Het werd tijd om in actie te komen.
De bewaker die achterop zat tikte op Cabrillo’s schouder en wees dat ze naar de achterkant van het slaapverblijf moesten rijden. Juan deed alsof hij gehoorzaamde en hij accelereerde op het vlakke terrein. Hij voelde de blikken van de andere bewakers op zich gericht, en daarom wachtte hij tot het laatste moment, voordat hij een ruk aan het stuur gaf. De ballonbanden sproeiden gruis op en als Juan zijn volle gewicht niet in de tegenovergestelde richting had geworpen was het voertuig weer gekanteld. Even later raasde de ATV weer op vier wielen in de richting van de bres in de muur en Juan gaf meer gas. Hij wrong de uzi uit de hand van de bewaker en stak het wapen in zijn broekriem. De bewaker was een seconde verbluft, maar hij herstelde zich snel. Hij sloeg zijn arm om Juans nek en probeerde Cabrillo’s luchtpijp dicht te drukken.
Juan hapte naar adem en probeerde uit alle macht lucht in zijn longen te zuigen, terwijl hij steeds sneller naar de gehavende muur stuurde. Het gat was rafelig en twee meter in doorsnee. Achter de bres lagen puin en gebroken cementblokken. Met een vaart van zeventig kilometer per uur stoof de ATV naar de opening, die nog vijftien meter voor hen was. Op dat moment sloegen er weer kogels in de muur. De responsivisten hadden de vluchtende quad gezien en ze dachten dat de twee mannen op het voertuig indringers op hun terrein waren. Schilfers cement en stof spatten van de muur, in het spervuur gericht op de ATV.
Juan hoorde de kogels aan alle kanten voorbijzoemen. Een patroon schampte zelfs zijn kunstbeen, maar dat negeerde hij en bleef strak gericht op het gat in de muur, al werd alles langzaam wazig voor zijn ogen. Zijn longen trokken krampachtig samen door het gebrek aan zuurstof, en de bewaker achterop zette nog meer kracht om hem te wurgen.
Kom op, sukkels! Schiet een keer raak!… dacht Juan, en door de dreigende bewusteloosheid leek hij in een steeds smallere tunnel te kijken.
Raak hem! Cabrillo wist dat het zijn laatste gedachte op deze aarde kon zijn.
Toen voelde hij opeens een harde schok, alsof hij met een hamer geraakt werd. De knellende greep van de bewaker verslapte. De man maakte een gorgelend geluid en hij zakte naar voren, bloedend uit zijn mond. De man was getroffen door eigen vuur van de responsivisten. Hij tuimelde van de ATV, toen Juan over het puin voor de opening reed. De dikke banden konden zonder probleem over de brokstukken rijden. De ATV schoot omhoog over de helling en door de opening. Juan moest bukken om niet onthoofd te worden. Aan de andere kant van de muur raasde hij verder, en zonder erbij na te denken ging hij staan om de schok van de landing te absorberen.
De zware Kawasaki stuiterde verend en Cabrillo werd bijna uit het zadel geworpen. Het oordopje van zijn radio raakte los en hing aan een draad op zijn borst. Hij klemde het stuur stevig vast en zoog weer lucht in zijn gemartelde longen. Zodra de ATV weer stabiel was stuurde hij opzij, in de richting van de kustweg naar Korinthe, achttien kilometer verder.
Hij reed net op de weg toen de eerste jeep door de vernielde toegangspoort raasde om hem te achtervolgen. Linda en de anderen hadden misschien een kilometer voorsprong. Dat was niet genoeg. Juan kon de voorwielaandrijving uitschakelen en daardoor kreeg de ATV meer vaart. Hij accelereerde over de weg en stoof langs de muur rond het complex.
De poort was twintig meter verder, zand en gruis werden opgeworpen door de wielen van de jeep die even later ook over het asfalt reed.
In de jeep zaten drie bewakers: de bestuurder en nog iemand voorin, en achterin stond een man die een AK-47 vasthield.
Juan had het voordeel van zijn snelheid en stoof naar de jeep, nog voordat de inzittenden beseften wat er gebeurde. Hij ging staan en voelde de wind in zijn ogen steken. Juan minderde vaart, zodat hij maar iets sneller reed dan de jeep en met de voorkant van de ATV botste hij tegen de achterkant van de jeep.
Door de klap werd Cabrillo over het stuur van de Kawasaki in de jeep gelanceerd en met zijn schouder raakte hij de bewaker die achterin stond. De man sloeg met zijn gezicht tegen de rolbar met een kracht die zijn tanden versplinterde. Hij sloeg zo ver dubbel dat zijn hielen zijn hoofd bijna raakten. Als de bewaker niet dood was, dan was hij in elk geval uitgeschakeld voor een gevecht. Met zijn kunstbeen haalde Juan uit naar het hoofd van de bewaker naast de bestuurder. Omdat de portieren van de jeep verwijderd waren kon de man niet verhinderen dat hij uit de auto werd geslingerd en hij tuimelde in de berm van de weg.
Cabrillo drukte de loop van de mini-uzi tegen het hoofd van de bestuurder, nog voordat de man besefte wat hem overkwam.
‘Springen, anders ben je er geweest. Aan jou de keus.’
De bestuurder gehoorzaamde niet. Hij trapte uit alle macht op de rem. De banden rookten en de achterkant van de jeep kwam bijna los van de weg. Juan sloeg tegen de voorruit, die meteen plat lag en hij schoof over de motorkap. Het ging zo snel dat hij geen kans had zich ergens aan vast te grijpen.