, en overal zag hij rode dakpannen. Aan veel gevels waren satellietschotels bevestigd, die als hightechchampignons oprezen. De hoofdstraat leidde naar een klein dorpsplein en Cabrillo zag de rongen waarmee de smalle brug over het kanaal in de diepte werd gesteund.

‘Oké, Voorzitter.’ Nu klonk Erics stem in Juans oordopje. ‘Je moet nu langzamer rijden. Precies 52 kilometer per uur, anders gaat het mis.’

‘Weet je dat zeker?’

‘Kwestie van goed rekenen. Wiskunde van de middelbare school,’ antwoordde Eric, alsof hij beledigd was. ‘Vertrouw me maar.’

Een geweerschot klonk achter Cabrillo. Hij had geen idee in welke richting de kogel was afgevuurd, maar hij moest Erics instructie wel opvolgen. Terwijl hij afremde ratelde een AK-47-machinegeweer. Hij hoorde de kogels inslaan in de carrosserie. Een kogel vloog zo rakelings langs zijn schouder dat de stof van zijn shirt bewoog.

De brug was nog vijftig meter verder en de responsivisten ongeveer even ver achter hem. Om de snelheid exact aan te houden vergde uiterste zelfbeheersing van Cabrillo. Zijn intuïtie spoorde hem aan plankgas te geven, om zo snel mogelijk weg te komen.

De reusachtige boeg van de Oregon doemde opeens op naast een hoog gebouw dat het zicht op het kanaal benam. Juan vond de Oregon mooier dan ooit.

En opeens schoof de romp over de brug, zoals bij de eerste brug ook was gebeurd. Het schip kwam omhoog, alsof de boeg over een ijsschots gleed. Met een oorverdovend kabaal bezweek de brug onder het gewicht van de grote romp en het schip viel krakend terug in het water, bijna zonder vaart te minderen.

Juan bleef recht naar de Oregon sturen, alsof hij de gepantserde flank wilde rammen. Zijn achtervolgers moesten wel denken dat hij zelfmoord wilde plegen.

Nog vijftien meter en hij voelde paniek opkomen. De timing was verkeerd. Hij zou tegen het schip botsen. Meer geweerschoten klonken achter hem. Iemand aan boord van de Oregon schoot terug: Juan zag de lichtflits bij de donkere romp.

Nog enkele seconden. Snelheid, richting, timing. Hij had gegokt en verloren. Juan wilde een ruk aan het stuur geven, toen hij opeens de gapende opening van de botenhangar in de flank van de Oregon zag. Binnen was de rode gloed van de verlichting in gevechtstoestand. De Oregon was perfect geballast, zodat de hellingbaan die gebruikt werd om de Zodiacs te lanceren iets lager was dan het wegdek.