‘Daarom heb ik dit ook aan jou verteld. Max kan dit niet alleen oplossen.’ Julia was duidelijk opgelucht, al had ze er niet aan getwijfeld dat Juan zijn beste vriend zou helpen.
‘Bedankt, Hux. Max zal door zijn koppigheid nog wel eens in de problemen komen, maar deze keer zal dat niet gebeuren.’
Anderhalf uur later had Juan Cabrillo gedoucht en daarna stapte hij het commandocentrum binnen. Stone en Murphy waren op hun plek bij de stuurstand en de vuurleiding. Hali zat in de radiohoek en Linda Ross bewaakte de sonarapparatuur. Anders dan tijdens de ontsnapping uit Bandar Abbas heerste er nu een ontspannen sfeer in de ruimte. De overgebleven rakettorpedo afleveren was een eenvoudige klus. Maar toen Max een paar minuten later ook binnenkwam leek het opeens killer te worden. Hij liep zonder iets te zeggen naar zijn bedieningspaneel.
Juan schoof zijn stoel naar achteren en liep naar Max.
‘Ik wil het niet horen,’ zei Hanley, zonder op te kijken.
‘We zetten koers naar Pakistan, zodra we hier klaar zijn en ik zal iemand vragen vliegtickets te regelen. Morgenochtend gaan wij samen overleggen wat de volgende stap is.’ Max keek even op naar Cabrillo en hij wilde protesteren. Maar Juan stak bezwerend zijn hand op. ‘Onze volgende missie is eenvoudig afluisterwerk. Dat kunnen Linda en Eddie ook wel zonder ons.’
‘Dit is niet jouw probleem,’ zei Max.
‘Dat dacht jij. Iemand heeft jouw zoon gekidnapt, en voor mij is dat alsof een van mijn eigen kinderen ontvoerd is. En als dat het geval was, dan zou ik toch ook rekenen op jouw hulp?’
Max zweeg even voordat hij antwoordde. ‘Bedankt, Juan.’
‘Geen dank.’ Juan liep terug naar zijn stoel. ‘Linda, heb je nieuws?’
‘Nee, maar we zijn er pas over twintig minuten.’
‘Oké. Max, is alles bij jou onder controle?’
‘Die torpedo ligt in de takels aan dek, en een kraandrijver staat klaar om te hijsen.’
‘Hali, zie jij iets op de radar of hoor je radioverkeer?’
‘Nee. We zijn nu op de meest verlaten plek van de Indische Oceaan. Ik heb al acht uur niets van andere schepen gehoord.’
Het rendez-vous zou plaatsvinden op grote afstand van de gewone scheepvaartroutes, om te voorkomen dat ze opgemerkt werden door tankers of koopvaardijschepen. In dit zeegebied was ook weinig te vangen voor vissersschuiten. Het tijdstip van de ontmoeting viel samen met een blinde plek voor de satellieten, voor het geval iemand vanuit de hemel wilde loeren.
Vijftien minuten verstreken traag, voordat Linda uitriep: ‘Contact! Ik hoor scheepsmotoren, bijna recht onder ons, op een diepte van 130 meter. En er worden ballasttanks leeggepompt.’ Ze bewerkte de opgevangen geluiden met een computerprogramma om een vergelijking te maken met een opname die Overholt haar had gegeven. ‘Ja, ik weet het zeker. Onder ons vaart de USS Tallahassee, en die komt naar boven.’
‘Dat is mooi,’ zei Juan. ‘Roerganger, hou koers, want als je die onderzeeboot raakt, dan moet je betalen.’
Weer verstreken enkele minuten terwijl de snelle onderzeeboot van de Los Angeles Klasse uit de diepte naar boven kwam, zo langzaam dat het vaartuig bijna onhoorbaar was. Eric Stone had zijn monitor gesplitst in twee schermen, zodat hij de sonarbeelden kon zien en ook gps-coördinaten van de Oregon, om zeker te zijn dat de onderzeeboot niet tegen de romp zou stoten. Het was de verantwoordelijkheid van de bemanning in de Tallahassee om op gelijke afstand van de Oregon te blijven en de bewegingen te volgen.
‘Honderdvijftig,’ zei Linda. ‘Die boot komt steeds langzamer omhoog. Nog langzamer… De diepte blijft honderd.’
‘Ze varen op ongeveer tweehonderd meter aan bakboord,’ meldde Eric.
‘Manoeuvreer wat dichterbij, tot we op vijftig meter afstand zijn,’ zei Juan.
Eric activeerde de straalbuizen in de boeg en in het achterschip, zodat de elfduizend ton zware Oregon zijdelings door het water bewoog en precies in de juiste positie kwam, die vervolgens door een computersysteem werd bewaakt.
‘Ja, die boot komt weer naar boven. Tien voet per minuut.’
‘Mooi zo. Jij kunt contact maken.’
‘Oké, ik maak contact,’ herhaalde Linda. Juan kwam uit zijn stoel en hij liep naar de liftdeur aan de achterkant van het commandocentrum. Max voegde zich bij hem en samen stegen ze op naar de brug van de Oregon. Zodra de liftdeur open was konden ze de nachtelijke zeelucht ruiken.
Op de haveloze brug was het aardedonker, maar beide mannen waren zo vertrouwd met hun schip dat ze geen licht nodig hadden om de weg te vinden naar de trap die naar het hoofddek leidde. Buiten straalden de sterren fel, omdat de maan nog niet was opgekomen.
Het inktzwarte zeewater aan bakboord werd onrustig toen de honderd meter lange onderzeeboot aan de oppervlakte kwam. Eerst dook de toren op en daarna kwam de grote romp uit het water. Het roer werd ook zichtbaar. Het vaartuig kwam zo traag en recht aan de oppervlakte dat er nauwelijks golven ontstonden. Het silhouet was dreigend, als van een zeemonster.