Eddie keek naar de rommel die overal in het water dreef: handdoeken, reddingsvesten, flacons zonnebrandcrème en thermosflessen. Die koffer terugvinden kon wel uren duren, en als het ding al naar buiten was gespoeld zonk het naar de zeebodem, drieduizend meter diep onder het schip.
‘Daar is geen tijd voor,’ zei hij.
‘Eddie, we hebben die weefselmonsters echt nodig!’
Hij gaf geen antwoord, maar trok haar mee naar de wenkende deuropening.
Door het instromende water was het zwaartepunt van de Golden Dawn verplaatst en het cruiseschip begon sterker over te hellen. De romp dreigde te breken onder de druk en dicht bij de kiel begon het staal al te scheuren. Het naargeestige geluid weergalmde over de oceaan, als het gezang van walvissen.
Julia en Eddie trokken Jannike door de opening. Zodra ze vrij van het schip waren draaide Eddie de ventielen van zijn zuurstoftank verder open en hij schoot meteen naar de oppervlakte.
De Oregon lag dichtbij en het schip was felverlicht. Zoeklichten priemden door de duisternis, bewegend over het dek van de Dawn en langs de waterlijn. De opblaasbare Zodiac die bij de garage voor de jetski’s vastgebonden was dobberde langszij. De lijnen stonden strak en de boeg van het bootje werd al onder water getrokken door het zinkende cruiseschip. Een lichtbundel vanaf de Oregon zwenkte over het drietal en bewoog weer terug naar hen. Julia en Jannike wuifden in het felle licht. De sterke lamp werd kort gedoofd, om te bevestigen dat ze gezien waren.
De Robinson-helikopter vloog ronkend over het cruiseschip. George Adams liet het toestel stilhangen om te zien of ze ongedeerd waren en daarna vloog hij weer weg, zodat ze niet langer geteisterd werden door de neerwaartse orkaan die door de grote rotor veroorzaakt werd. Eddie liet zich aan boord van de Zodiac rollen en hij hielp Julia en Janni instappen. Een paar seconden later had hij de buitenboordmotor gestart en de kleine boot stoof over het water naar de Oregon. De deur halverwege de romp in de scheepswand stond open en een aantal bemanningsleden in beschermende kleding stond klaar met spuitflessen bleekwater om de pakken van het drietal te ontsmetten.
Eddie liet de Zodiac langszij stilliggen. De radiozenders in hun pakken waren defect geraakt door de langdurige onderdompeling in het zeewater, maar iedereen begreep wat er moest gebeuren. Er werden borstels in de Zodiac gegooid en met het bleekwater gespoten. Eddie en Julia ontsmetten eerst het pak van Janni en daarna elkaar. Ze controleerden grondig of elke vierkante centimeter van het materiaal grondig behandeld werd. Toen ze klaar waren klotste een centimeters hoge laag bleekwater boven de vlonders van de Zodiac.
Julia was ervan overtuigd dat ze helemaal ontsmet waren en ze trok de tape los van de rits om zich zo snel mogelijk te ontdoen van het benauwde pak. De warme vochtige buitenlucht voelde verfrissend aan. ‘God, wat is dit een heerlijk gevoel!’
‘Zeg dat wel,’ beaamde Eddie. Hij had zijn pak ook uitgetrokken en liet het achter in de Zodiac.
Jannike was nog in haar beschermende pak gehuld en hij leidde haar naar de met teflon beklede hellingbaan die gebruikt werd om de snelle marinierssloep vanaf de Oregon te lanceren. Julia nam het over van Eddie. Ze zou Jannike naar de ziekenboeg brengen en een aantal tests uitvoeren om te bepalen of het meisje besmet was. Pas daarna mocht Janni in contact komen met de andere bemanningsleden.
Max Hanley kwam erbij toen Eddie bezig was de Zodiac tot zinken te brengen. Aan zijn gezicht kon Eddie zien dat niet iedereen weer in veiligheid was, zoals hij en Julia. ‘Wat is er gebeurd?’ vroeg hij.
‘Mark is veilig aan boord van de Robinson, maar we hebben geen contact meer met de Voorzitter.’
‘Verdomme! Dan ga ik terug! Juan is ergens in de machinekamer.’
‘Kijk dan.’ Max wees naar het zinkende cruiseschip. Toen de kiel gescheurd was stroomde het water met veel meer kracht in de romp. ‘Daar is geen tijd voor.’
‘Max, het gaat om Juan! Allemachtig!’
‘Alsof ik dat niet weet.’ Hanley had moeite zijn emoties te beheersen.
Het was duidelijk dat dit de laatste minuten van de Golden Dawn waren. De rijen patrijspoorten in de romp waren al onder water verdwenen en door de gebroken kiel was het middenschip lager dan de boeg en de achtersteven. De twee mannen keken zwijgend naar het zinkende schip.
De lucht in de romp begon sissend te ontsnappen. Vensters braken in stukken en deuren werden uit de scharnieren geslagen door de enorme druk. De zee spoelde al over de reling en bereikte het bovendek, te midden van schuimende fonteinen. Het leek wel of de Golden Dawn in kokend water gedompeld werd.
Toen de zee ter hoogte van de brug van de Dawn was gekomen versplinterden de ruiten in het stuurhuis. Overal rond het schip dreven spullen: veel dekstoelen, een van de reddingsboten was losgeraakt van de davits en dobberde ondersteboven op de golven.