Een traan biggelde langs Zelimir Kovacs wang en hij veegde die niet weg. Thom Severance, die Cooper al zijn hele volwassen leven lang kende en hem duizenden keren had horen spreken, was even diep ontroerd.
26
‘Die twee daar,’ wees Linda Ross. Mark Murphy volgde de lijn van haar arm en zag het tweetal meteen. Veel ontschepende passagiers van de Golden Sky waren bejaard, of van middelbare leeftijd, maar Linda had een man en een vrouw opgemerkt die in de dertig waren. Allebei hielden ze een hand vast van een klein meisje, ongeveer acht jaar oud en gekleed in een roze jurkje van Mary Janes.
‘Wel een mooie dame,’ zei Mark toen hij zag dat de vrouw haar scheepspas met het formaat van een creditcard aan haar man gaf. De man stopte de pas in zijn portefeuille en deed die in zijn borstzak.
Achter de passagiers, die van boord gingen en zich verheugden op een rondleiding door de Aya Sofia, de Blauwe Moskee en het Topkapi Paleis, om daarna de bazaar te bezoeken, leek de Golden Sky griezelig veel op haar zusterschip. Akelige herinneringen kwamen bij Mark naar boven, telkens als hij naar het grote schip keek. Hij had amper geaarzeld voor hij zich als vrijwilliger aanmeldde voor deze missie, maar nu verheugde hij zich niet om aan boord te gaan.
‘Ze gaan naar de bussen,’ zei Linda en ze knikte naar het jonge gezin dat in de richting van een tiental wachtende autobussen liep. De passagiers toonden hun pasje bij het instappen.
‘Zullen we het nu doen, of hen volgen naar het stadscentrum?’
‘Nu lijkt me beter. Kom mee.’
Ze wachtten tot het drietal een voorsprong had, voordat ze zich bij de menigte aansloten. Linda en Mark bewogen zich soepel tussen de traag lopende ouderen, en ze volgden het gezin dat zich er niet van bewust was dat het geschaduwd werd.
‘Vlug!’ zei Linda. ‘Onze bus gaat bijna rijden.’
Mark versnelde zijn passen en stootte tegen de man in het voorbijgaan. De man tastte meteen naar zijn portemonnee. Kennelijk was hij een ervaren reiziger en bedacht op zakkenrollers. Even later begreep hij dat de twee Amerikanen die hem passeerden geen zakkenrollers waren en hij controleerde zijn broekzak geen tweede keer.
De man had niet gevoeld dat Linda’s slanke hand in zijn broekzak verdween en de portemonnee greep.
Een amateurzakkenroller zou meteen verdwijnen als hij iets had buitgemaakt, maar Linda en Mark bleven in hun rol als gehaaste passagiers die naar de bussen liepen. Ze treuzelden bij een bus, tot het gezin de pasjes had getoond en instapte. Meteen daarna maakten Linda en Murph zich los uit de groep wachtenden en ze liepen terug naar de plek waar ze hun gehuurde auto geparkeerd hadden.
Linda ging naast het geopende achterportier staan om het interieur af te schermen voor nieuwsgierige blikken van voorbijgangers. Mark ging aan het werk met een van de geplastificeerde identiteitskaarten. Hij had een speciaal setje gereedschap meegenomen van de Oregon. Met een scalpel spleet hij de plastic beschermlaag en sneed de pasfoto los, en verving die door een pasfoto van Linda. Met een lamineerapparaat op batterijen herstelde hij de identiteitskaart. Hij was nog even bezig met het gladstrijken en weghalen van het overtollige plastic.
‘Zo, mevrouw Susan Dudley,’ zei hij tegen Linda en hield de nog warme identiteitskaart omhoog.
‘Jij weet kennelijk wat je doet,’ merkte Linda op.
‘Ach, ik was nog een tiener toen ik als student bij het MIT kwam, dus je mag erop vertrouwen dat ik wel weet hoe je identiteitspapieren moet vervalsen.’
Er zat een treurige ondertoon in zijn stem, merkte Linda. ‘Dat moet wel ruig zijn geweest,’ zei ze.
Mark onderbrak zijn werk en keek haar aan. ‘Je kunt je voorstellen dat daar veel slimmeriken rondliepen, maar ik was een buitenstaander. Zij hadden een aktetas, een stropdas, je kent dat wel. De schoolleiding zei tegen mijn ouders dat ze mentoren hadden om de overgang soepel te laten verlopen. Wat een onzin. Ik stond er alleen voor in de meest competitieve omgeving ter wereld. En dat werd nog erger toen ik naar een gewoon bedrijf overstapte. Daarom ben ik ook voor Juan bij de Corporatie gaan werken.’
‘Dat deed je zeker voor het geld?’ plaagde Linda.
‘Ik wil niet opscheppen, maar in salaris ging ik er flink op achteruit. Maar die opoffering was het waard. Jullie behandelen mij als gelijkwaardig. Toen ik nog wapensystemen ontwikkelde keken die machogeneraals naar ons alsof we insecten waren die ze van hun schoenzolen moesten schrapen. Ze waardeerden het speelgoed dat wij voor hen maakten wel, maar ze haatten ons omdat wij die dingen konden bedenken. Het leek wel de kantine op de middelbare school, met die militaire kerels allemaal bij elkaar terwijl wij rondhingen in de hoop aandacht te krijgen. Het was echt vreselijk. Maar dat is anders aan boord van de Oregon. Daar vormen we samen een team. Jij en Linc en Juan sluiten ons niet buiten, ook al zijn wij van die nerds. En voor het eerst in mijn leven hoef ik niet naar een leeg tafeltje te zoeken in de mess.’ Mark trok een gezicht alsof hij al te veel had gezegd en hij grijnsde naar Linda. ‘Je stuurt mij toch geen rekening voor psychotherapie?’