Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(22)

By:Clive Cussler


‘Nee, helaas niet,’ zei de arts.

De deur van de kleine ziekenboeg werd geopend en even later kwamen Elsa en Karin, de twee beste vriendinnen van Janni binnen, een wolk parfum meevoerend. Ze kwamen uit München, waren een paar jaar ouder dan Janni en werkten al drie jaar bij de cruisemaatschappij. Elsa werkte in de banketbakkerij en Karin werkte in dezelfde ploeg als Jannike. Ze hadden zich helemaal opgedoft. Karin droeg een zwarte jurk met spaghettibandjes, waardoor haar forse boezem benadrukt werd, en Elsa was gekleed in een strakke zomerjurk. Aan de gladde stof was te zien dat ze er niets onder droeg. De twee waren zwaar opgemaakt en ze giechelden veel.

‘Hoe voel jij je?’ vroeg Elsa, terwijl ze op de rand van Janni’s bed ging zitten, Passman negerend.

‘Jaloers.’

‘Ben je niet fit genoeg om naar het feest te komen?’ Karin keek verwijtend naar de arts, alsof het zijn schuld was dat Janni astma had.

Janni streek het vochtige haar van haar voorhoofd. ‘Zelfs al was ik dat wel, dan heb ik toch geen kans als ik zie hoe jullie gekleed zijn.’

‘Denk je dat Michael dit leuk vindt?’ vroeg Karin en ze maakte een pirouette.

‘Hij smelt meteen voor je,’ wist Elsa.

‘Weten jullie zeker dat hij komt?’ vroeg Janni belangstellend, ondanks de benauwende pijn in haar borst. Michael was een passagier en hij zat altijd aan een van de tafeltjes die ze bedienden. Hij kwam uit Californië, was blond, had blauwe ogen en een gespierd lichaam. Al het vrouwelijke personeel was het erover eens dat hij de knapste man aan boord was. Janni wist ook dat Karin en Michael meer dan eens met elkaar een afspraakje hadden.

Karin trok haar jurk recht. ‘Dat heeft hij me zelf verteld.’

Passman mengde zich in het gesprek. ‘Jullie vinden het geen probleem dat hij een responsivist is?’

Ze keek de arts even hooghartig aan. ‘Ik ben opgegroeid met vier broers en drie zussen. Dus geen kinderen willen is nog niet zo’n slecht idee.’

‘Responsivisme is wel wat meer dan voor kinderloosheid kiezen,’ merkte Passman op.

Karin vatte het als een belediging op dat ze niet zou weten wat de overtuiging was van de groep die het schip gecharterd had. ‘Ja, ze willen de mensheid ook helpen door geboortebeperking voor miljoenen vrouwen in de derde wereld mogelijk te maken en zo de overbevolking te verminderen. Toen dr. Lydell Cooper de beweging in de jaren zeventig begon waren er drie miljard mensen op de wereld. Vandaag zijn het er twee keer zoveel – zes miljard – en de groei neemt niet af. Er waren nooit eerder zoveel mensen op deze aarde.’

‘Ik heb die informatiepanelen aan boord ook gezien,’ zei Passman onbewogen. ‘Maar vind je niet dat responsivisme verdergaat dan maatschappelijk bewustzijn? Als een vrouw deelnemer wil worden, dan moet ze haar eileiders laten afbinden. Dat klinkt toch eerder als een soort sekte.’

‘Volgens Michael krijgt hij van iedereen aldoor zulke verwijten.’ Karin vond dat ze de overtuiging van haar nieuwe vlam koppig moest verdedigen. ‘U kent niet alle feiten, en daarom mag u zijn overtuiging niet wegwuiven.’

‘Ja, maar je begrijpt toch wel dat…’ Passman maakte zijn zin niet af. Hij besefte dat zijn argumenten toch geen indruk zouden maken op deze twintigjarige met heftig opspelende hormonen. ‘Ik denk dat jullie Janni nu beter met rust laten. Later kunnen jullie over het feest vertellen,’ Hij liep weg van Janni’s bed.

‘Je bent toch gauw weer helemaal fit, Schnuckiputzi?’ zei Elsa en raakte Janni’s smalle schouder aan.

‘Zeker weten. Veel plezier vanavond, en morgen wil ik alle ranzige details horen.’

‘Nette meisjes laten zich niet kussen,’ grinnikte Karin.

‘Nou, dan moeten jullie vanavond maar niet zo keurig zijn.’

De twee Duitse meisjes verlieten de ziekenboeg, maar een ogenblik later keerde Karin weer terug en ze ging bij het hoofdeinde van het bed staan. ‘Ik wil je nog even vertellen dat ik het ga doen.’

Janni begreep meteen wat ze bedoelde. Ze wist dat Michael meer dan een vluchtige verliefdheid voor Karin was en dat hij afgezien van een beetje zoenen met Karin ook urenlang over zijn overtuigingen had gepraat met haar.

‘Karin, dat is een veel te grote stap. Je kent hem niet goed genoeg.’

‘Ik heb nooit kinderen gewild, dus wat maakt het uit of mijn eierstokken nu afgebonden worden, of over een paar jaar.’

‘Je moet je niet door hem laten overhalen,’ zei Janni zo stellig als haar verzwakte lichaam toestond. Karin was aardig, maar ze had niet bepaald een sterk karakter.

‘Hij heeft me niet overgehaald,’ zei ze iets te snel. ‘Ik heb er zelf al lang over nagedacht. Ik wil niet afgeleefd zijn op mijn dertigste, zoals mijn moeder. Die is nu vijfenveertig, maar ze lijkt wel zeventig. Nee hoor, dank je. En trouwens,’ zei ze met een brede glimlach op haar gezicht, ‘er gebeurt toch niets voordat we in Griekenland arriveren.’