Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(113)

By:Clive Cussler


‘Ik ben Lydell Cooper, Kovac.’

‘Maar u bent toch dood!’ zei Kovac verbluft.

‘Iemand met jouw achtergrond moet toch weten dat iemand pas dood is als zijn lijk is gevonden. Ik heb in mijn leven veel gezeild, en de storm die mij zogenaamd fataal werd stelde niets voor in vergelijking met ander zwaar weer dat ik meemaakte.’

‘Ik begrijp het niet.’

Severance nam het woord. ‘Lydell heeft de fundamenten voor het responsivisme gelegd met zijn geschriften. Zo leerden wij de kern van wat wij allemaal geloven.’

‘Maar ik ben geen organisator,’ vulde Cooper aan. ‘Dat kunnen Thom en mijn dochter Heidi veel beter. Ik heb een hekel aan spreken in het openbaar, vergaderingen leiden en alle dagelijkse beslommeringen die daarbij horen. Daarom koos ik voor een andere rol, toen zij de beweging lieten groeien. Ik werd de beschermheer. Maar door te doen alsof ik de grootste tegenstander van het responsivisme ben, kon ik alles in de gaten houden en vooral onze tegenstanders.’

Kovac was eindelijk in staat iets te zeggen. ‘En de mensen die zich tegen ons keerden? Die heeft u opnieuw geprogrammeerd?’

‘Ach, die zouden toch verdwijnen,’ antwoordde dr. Cooper luchtig. ‘Ik heb hun kritiek op ons geminimaliseerd. En de meesten hebben ook weinig over onze beweging onthuld.’

‘En wat er in Rome gebeurde?’

‘Dat was riskant,’ gaf Cooper toe. ‘Wij wisten niet dat Kyles vader de middelen had om een reddingsteam in te huren. Ik belde Thom zodra ik wist dat ze Kyle naar Rome wilden brengen voor de eerste deprogrammeersessie. Zo kon jij daar paraat zijn en hem weer terughalen, toen we het hotel en kamernummer hadden. Maar we wisten niet hoeveel die jongen wist en wat hij aan zijn vader had verteld.’

‘Trouwens, hoe staat het met die klopjacht?’ vroeg Thom Severance.

Kovac sloeg zijn ogen neer. Het was al erg dat hij tegenover Severance moest opbiechten dat hij gefaald had, maar dat was nog veel erger in aanwezigheid van dr. Lydell Cooper, de man die met zijn filosofie zin aan Kovacs leven had gegeven.

‘Nou, Zelimir?’

‘Hij is ontsnapt. Ik weet niet hoe, maar hij wist uit zijn cel te komen en naar boven te vluchten. Hij heeft een technicus gedood en twee anderen verwond.’

‘Is hij nog op het eiland?’

‘Hij heeft gisteren een ATV gestolen. Het was noodweer en door de regen was er maar een paar meter zicht. Kennelijk heeft hij het klif niet gezien. Een zoekteam heeft het voertuig gevonden toen het vanochtend eb werd. Maar geen spoor van zijn lichaam.’

‘Iemand is pas dood wanneer je zijn stoffelijk overschot hebt gevonden,’ zei Lydell Cooper nadrukkelijk.

‘Ik heb veel respect en bewondering voor u,’ begon Kovac, ‘maar het is waarschijnlijk dat die Hanley een ongeluk kreeg tijdens dat noodweer. Hij was in slechte conditie toen hij ontsnapte en ik betwijfel of hij een nacht overgeleverd aan de elementen kon overleven.’

Kovac zei niets over de geïmplanteerde biochip die hij uit Hanleys been had verwijderd, omdat hij geen twijfel wilde zaaien. De zoekteams kamden het eiland van de responsivisten nog steeds uit, en als de vluchteling gevonden werd dan zou dat meteen aan Kovac gerapporteerd worden. En dan kon hij Hanley alsnog laten verdwijnen, voordat zijn reputatie nog meer schade leed. ‘Uiteraard zoeken we intensief naar hem,’ voegde Kovac eraan toe.

‘Uiteraard,’ knikte Cooper.

Kovac richtte zijn aandacht op Cooper. ‘Mag ik u zeggen dat ik het een groot voorrecht vind dat ik de afgelopen jaren voor u mocht werken? Uw lessen hebben mijn leven ingrijpend veranderd, op een manier die ik eerst niet eens kon vermoeden. Het zou voor mij een grote eer zijn als ik u de hand mag schudden.’

‘Bedankt, Zelimir, maar dat kan helaas niet. Ik heb wel een jeugdig uiterlijk, maar ik ben nu bijna drieëntachtig jaar oud. Toen ik nog genetisch onderzoek deed heb ik een middel ontwikkeld dat afstotingsverschijnselen tegengaat. Daardoor werd mogelijk dat ik een nieuw hart, nieuwe longen en nieren en zelfs nieuwe ogen kreeg. En door cosmetische chirurgie blijf ik er veel jonger uitzien. Ik heb ook kunstheupen, nieuwe knieën en tussenwervelschijven. Ik volg een uitgebalanceerd dieet, ik drink zelden alcohol en ik heb nooit gerookt. Daarom verwacht ik heel vitaal te blijven en minstens honderdtwintig jaar oud te worden.’ Hij hield zijn gehandschoende handen omhoog. De vingers waren gekromd en star. ‘Maar in mijn familie komt veel artritis voor en het is mij niet gelukt dat proces te stoppen. Ik zou niets liever willen dan je de hand schudden, als dank voor de vriendelijke woorden en uitstekende diensten, maar dat is echt onmogelijk.’

‘Ik begrijp het.’ Kovac ontging de ironie dat Cooper een veel kleinere wereldbevolking nastreefde en zijn eigen leven juist kunstmatig verlengde.