‘Dat ellendige stof is een ramp voor de vliegtuigen,’ mopperde de man. ‘Jij bent zeker Eric Stone? Ik ben Jack Taggart.’
‘Het is een eer kennis met u te maken, kolonel,’ zei Eric met bewondering in zijn stem. ‘Ik heb over u gelezen, toen ik nog op school zat.’
Taggart was in de zestig, hij had een verweerd gezicht en helderblauwe ogen. Hij was een stoere verschijning, als de ideale cowboy, met een stevige kaak en een lichte stoppelbaard. Hij was gekleed in jeans, een pilotenshirt en daarover een windjack, ondanks de hitte. Zijn handdruk was als van ijzer en op zijn baseballpet stond het logo van de Space Shuttle-missies. Taggart was toen gezagvoerder van de Space Shuttle.
‘Ben je klaar voor de kermisrit van je leven?’ vroeg Taggart, terwijl hij de anderen voorging naar zijn kantoortje in een hoek van de hangar. Taggart sprak met een Texaans accent.
Eric grijnsde. ‘Jazeker!’
Er stonden twee mannen in het kantoor. Eric herkende een van hen meteen aan zijn bakkebaarden: de legendarische vliegtuigontwerper Rick Butterfield. De andere man was lang, met een aristocratische uitstraling en wit haar. Hij was gekleed in een driedelig kostuum, als een bankier. Eric schatte zijn leeftijd ergens achter in de zeventig.
‘Mr. Stone,’ zei de man en hij stak zijn hand uit. ‘Het komt maar zelden voor dat ik teamleden van Juan ontmoet.’
‘Bent u Langston Overholt?’ vroeg Eric met ontzag.
‘Inderdaad, dat ben ik. Maar denk erom, je hebt mij nooit ontmoet, en dat zal waarschijnlijk ook nooit gebeuren. Is dat duidelijk?’
Eric knikte.
‘Ik had niet hierheen moeten komen, want dit is uiteindelijk een zaak tussen de Corporatie en het bedrijf van Butterfield.’
‘Daar had ik nooit mee ingestemd als je niet dreigde mijn certificaties voor de FAA en NASA in te trekken,’ merkte Butterfield op.
Overholt keek hem aan. ‘Rick, dat was geen dreigement, alleen een vriendelijke herinnering dat jouw vliegtuig officieel nog niet luchtwaardig is. Dankzij mij kan veel bureaucratische rompslomp achterwege blijven.’
‘Maak het mij liever niet moeilijk.’
‘Dat ik een tijdelijk certificaat van luchtwaardigheid heb geregeld voor deze vlucht lijkt me een duidelijk bewijs van wat ik voor jou kan doen.’
Butterfield bleef stuurs kijken maar hij ontspande zich. Hij vroeg aan Eric: ‘Wanneer moet het gebeuren?’
‘Met de gegevens van NORAD heb ik berekend dat we voor de onderschepping in positie moeten zijn om precies 8.14 uur 31.6 seconden morgenochtend.’
‘Zo exact kan ik het tijdstip niet garanderen. We hebben een uur nodig om op de juiste hoogte te komen.’
‘Een minuut eerder of later zal weinig verschil maken,’ stelde Eric hem gerust. ‘Mijnheer Butterfield, u moet wel de ernst van de situatie beseffen. Letterlijk miljoenen levens lopen gevaar. Ik weet dat het klinkt als een zin uit een slechte spionageroman, maar het is de waarheid. Als wij falen, dan wacht de mensheid een onnoemelijk lijden.’
Eric opende zijn laptop om de vliegtuigbouwer enkele foto’s te tonen van de taferelen aan boord van de Golden Dawn. De beelden waren duidelijk genoeg en Eric gaf geen commentaar. Toen Butterfield de foto’s gezien had zei Eric: ‘De meeste doden waren zelf betrokken bij het fabriceren van dat virus. De mannen achter de schermen hebben hun eigen medewerkers vermoord om alles geheim te houden.’
Butterfield keek op van de computer. Zijn gezicht was asgrauw, ondanks zijn gebruinde huid. ‘Ik sta voor jullie klaar. Honderd procent.’
‘Bedankt.’
‘Heb jij wel eens serieuze G-krachten doorstaan?’ vroeg Taggart.
‘Toen ik nog bij de marine werkte werd ik eens gelanceerd vanaf een vliegdekschip. Dat zal 3 G zijn geweest, misschien 3,5.’
‘En ben je gauw misselijk?’
‘Nee, daarom ben ik hier en niet een van de andere teamleden. Ik ben lid van de American Coaster Enthousiasts. In mijn vakanties ga ik altijd naar de grootste achtbanen. Ik ben nog nooit misselijk geworden.’
‘Dat is mooi. Rick?’
‘Ik laat jullie geen verklaringen ondertekenen dat je dit op eigen risico doet. Ik sta in voor mijn ruimteschip, als jullie dat voor je eigen gezondheid doen.’
‘Ik word elke zes maanden medisch gekeurd, en afgezien van een leesbril mankeer ik niets.’
‘Oké, dat is duidelijk. We moeten nog veel voorbereidingen treffen, voor morgenochtend.’ Butterfield keek op de grote Rolex die hij om zijn pols droeg. ‘Mijn team zal hier over twintig minuten aanwezig zijn. Jullie moeten op de weegschaal, met je bagage, zodat ik het gewicht en de balans kan berekenen. Daarna kunnen jullie in je eigen vliegtuig blijven, tot de vlucht begint. De piloten kunnen in de stad in een hotel logeren. Een van mijn mensen kan hen daarheen brengen.’