Hij stormde langs de deur boven aan de trap en botste tegen een oudere dame en haar invalide echtgenoot die in een rolstoel zat. De man tuimelde uit zijn rolstoel, en door de consternatie verloor de vluchtende man kostbare seconden. Linda was ook al voorbij de deur, nog voordat die automatisch weer gesloten werd. Ze grijnsde verbeten. Ze waren nu op het bovendek, dicht bij het atrium.
De man keek om en zag dat Linda nog maar enkele passen achter hem was. Hij rende nog sneller in de richting van de elegant gebogen brede trap die zich om de twee glazen liftschachten krulde. Op de hoogste verdieping was weinig te vinden voor de passagiers. De winkeltjes waren een verdieping lager en op die verdieping zou het zeker drukker zijn. Linda had gezien dat er beveiligingspersoneel bij een exclusieve juwelierszaak stond, en ze wilde niet het risico lopen dat ze daar staande werd gehouden.
Ze waren dicht bij de trap, en Linda zette zich af voor een sprong. Haar vingers grepen de mouwen van zijn overall vast en daardoor struikelde hij. Door de snelheid vloog de man met zijn hoofd tegen de glazen balustrade. Het glas was daarop berekend, maar een naad begaf het en het hele glazen paneel werd losgeslagen. Het glas viel vier verdiepingen naar beneden en spatte in duizend scherven uiteen. Overal klonken verschrikte kreten in het atrium.
Linda moest de man wel loslaten en ze viel languit op de vloer, doorglijdend over de gladde vloer naar de responsivist. Hij kon zich vastgrijpen aan een koperen staander, toen hij over de rand rolde en keek op naar Linda die zijn hand probeerde te grijpen. De blik in zijn ogen was als van een zelfmoordterrorist, op het moment voor de explosie: een combinatie van berusting, angst, trots en vooral verbeten woede.
Hij liet los voordat Linda zijn pols kon grijpen en bleef haar aanstaren terwijl hij naar beneden stortte. De man viel vijftien meter omlaag en belandde plat op zijn rug op de tegelvloer. Op het laatste moment draaide hij zijn hoofd opzij. Er klonk een doffe plof en gebroken botten drongen door zijn huid door de klap. Linda kon zien dat zijn schedel geplet was.
Ze gunde zich geen tijd het afschuwelijke tafereel te verwerken en kwam snel overeind. Het oudere echtpaar was nog bezig de man weer in zijn rolstoel te krijgen en had niets gezien van het drama. Linda ging achter een grote palm in een pot staan en ze trok haar overall uit. Ze stopte het kledingstuk in haar tas.
De bibliotheek was in het voorschip, dicht bij de bioscoop, maar Linda liep naar het achterschip. Daar was een bar met zicht op het zwembad bij de achtersteven en ze wist dat ze snel een cognac nodig had, anders zou ze haar ontbijt weer uitkotsen.
Ze zat daar nog toen een Turkse ambulance een uur later wegreed over de kade, zonder sirene en zwaailicht. Een paar minuten later schalde de scheepshoorn. De Golden Sky zou eindelijk vertrekken.
27
Elke keer als Juan met zijn ogen knipperde was het alsof hij zijn ogen met schuurpapier bewerkte. Hij had zoveel koffie gedronken dat zijn maag ervan brandde en de pijnstillers hadden zijn hoofdpijn niet verminderd. Zonder in een spiegel te kijken wist hij dat zijn gezicht doodsbleek was, alsof al het bloed uit zijn lijf verdwenen was. Als hij met zijn hand over zijn hoofd streek, leek zelfs zijn haar pijnlijk, al wist hij dat het onmogelijk was.
De wind die langs de watertaxi streek was niet verfrissend, maar deed hem nu eerder huiveren ondanks de zwoele temperatuur. Naast hem op de achterbank zat Franklin Lincoln in een ontspannen houding. Zijn mond stond halfopen en af en toe was zijn gesnurk te horen boven het brommen van de motor. De slanke jongedame die hen twee dagen eerder van de Oregon naar de haven van Monte Carlo had gebracht had kennelijk een dag vrij en Linc toonde geen belangstelling voor haar vervangster.
Woede was het enige wat Juan voelde. Woede omdat Linda en Mark de instructie van Eddie om de Golden Sky te verlaten voor het vertrek uit Istanbul hadden genegeerd. De twee verstekelingen bleven aan boord verder speuren naar bewijzen dat de responsivisten het cruiseschip met hun virus wilden besmetten.
Cabrillo zou hun eerst een uitbrander geven, zodra hij hen weer zag. Maar daarna kregen ze een loonsverhoging, vanwege hun inzet. Hij was meer dan ooit heel trots op het team dat hij had samengesteld.
Zijn gedachten dwaalden weer naar Max Hanley en meteen versomberde zijn stemming. Er was geen antwoord gekomen van Thom Severance en met elke verstrijkende minuut vreesde Juan dat er ook nooit antwoord zou komen omdat Max al dood was. Juan zou dat niet hardop willen zeggen en hij voelde zich al schuldig dat hij die gedachte had. Maar hij kon zijn pessimisme niet van zich afzetten.
Omdat de Matryoshka, het megajacht van Ivan Kerikov, weer teruggekeerd was in de haven, lag de Oregon op een mijl buitengaats voor anker. Als Juan naar zijn schip keek, dan besefte hij hoe mooi de Oregon vroeger geweest was: de lijn was fraai, met een lichte zeeg bij de boeg en de achtersteven en de hijskranen aan dek gaven het vaartuig een uitstraling van voorspoed. Juan kon zich voorstellen hoe het schip pasgeverfd en met opgeruimde dekken vroeger gebruikt werd om hout te vervoeren.