‘En vragen ze ook hulp van schepen in de buurt?’
‘Nee, en dat zullen ze denk ik niet doen.’
‘Mee eens. Zonder waarschuwing op koopvaardijschepen schieten is een schending van wel vijftig internationale verdragen.’
‘En wat wij deden, daar in Bandar Abbas? Mag dat wel?’ vroeg Max plagend.
‘Ach, dat was een kleine overtreding,’ zei Cabrillo schamper. ‘Daar staat een boete of een kleine taakstraf op.’
Op dat moment vlogen de twee S-3B’s van het Amerikaanse vliegdekschip over de Oregon, op amper dertig meter hoogte en de toestellen raasden over de Kilo. De matrozen lieten zich plat op het dek vallen en hun uniformen fladderden in de straalstroom.
‘Voorzitter, de piloot van de voorste Viking wil je spreken,’ zei Hali. ‘En van dat vliegdekschip heb ik een officieel verzoek dat we op deze positie blijven liggen. Dat bericht komt van commandant Charles Martin, aan boord van de George Washington.’
‘Verbind hem door,’ zei Juan. Hij zette een hoofdtelefoon op en verstelde de microfoon. ‘Dit is Juan Cabrillo, gezagvoerder van de Oregon. Wat kan ik voor u doen, commandant?’
‘Kapitein Cabrillo, wij willen onze mensen bij u aan boord brengen om de bemanning te informeren na wat er zojuist gebeurd is. De gezagvoerders van de Saga en de Aggie Johnston hebben daar al mee ingestemd. Een helikopter kan binnen twintig minuten bij u zijn. Het fregat Port Royal is over twee uur hier, als er geen heli bij u op het dek kan landen.’
‘Met alle respect, commandant Martin, maar mijn bemanning heeft niets gezien. Zelf lag ik te slapen, en de man die wacht liep is blind aan een oog, en met zijn andere oog ziet hij erg slecht.’
De stem van Martin klonk bitser. ‘Kapitein, ik moet u eraan herinneren dat marine van de coalitie die hier opereert het recht heeft elk schip te inspecteren in de Perzische Golf. Ik vraag het u uit beleefdheid, maar het is in wezen een bevel. Uw schip blijft stilliggen op de plek waar u nu bent en u bereidt alles voor om ons aan boord te laten komen.’
Juan begreep dat de marine jacht maakte op terroristen die de Golf gebruiken als route om wapens en strijders aan te voeren, maar hij zou de Oregon niet laten inspecteren. Corrupte havenautoriteiten waren gemakkelijk te beïnvloeden zodat ze afzagen van een inspectie, maar dat was anders met de Amerikaanse marine.
‘Kunt u even aan de lijn blijven?’ Juan dekte de microfoon af en riep Hali Kasim. ‘Neem contact op met Overholt. Zeg tegen hem wat hier aan de hand is en hij moet regelen dat deze kerels ons met rust laten. Eric, verleg de koers weer naar 105 graden en breng de snelheid naar 18 knopen.’ Juan haalde zijn hand weer van de microfoon. ‘Sorry voor de onderbreking, commandant. We kunnen geen helikopter laten landen op de Oregon, dus u moet die enterploeg van de Port Royal laten komen.’
‘Uitstekend, kapitein. Wij zullen om elf uur aan boord komen.’
‘We zullen het licht laten branden,’ beloofde Juan en hij verbrak de verbinding. Hij keek om zich heen in het commandocentrum. ‘Iemand zin in een weddenschap? Degene die er dichtbij is krijgt twintig dollar.’
De bemanning wist meteen wat Cabrillo bedoelde.
‘Ze bellen binnen tien minuten weer terug,’ meende Hali.
‘Vijf minuten,’ gokte Linda.
‘Voorlopig hebben ze hun handen vol,’ oordeelde Mark Murphy. ‘Het eerste halfuur zal hij niet in de gaten hebben dat wij ervandoor gaan.’
‘Ik denk hetzelfde als Linda: vijf minuten. Dan delen we die twintig dollar.’
Juan keek naar Max Hanley. ‘En wat gok jij?’
Max staarde even naar de geluiddempende tegels op het plafond en keek toen weer naar de Voorzitter. ‘Ze bellen nu meteen.’
‘Allemachtig,’ riep Hali uit. ‘Hij heeft gelijk, er is weer een oproep.’
‘Verbind maar door,’ zei Cabrillo.
‘Kapitein Cabrillo, beschouw dit als een laatste waarschuwing,’ zei commandant Martin. Juan kon horen dat de marineman met opeengeklemde kaken tegen hem sprak. ‘Als u niet onmiddellijk stilhoudt, dan geef ik opdracht aan de Vikings in de lucht om uw schip onder vuur te nemen.’
Cabrillo twijfelde er niet aan dat Martin serieus was. Maar hij kreeg er ook genoeg van met de man te praten. ‘Commandant, een Iraanse onderzeeboot heeft zojuist een torpedo afgevuurd op een volgeladen supertanker. Ik blijf hier niet wachten tot ze ons aanvallen. En ik ben al buiten het gebied waar u iets te zeggen heeft voordat we geënterd worden. Daar kunt u weinig aan veranderen.’
‘U zult…’ De stem van Martin viel weg. Dertig seconden later kwam hij weer aan de lijn. Juan wist niet precies wat de ondertoon in de stem van de marinecommandant was: ontzag? Angst? Respect? Of een combinatie van die drie? ‘Kapitein, u bent vrij om dit zeegebied te verlaten.’