Max streek over zijn ogen toen de brug onder water verdween en alleen de schoorsteen en de antennes nog zichtbaar waren. Luchtbellen maakten het zeeoppervlak woelig naarmate steeds meer water in de grote romp drong.
Eric Stone was in het commandocentrum en hij bediende de zoeklichten van de wapensystemen. Hij richtte de felste schijnwerper op de schoorsteen van de Dawn. Het logo met de gouden munten was duidelijk te zien. De zee borrelde als een thermale bron en daarboven zweefde de Robinson-helikopter.
Max fluisterde Juans naam en hij sloeg een kruis toen de schoorsteen nog maar een halve meter boven het water uitstak. Op dat moment werd met grote kracht een hoeveelheid lucht uit de schoorsteen geblazen, en in de luchtstroom was iets geels te zien, alsof het uit een kanonsloop werd geschoten. Het gele ding steeg wel acht meter hoog in de lucht en maakte fladderende bewegingen, als een vogel die probeert weg te vliegen.
‘Wel allemachtig…’ Max kon zijn ogen niet geloven.
Het gele object was een van de isolerende pakken en fladderen deden Cabrillo’s armen, terwijl hij fietsende bewegingen met zijn benen maakte.
Juan beschreef een boog, weg van de schoorsteen over de reling, tot hij met een plons in zee belandde. De klap moest hem even verdoofd hebben, want hij bleef secondenlang bewegingloos tot hij begon te zwemmen, weg van het zinkende schip. Eric richtte een zoeklicht op Juan die naar de gekantelde reddingsboot zwom. Even later klauterde Juan op de romp van de reddingsboot en toen hij daar geknield zat maakte hij een buiging naar de Oregon.
Eric begroette hem met een triomfantelijke stoot op de scheepshoorn.
9
Dr. Huxley was zo geconcentreerd bezig dat ze niet hoorde dat Mark Murphy en Eric Stone het laboratorium van de ziekenboeg binnenkwamen. Al haar aandacht was gericht op wat ze kon zien door de sterke microscoop. Pas toen Murph zijn keel schraapte keek ze op van de monitor. Er was een frons op haar gezicht omdat ze gestoord werd, maar toen ze de grijns op de gezichten van beide mannen zag verdween haar ergernis meteen.
Achter hen lag haar patiënte, afgeschermd in een steriele glazen kubus waarin de lucht voortdurend werd afgezogen en via zuiveringsfilters en verhitting gereinigd werd. Juan zat onderuitgezakt in een stoel naast Jannikes bed. Hij had zijn isolerende pak nog aan. Julia wilde eerst zekerheid dat hij door contact met het water in de machinekamer nu geen drager was van de ziekteverwekker die de mannen en vrouwen aan boord van de Golden Dawn had gedood. Nu beschouwde ze hem nog als een besmettingsbron. De microscoop, met de geïnfecteerde weefselmonsters, werd ook in quarantaine gehouden en ze kon het materiaal alleen bekijken als ze beschermende kleding droeg of via een speciale computerverbinding.
‘Wat is er?’ vroeg ze.
‘We hebben de gegevens gecontroleerd,’ zei Murph gejaagd. Evenals Julia was hij meteen aan het werk gegaan en hij was nog gekleed in de bezwete kleren die hij onder zijn isolatiepak aanhad. Zijn lange haar plakte vettig aan zijn hoofdhuid. ‘De Voorzitter en dat meisje zijn zeker niet geïnfecteerd.’
Deze keer onderdrukte Julia haar ergernis niet. ‘Waar heb je het over?’
Murph en Eric zagen nu pas dat Jannike Dahl in de aangrenzende ruimte lag. ‘Waauw!’ zei Stone en hij keek bewonderend naar de jonge vrouw die in de isolerende kubus lag. Haar zwarte haren waaierden op het kussen rond haar bleke gezicht. ‘Wat een schoonheid!’
‘Vergeet het maar, Stoney,’ zei Murph snel. ‘Ik was erbij om haar te redden, dus vraag ik haar eerst om uit te gaan.’
‘Jij was steeds op de brug,’ protesteerde Stone. ‘Ik heb evenveel recht als jij.’
‘Heren,’ zei Julia bits. ‘Over jullie libido moet je het maar op de gang hebben. Vertel me liever waarom jullie hier zijn.’
‘O, sorry, dokter,’ zei Murphy schaapachtig, en nog snel even naar Janni kijkend. ‘Eric en ik hebben het scenario doorgerekend, en we weten dat geen van beiden besmet zijn. Wat de Voorzitter betreft hadden we de resultaten al twintig minuten geleden, en de uitslag voor dat meisje hebben we nu ook.’
‘Moet ik jullie eraan herinneren dat het hier om wetenschap gaat, biologie om precies te zijn, en niet een of ander computerprogramma dat een getallenbrij uitspuugt?’
De twee keken gekwetst.
Eric zei: ‘Maar jij weet toch wel dat alle wetenschap algebra is? Biologie is niets anders dan toegepaste scheikunde en scheikunde is niets meer dan toegepaste natuurkunde, omdat met de sterke en zwakke krachten uit de fysica atomen worden gevormd. En natuurkunde is een wiskundige beschrijving van de echte wereld.’
Hij zei het heel ernstig en Julia begreep dat haar jonge patiënte niets van hem te vrezen had. Eric was ook niet onaantrekkelijk, maar hij was wel zo verlegen dat ze zich niet kon voorstellen hoe hij de moed kon verzamelen om met haar te praten. En achter Mark Murphy’s uiterlijk als skater-punk met een vlassig baardje klopte het hart van een fanatieke computernerd.