‘Je mag mij vanavond aan boord op een drankje trakteren.’
Mark keek verrast, maar toen verscheen een begrijpende glimlach om zijn mond. ‘Dus wij blijven aan boord van de Golden Sky tot we iets gevonden hebben?’
Linda bracht haar hand naar haar borst en ze deed alsof ze geschokt was. ‘Jij beschuldigt mij ervan dat ik de strikte instructies van Eddie negeer?’
‘Ja.’
‘En je bent verbaasd?’
‘Nee. Ik maak nog een tweede identiteitskaart.’
‘Mooi zo.’
Mark stak de twee kaarten in een elektronisch apparaat dat verbonden was met een laptop en hij codeerde de magnetische strips opnieuw. Tien minuten later stond hij met Linda bij de loopplank van de Golden Dawn. Een eindje verder werden pallets met een vorkheftruck door een grote opening in de scheepswand aan boord gebracht. Zeemeeuwen vlogen krijsend rond, telkens duikend alsof ze een luchtgevecht voerden.
‘Is alles in orde, meneer Dudley?’ vroeg een purser bij de loopplank, toen hij hoorde dat ze weer terug naar hun hut wilden.
‘Ik heb last van mijn knie,’ zei Mark. ‘Mijn meniscus is beschadigd bij een partij schoolvoetbal, en dat doet af en toe pijn.’
‘U weet dat we een arts aan boord hebben?’ zei de purser. ‘Die kan naar uw knie kijken.’ De purser haalde de twee boordpassen door een apparaat. ‘Hé, dat is vreemd…’
‘Is er iets niet in orde?’
‘Nee, ja… Toen ik uw passen controleerde is mijn computer gecrasht.’
Een onderdeel van de beveiliging bij elke grote cruisemaatschappij is een elektronisch systeem dat elke pas koppelt aan een bestand met de gegevens en pasfoto van de passagier en de details van zijn of haar reis. Mark had de gestolen passen opnieuw gecodeerd, zodat er niets op het beeldscherm zou verschijnen. De purser moest erop vertrouwen dat deze twee passagiers waren wie ze zeiden te zijn, of hen tegenhouden tot het computersysteem weer hersteld was. Het was onwaarschijnlijk dat de purser het laatste zou doen, omdat klantvriendelijkheid voorop stond.
De purser haalde zijn eigen pas door het apparaat en toen zijn foto meteen op het scherm verscheen gaf hij de twee passen terug aan Murph. ‘Uw boordpassen werken niet meer. Vraag alstublieft bij de administratie om twee nieuwe passen.’
‘Dat zullen we doen. Bedankt.’ Mark pakte de passen aan en deed ze in zijn zak. Gearmd met Linda liep hij, een beetje hinkend, de scheepstrap op,
‘Schoolvoetbal?’ vroeg Linda argwanend, toen ze buiten gehoorsafstand waren.
Mark klopte op zijn niet bepaald strakke buik. ‘Ja, wat dacht je?’
Ze betraden het cruiseschip en kwamen in het atrium. Het plafond bevond zich vier verdiepingen hoger en werd bekroond met een koepel van gebrandschilderd glas. Twee glazen liften gaven toegang tot de hogere niveaus en elk dek werd begrensd door een balustrade van gehard glas met daarboven een glanzende koperen reling. Er was een roze marmeren wand waarlangs een watergordijn viel dat weer discreet werd opgevangen tegenover de liften. Ze zagen de etalages van dure boetieks op de eerste verdieping en een verlichte neonpijl wees de weg naar het casino. Het geheel maakte een indruk van overdreven luxe.
Ze hadden hun plan besproken toen ze nog aan boord van de Oregon waren en ze hadden op de website van de rederij de indeling van het cruiseschip bestudeerd, dus ze wisten de weg. Ze liepen meteen naar de toiletten achter de fontein. Linda haalde een bundel kleren uit haar schoudertas en gaf die aan Mark. Even later kwamen ze weer tevoorschijn gekleed in overall met het logo van de rederij in gouddraad op hun borst geborduurd. Kevin Nixon had die gemaakt in zijn Magic Shop. Linda had het grootste deel van haar make-up weggepoetst, en Mark verborg zijn krullen onder een baseballpet van de rederij. Zo verkleed als personeel konden ze overal aan boord komen.
‘Waar spreken we af als we elkaar kwijtraken?’ vroeg Linda toen ze wegliepen.
‘Aan de roulettetafel?’
‘Leuk hoor.’
‘In de bibliotheek.’
‘In de bibliotheek,’ herhaalde Linda. ‘Oké, dan gaan we nu toneelspelen.’
De gemakkelijkste weg om de openbare ruimten van het cruiseschip te verlaten was via de keukens. Ze liepen een trap op en kwamen in de grote eetzaal. Er konden zeker driehonderd mensen dineren maar de zaal was nu verlaten, afgezien van een paar schoonmakers die het tapijt stofzuigden.
Ze liepen doelbewust tussen de tafeltjes naar de keuken. Een kok keek op bij zijn fornuis, zonder iets te zeggen toen het tweetal binnenkwam. Anders dan in de eetzaal was het erg druk in de keukens en de koks waren druk bezig met de voorbereidingen van de volgende maaltijd. Geurige dampen stegen op boven de pannen, en er werden ingrediënten schoongemaakt en kleingesneden. Het werk leek dag en nacht door te gaan.