Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(102)

By:Clive Cussler


Hij zag niemand. Snel rende hij naar een werkbank, bezaaid met vettig gereedschap, en zocht dekking. Toen de deur achter hem dichtviel zag hij dat de deur voorzien was van een modern elektronisch slot met een toetsenbord en een handsensor. Teruggaan naar zijn cel was onmogelijk.

De ruimte was schemerig, maar er scheen feller licht op een plek waar twee monteurs aan een vierwiel aangedreven pick-up werkten. Kennelijk werd de radiator vervangen en aan de voorkant van de auto werd gelast. Max zag de blauwe gloed van een gasbrander en rook een metalige geur. Er stonden meer auto’s geparkeerd in de garage. Hij zag twee grote trucks en meer jeeps zoals de auto waarmee Juan aan de responsivisten was ontsnapt in Griekenland.

Max wenste dat Cabrillo nu bij hem was. Juan wist altijd meteen een plan te bedenken en uit te voeren. Max was meer een piekeraar en hij pakte problemen altijd met brute kracht en volharding aan.

Kovac zou spoedig weer in de verhoorkamer verschijnen en Hanley wilde daar zo ver mogelijk vandaan blijven.

Terwijl hij voorzichtig bewoog besefte hij dat de garagedeuren de enige uitweg waren. Het geluid van de radio zou het rammelen van de deuren niet overstemmen. Er was maar één mogelijkheid.

Bruut geweld, dacht hij.

Hij greep een zware tang die zeker vijf kilo woog van de werkbank, als een chirurg die zijn scalpel pakt en weet wat hij moet doen. Als tiener raakte hij voor het eerst in gevecht met een junk die hem met een mes bedreigde bij het tankstation van zijn oom. Max had acht tanden uit de mond van de dief geslagen met een tang die veel leek op het gereedschap dat hij nu in zijn hand had.

Hij bewoog behoedzaam door de garage en zocht telkens dekking. De radio overstemde elk geluid dat hij maakte.

Een van de monteurs had een zwarte laskap voor zijn gezicht om zijn ogen te beschermen, en daarom concentreerde Max zich op de andere monteur: een man die in de dertig moest zijn, met een warrige baard en een vettige paardenstaart. De monteur stond gebogen over de motorruimte en hij merkte de aanwezigheid van Max niet op. De zware tang sloeg met kracht op zijn hoofd.

Door de klap met de tang viel de monteur op de grond en de grote buil op zijn hoofd zou nog wekenlang blijven.

Max draaide zich om. De lasser had de beweging opgemerkt en de man kwam overeind om zijn masker af te zetten, maar Hanley deed een stap naar voren en haalde weer uit met de zware tang. Hij smeet de tang naar het lasmasker, dat verbrijzelde maar wel verhinderde dat het gezicht van de man werd verwoest. Door de klap tuimelde de man achterover en belandde op een gereedschapskist. De lasbrander met de rubberen slangen viel voor Max’ voeten en de hitte van de blauwe vlam dwong hem snel achteruit te springen.

Een derde monteur, eerst onzichtbaar achter de truck, verscheen opeens bij de voorkant van de auto. De man had de commotie opgemerkt. Hij keek verbaasd naar de bewusteloze lasser die over de gereedschapskist was gevallen en keek toen naar Max.

Max zag hoe verbazing veranderde in begrip en vervolgens in woede, maar nog voor de monteur kon reageren werd de lasbrander in zijn richting gesmeten en werktuiglijk ving hij de brander op.

De brandende gasvlam had een temperatuur van meer dan 3200 graden Celsius, en de monteur ving de brander op met de vlam recht op zijn borst gericht. Meteen werd een gat in zijn overall gebrand, en sissend schroeide de vlam de huid weg, zodat het wit van zijn ribbenkast zichtbaar werd. De botten verkoolden nog voordat hij de brander kon laten vallen.

De uitdrukking op het gezicht van de man veranderde niet terwijl zijn brein registreerde dat zijn hartslag stokte. Langzaam zakte hij ineen op de betonnen vloer. De stank van verschroeid vlees deed Max kokhalzen. Hij wilde de argeloze monteur niet doden, maar hij vermande zich. Hij moest zijn zoon redden, en helaas was de ongelukkige monteur op zijn pad gekomen.

De lasser was even groot als Max, en daarom trok hij de overall van de man uit. Max moest de laarzen van de derde monteur gebruiken, want de andere paren bleken veel te klein.

Met een kniptang liep hij naar de twee trucks en opende de motorkap, om de bedrading van de verdeelkap door te knippen. Daarna liep hij naar de quads en zag op een werkbank een koffieapparaat staan. Naast de filters, bekers en een pot met creamer stond ook een doos suikerklontjes. Max pakte de doos en in plaats van de bedrading van de Kawasaki’s onklaar te maken draaide hij de tankdoppen open en deed suikerklontjes in de benzinetanks. De quads zouden amper een kilometer kunnen rijden, en het zou uren duren om de brandstofleidingen en cilinders weer schoon te maken.

Een minuut later zat Max op een quad die hij niet gesaboteerd had. Hij drukte op een knop om de garagedeuren te openen. Het was nacht, en regenvlagen sloegen door de opening. Max kon zich geen betere omstandigheden wensen. De deuren weer sluiten was zinloos: Kovac zou meteen begrijpen dat Max ontsnapt was.