Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(124)

By:Clive Cussler


Max stopte nog een paar flesjes bronwater in de zakken van zijn overall en hij verkende de omgeving verder. Hij passeerde enkele mensen in de kronkelige gangen. Ze keken vragend naar zijn verwondingen en knikten meelevend als hij vertelde dat hij aangevallen was door de ontsnapte gevangene.

Hij was een verdieping hoger dan de cel waar hij eerder gevangen werd gehouden, toen hij ontdekte dat niet alle responsivisten het Armageddon zouden doorstaan in de kale betonnen doolhof. Hij zag een dubbele deur, met een elektronisch cijferslot. Dat slot werd kennelijk gedemonteerd want er lag gereedschap op de vloer naast een kleine kruk. Het leek wel alsof de reparateur was weggelopen om even iets te halen wat hij vergeten was.

Max verspilde geen tijd en hij betrad het beveiligde gedeelte. De vloeren waren bedekt met dik groen tapijt en de wanden waren bekleed met natuursteen. De verf verspreidde nog een scherpe geur, wat een aanwijzing was dat die recent was aangebracht. Hier was ook tlverlichting, maar de armaturen waren van betere kwaliteit en er waren ook schemerlampen. Aan de wanden hingen kleurige, maar weinig opvallende schilderijen. Om de een of andere reden moest Max denken aan de inrichting van de advocatenkantoren waar hij voor overleg over zijn echtscheiding was geweest. De kantoorinrichting was zakelijk, maar wel van betere kwaliteit. De eetzaal had de sfeer van een restaurant, met platte monitoren in plaats van echte vensters. Er stonden grote leren fauteuils en de bar was gemaakt van massief mahonie.

Max vond een kantoorafdeling voor een legertje secretaresses naast een aantal werkkamers en een groot communicatiecentrum, waar Hali Kasim van zou watertanden. Hij stapte het centrum binnen en zocht naar een telefoon of een radiozender, maar de apparatuur was heel anders dan hij ooit had gezien. Omdat het risico op ontdekking groot was in deze ruimte besloot hij hier later terug te keren en hij ging verder met zijn speurtocht.

Hij liep weg van de kantoorvleugel en kwam bij slaapvertrekken die ingericht waren als hotelkamers, compleet met minibar. Er lagen geen hotelbijbels op de nachtkastjes, maar wel exemplaren van Lydell Coopers boek.

Er was plaats voor ongeveer veertig personen in dit gedeelte. Max veronderstelde dat deze kamers beschikbaar waren voor de elite van de responsivisten, de leiders, de directie en de rijkste volgelingen. Aan het einde van deze vleugel was een suite, kennelijk voor Thom Severance en zijn vrouw. De kamers van deze suite waren nog luxueuzer. De badkamer was heel groot en voorzien van een enorme badkuip.

Max bracht de nacht door op het bed van Severance en de volgende ochtend poetste hij zijn tanden met de tandenborstel van Severance. Maar terwijl hij daarmee bezig was hoorde hij tot zijn schrik stemmen in de woonkamer. Hij herkende het zware accent van Zelimir Kovac en even later een zachtere stem, waarschijnlijk die van Thom Severance. Zodra Max een derde stem herkende schrok hij: dat was dokter Adam Jenner, de deprogrammeur.

Max luisterde verbijsterd en vol afschuw naar het gesprek. Met elke zin werd de schokkende waarheid duidelijker: Jenner was Lydell Cooper. Het was een eenvoudige en sluwe list, en onwillekeurig had Max er bewondering voor. Het was wel duidelijk dat dit echt een religie was, met martelaren en profeten, en een groep volgelingen die bereid was alles te doen voor hun overtuiging.

Severance zei iets over de zelfmoord van Gil Martell, maar Max begreep dat Kovac hem vermoord had. En daarna hoorde Max de afgrijselijke waarheid over het plan een gemanipuleerd virus te verspreiden waardoor de halve wereldbevolking onvruchtbaar zou worden.

Nu voelde Max geen bewondering meer, al besefte hij dat het plan geniaal bedacht was. De mensheid zou een massale biologische aanval waarbij het grootste deel van de bevolking gedood werd niet overleven, maar dit plan had wel een toekomst. De mensheid zou een generatie teruggeworpen worden, maar uiteindelijk welvarender worden. Max had over de beweging van Cooper gelezen toen zijn ex-vrouw hem vertelde dat hun zoon zich daarbij had aangesloten. Cooper beweerde dat er alleen een einde aan de duistere Middeleeuwen was gekomen doordat een pestepidemie de halve bevolking van Europa uitgeroeid had, maar dat daarna een periode van voorspoed was aangebroken.

Max besefte dat het niet zo simpel was, maar hij vroeg zich wel af hoe de moderne wereld met onophoudelijke informatie en snelle vervoersmogelijkheden zou reageren. Vijftig jaar na de pandemie zou de bevolking zich hersteld hebben en misschien was de kwaliteit van het bestaan op de wereld dan inderdaad veel beter.

Maar Max wilde dat niet. Cooper, Severance en Kovac hadden het recht niet te beslissen wat goed was voor de wereld.

Hij wilde uit de badkamer stormen en de drie mannen met blote handen aanvallen. Maar hij besefte dat hij vijf, zes passen kon lopen voordat Kovac hem zou neerschieten. Met moeite kon Max zich beheersen en hij ontspande zich. Er zou een betere kans komen. Hij moest geduld hebben.