‘Het is ook mogelijk dat ze het virus loslaten zodra ze iets via die ELF-zender opvangen,’ zei Hali.
Het zweet stond in Juans handpalmen. De gedachte dat ze te laat waren was ondraaglijk. Hij veegde zijn handen af aan zijn broekspijpen. Hij kon verder niets doen en alleen afwachten.
En hij haatte wachten.
Linda en Mark dwaalden in hun gebruikelijke uniform over de lagere dekken van de Golden Sky, en ze probeerden zich te herinneren waar de wasserij was. Er liep maar weinig personeel door de gangen en omdat iedereen zich ziek voelde werd er niet gelet op twee onbekende gezichten.
Het zoemende geluid van de centrifuges leidde hen naar hun doel. Stoom wolkte op in de schemerig verlichte ruimte. Geen van de Chinese wasserijmedewerkers keek op van zijn werk toen het tweetal binnenkwam.
Een man die ze niet gezien hadden omdat hij opzij van de deur stond, greep Linda’s arm stevig vast.
Ze probeerde haar arm los te rukken. Mark herkende de man: hij was een van de twee kerels die met Zelimir in de helikopter zat.
‘Wat doe jij hier?’ vroeg de man bars.
Max besefte dat hij had kunnen weten dat hier bewaking was. Hij wilde tussenbeide komen, maar de man trok een pistool en drukte de loop tegen Linda’s slaap.
‘Nog één stap en ze is er geweest.’
Het wasserijpersoneel begreep wat er gebeurde maar onderbrak het werk niet. Wasgoed werd opgevouwen en overhemden werden gestreken.
‘Rustig aan,’ zei Mark en hij deed een paar passen achteruit. ‘Wij hebben opdracht hier een kapotte broekenpers te repareren.’
‘Laat je pasje zien.’
Mark plukte zijn badge van zijn overall. Kevin Nixon wist niet precies wat het ontwerp van de personeelspasjes was, maar hij had een fraaie imitatie gemaakt en hij betwijfelde of het verschil met een originele badge te zien was. ‘Kijk maar. Ik ben Mark Murphy.’
Opeens verscheen Zelimir en zijn grote gestalte vulde de hele deuropening.
‘Wat heeft dit te betekenen?’
‘Deze twee beweren dat ze hier iets moeten repareren.’
De Serviër haalde een pistool uit de binnenzak van zijn windjack.
‘Ik heb de kapitein uitdrukkelijk gezegd dat niemand behalve het wasserijpersoneel hier naar binnen mag. Wie ben jij?’
‘Het is afgelopen, Zelimir,’ zei Linda en haar stem klonk ijzig. Ze merkte dat hij schrok toen hij zijn naam hoorde noemen. ‘Wij weten alles over dat virus en hoe het verspreid wordt via de wasmachines op de cruiseschepen. Op dit moment worden jouw handlangers overal ter wereld gearresteerd. De apparaten om het virus te verspreiden worden verwijderd. Geef het op, dan heb je een kans ooit nog buiten de gevangenis te komen.’
‘Dat betwijfel ik. Zelimir is niet mijn echte naam,’ Hij noemde een andere naam die veel in het nieuws was tijdens de oorlog in Joegoslavië. Het was de naam van een grote massamoordenaar in dat conflict. ‘Daarom geloof ik niet dat ik ooit word vrijgelaten uit een gevangenis.’
‘Ben jij echt totaal krankzinnig?’ vroeg Mark. ‘Ben jij bereid te sterven voor dat bizarre ideaal? Ik was aan boord van de Golden Dawn. Ik heb gezien wat de uitwerking is van dat virus op mensen. Je bent een monster.’
‘Als je dat denkt, dan weet je niet alles. Ik denk eerder dat jullie bluffen. Het virus dat aanwezig is in die wasmachines is niet hetzelfde dat verspreid werd op de Golden Dawn. Het is niet dodelijk, en wij zijn geen monsters.’
‘Je geeft dus toe dat er achthonderd mensen vermoord zijn?’
Zelimir grijnsde. ‘Dr. Lydell is geen monster. Het virus dat wij zullen verspreiden veroorzaakt alleen koorts, maar er is wel een bijwerking. Onvruchtbaarheid. Over enkele maanden zal de helft van de wereldbevolking beseffen dat ze geen kinderen kunnen baren.’
Linda werd misselijk en Mark werd duizelig toen hij besefte hoe verderfelijk het plan van de responsivisten was.
‘Dat mag niet gebeuren!’ riep Linda.
Zelimir bracht zijn gezicht heel dicht bij het hare. ‘Het is al gebeurd.’
De bewakers die op het eiland Eos speurden onderbraken hun werk en keken naar boven. Wat eerst een opvallend heldere ster leek groeide snel in omvang en felheid, tot de hele hemel verlicht werd. En wat eerst een vage ongerustheid was veranderde in blinde paniek toen het felle licht recht naar het eiland raasde. Ze renden weg, want dat doen mensen intuïtief als er gevaar dreigt, maar er was geen ontsnapping mogelijk.
In de zendruimte tikte Thom Severance ongeduldig met zijn voet tegen een tafelpoot terwijl hij naar een monitor keek waarop te zien was hoe het ELF-signaal tergend langzaam uitgezonden werd over de wereld. Over enkele minuten zou het gedaan zijn. Het eerste virus zou uit de vacuümtanks naar de wasmachines stromen en de lakens, handdoeken en servetten besmetten.