‘De Sovjets hebben het ontwikkeld als primair aanvalswapen,’ voegde Juan eraan toe. ‘Het idee was een aantal westerse steden op één lijn aan te vallen en de schuld te geven aan een meteorietenregen. Omdat er geen radioactieve straling is en omdat die wolfraamstaven verdampen bij de inslag zou het tegendeel niet bewezen kunnen worden. Russische astronomen hadden zelfs bewerkte foto’s waarop die zogenaamde meteoren kort voor de inslag te zien waren. Terwijl de westerse wereld uit zijn evenwicht was gebracht door de verwoesting van een aantal grote steden konden de grondtroepen van de Sovjets dan Europa bezetten en overheersen.’
‘En hoe weet jij dat het systeem niet werkte?’ vroeg Eric aan Juan.
‘Omdat ik voor een van mijn eerste missies voor de CIA moest infiltreren in het Baikonoer Kosmodrome, waar Stalins Vuist met een energiaraket gelanceerd zou worden. Ik heb het ding onklaar gemaakt door de satelliet te saboteren. Die kon daardoor geen signaal van de aarde ontvangen, door het aardmagnetisch veld. Het wapen kan alleen geactiveerd worden door een instructie van boven de atmosfeer.’
‘Waarom heb je dat ding niet opgeblazen op het lanceerplatform?’
‘Het was een bemande ruimtemissie. Twee kosmonauten reisden mee om de zonnepanelen uit te vouwen. Pas toen de capsule drie dagen in de ruimte was werd ontdekt dat het ding gesaboteerd was.’
‘Kon het niet geactiveerd worden door een signaal van de aarde?’ vroeg Hali.
‘Dan zou de elektronica verbranden.’
‘En was het ook niet mogelijk een commando te geven vanuit de Mir, dat Russische ruimtestation?’
‘Nee, ze beseften dat hun plan ontdekt was, en daarom lieten ze de satelliet in een baan om de aarde zweven.’
‘Denk jij dat het ding nog steeds werkt?’ vroeg Eric.
‘Als het niet geraakt is door ruimteafval moet het hele systeem nog perfect in orde zijn.’ Cabrillo werd enthousiast voor het idee. ‘Oké, jij hebt een alternatief gevonden om die ELF-zender te vernietigen. Maar hoe denk je een radiozender honderd kilometer in de stratosfeer te brengen, om die satelliet te activeren?’
‘Als jij de codes van Ivan Kerikov kunt bemachtigen, dan kan ik dit gebruiken.’ Stone typte weer op zijn computer en een andere afbeelding verscheen op het scherm.
Juan en de anderen keken even met open mond naar het gewaagde plan. ‘Eric, jij bent geweldig. Ik zal Overholt bellen en transport voor je regelen. Eddie en Linc, jullie moeten een plan bedenken om de codes van die Russische wapenhandelaar te krijgen. Vanavond vertrekken we.’
‘Wil je nog steeds naar dat eiland Eos varen?’ vroeg Eddie.
‘Ik laat Max niet in de steek.’
30
Kijkend naar zijn reflectie in de spiegel kon Juan niet zien waar de make-up van Kevin Nixon begon op zijn gezicht. Hij keek naar de grote foto’s die Kevin op de spiegel had geplakt als referentie en dan weer naar zijn gezicht. De gelijkenis was perfect. De pruik die hij droeg had precies de goede kleur en ook de stijl was precies goed.
‘Kevin, je hebt jezelf overtroffen,’ zei Juan en hij verwijderde de papieren boord die Kevin had aangebracht om de kraag van zijn overhemd te beschermen.
‘Jou op die Arabische terrorist Ibn al-Asim laten lijken is geen kunst. Als je me gevraagd had je te vermommen als een van hun haremdanseressen, dan zou dat pas toveren zijn,’ antwoordde Kevin.
Juan strikte zijn stropdas en trok een wit smokingjasje aan. Een smoking staat bijna elke man goed, maar Cabrillo werd er indrukwekkend door, al was het jasje bij zijn middel wat opgevuld om meer op Al-Asim te lijken. En het was mooi dat de financier van de terroristen graag Armani droeg. Juan droeg een platte holster onder zijn kleding voor zijn favoriete wapen, een FN-automatisch pistool.
‘Je lijkt op James Bond met een buikje,’ zei Mike Trono die ook in het rommelige atelier van Kevin stond.
Juan imiteerde de stem van Sean Connery zo goed mogelijk toen hij antwoordde: ‘Het personeel dient wel gezien maar niet gehoord te worden.’
Mike en Jerry Pulaski droegen kostuums identiek aan die van de wachters voor het wereldberoemde Casino van Monte Carlo. Kevin had in zijn garderobe honderden uniformen, van Russische generaals tot dat van een verkeersagent in New Delhi of een oppasser in de dierentuin van Parijs. Daarom kostte het maar weinig tijd om een uniform nog wat aan te passen.
Mike en Jerry waren ook voorzien van een rijdende vuilcontainer, een emmer op wieltjes, een vloermop en een plastic bord met de waarschuwing GLADDE VLOER.
Maurice, de chef-steward, verscheen in de deuropening, zwijgend en bescheiden zoals altijd. Hij droeg een hagelwit schort over zijn kleding. De bemanning debatteerde of hij elke keer een schoon schort aantrok voordat hij uit de pantry kwam, of dat hij gewoon nooit morste. De laatste mening was duidelijk favoriet. Hij hield een gesloten plastic doos in zijn handen en op zijn gezicht was een diepe frons zichtbaar.