Juan had een walkie-talkie in zijn hand en bracht het toestel naar zijn mond.
‘Eric, je moet ons ballasten tot vijftien voet. Ik wil dat ons dek nog wat dichterbij komt.’
Het verzoek werd bevestigd en even later begonnen de pompen te werken, zodat de Oregon steeds dieper in het water lag.
‘Dekmatrozen, hang de stootwillen uit.’ Het bevel van Juan veroorzaakte veel bedrijvigheid en de mannen lieten dikke rubberen stootkussens tot net boven de waterlijn zakken. Anders dan de oude truckbanden die ze in de havens gebruikten, waren dit moderne veerkrachtige stootkussens.
De Tallahassee kwam nog meer omhoog en de rode gloed van de verlichting was zichtbaar voor de toren. Daar was het dekluik voor de vierentwintig Mk-48-ADCAP-torpedo’s die het vaartuig kon bergen. Voor deze missie was een kleiner aantal aan boord, om plaats te hebben voor de Iraanse rakettorpedo, die nog aan dek van de Oregon op een rijdend onderstel lag. Een waterdicht doosje met daarin de afgetapte computerbestanden waren aan de torpedo vastgemaakt.
Cabrillo drukte weer op de zendknop van zijn walkietalkie. ‘Oké, roerganger: schuif ons dichterbij. De straalbuizen op 25 procent vermogen.’
‘Vijfentwintig, begrepen.’
De Oregon begon naar de wachtende onderzeeboot te bewegen, langzaam, zodat er geen deining ontstond bij de Tallahassee. Enkele officieren keken met nachtkijkers toe vanaf de toren.
‘Rustig aan, Stone,’ waarschuwde Juan, scherp naar de tussenruimte kijkend. Hij had veel ervaring met deze manoeuvre. De schepen waren elkaar tot op acht meter genaderd. ‘Heel goed. Nu 10 procent vermogen in de andere richting.’
Water kolkte uit de straalbuizen zodat Eric de Oregon afremde op drie meter afstand van de onderzeeboot.
‘Ja, blijf in deze positie, alsjeblieft,’ zei Juan via de beveiligde zendfrequentie van de walkietalkie.
‘Dat was een mooi staaltje stuurmanskunst,’ klonk een stem van de toren van de Tallahassee.
‘Bedankt,’ antwoordde Juan. ‘Zijn jullie klaar om een pakketje over te nemen?’
‘Ik dacht dat we twee pakketten zouden krijgen?’ zei de commandant van de onderzeeboot.
‘Er is een kleine wijziging, als gevolg van een opruimactie vanochtend in de Golf van Oman.’
‘En hoe verliep die?’
‘Perfect.’
‘Mooi zo. Wij zijn helemaal klaar. Onze onzichtbaarheid voor de satellieten is over vier minuten en veertig seconden voorbij.’
Juan keerde zich naar de kraandrijver die bij de bedieningshendels van de dekkraan stond. Hoewel de kraan er gevaarlijk wankel uitzag, was het apparaat in staat een last van zeventig ton te verplaatsen. De hijskabel werd langzaam strakgetrokken en even later zweefde de torpedo boven het dek. Andere dekmatrozen stonden erbij en hielden lijnen vast waarmee de grote torpedo rechtgehouden werd. De lange boom van de kraan zwaaide naar de wachtende onderzeeboot waar matrozen klaarstonden om de rakettorpedo te ontvangen.
Een van de zeelui hielp de kraandrijver met handgebaren die overal ter wereld worden begrepen: hij draaide met zijn vinger in de lucht zodat er meer kabel werd gevierd, tot het wapen de wachtende handen bereikte. De torpedo werd gezekerd en losgemaakt van het rijdende onderstel. Na het sein dat de torpedo los was kon de kraanarm weer terugzwenken. De torpedo verdween onder dek en het grote dekluik werd weer gesloten.
‘Zet de kraan weer vast,’ commandeerde Juan en daarna zei hij via de walkietalkie tegen Eric Stone: ‘Roerganger, vergroot de afstand met twintig procent vermogen en pomp de ballasttanks leeg. Maak het schip klaar voor snel varen en verleg de koers dan naar Karachi.’
‘Ik dacht dat we naar Monaco zouden varen?’ vroeg Mark Murphy. Aan zijn stem was te horen dat hij zich had verheugd op een paar weken passagieren in het kleine vorstendom aan de Rivièra. Maurice had verteld dat Murph zelfs om een smoking had gevraagd, zodat hij zich als James Bond kon gedragen in het befaamde casino.
‘Maak je geen zorgen,’ stelde Juan hem gerust. ‘Daar ga je ook naartoe. Max en ik hebben andere plannen.’
Hali Kasim had iets te melden. ‘Radarcontact, Juan. Zojuist te zien, op honderd mijl afstand en varend in oostelijke richting.’
‘Blijf het volgen en hou me op de hoogte.’ Juan hield zijn handen bij zijn mond om naar de commandant van de Tallahassee te roepen, terwijl de afstand tussen beide schepen snel groter werd. ‘We hebben zojuist een stip op de radar gezien, ten oosten van ons en tamelijk ver, maar ik denk dat jullie beter je verdwijntruc kunnen vertonen, net als Houdini.’
‘Begrepen, en bedankt,’ antwoordde de commandant wuivend. ‘We hebben dat ook al gezien. Naar de sonar te oordelen is het een verlaten schip, en we hebben ook geen radioberichten of actieve radar opgevangen. Zelfs geen automatisch noodsein. Wij kunnen dit niet nader onderzoeken, maar jullie misschien wel. Als het inderdaad een verlaten schip is, dan kan dat een flink bergloon opleveren.’