Home>>read Dodenschip free online

Dodenschip(100)

By:Clive Cussler


De slagen kwamen onophoudelijk. Er was geen patroon, geen bepaald doel. Het was een explosieve reactie, afkomstig uit een primitief brein dat zich bedreigd voelde. Max kreeg klappen in zijn gezicht, op zijn borst en schouders, in zijn maag en zijn kruis en zijn aanvaller leek onvermoeibaar. De slagen kwam zo snel na elkaar dat hij meende dat meer mensen in actie waren, maar toen zijn ogen wegdraaiden tot alleen het wit zichtbaar was zag hij dat Kovac zijn enige tegenstander was.

Twee volle minuten verstreken nadat Max ineengezakt was op zijn stoel. Zijn gezicht was veranderd in pulp. Toen kwam een van de bewakers naar voren en hield de Servische slager tegen. Kovac keek met zijn moordlustige blik naar de bewaker, die snel achteruitdeinsde. Maar de afleiding was genoeg om zijn razernij te bekoelen.

Hij keek misprijzend naar de bewusteloze Hanley. Zijn borst bewoog nog heftig van de inspanning en adrenaline. Kovac liet zijn beide polsen knakken en druppels bloed vielen op de vloer. Hij strekte zijn hand uit en duwde een ooglid van Max omhoog. Er was alleen bloeddoorlopen oogwit zichtbaar.

Kovac wendde zich naar de bewakers. ‘Over een paar uur moeten jullie bij hem kijken. Als hij dan nog niet wil praten, halen we zijn zoon uit Korinthe, en dan mag hij kijken hoe zijn zoon afgeranseld wordt tot hij wel vertelt wat we willen weten.’

Hij liep snel naar de open deur. De twee bewakers wachtten even en volgden hem. De zware metalen deur werd gesloten.

Max keek de drie mannen na met halfopen ogen, en hij kwam meteen in beweging toen ze verdwenen waren. Terwijl hij geslagen werd had hij met zijn lijf zo veel mogelijk heen en weer bewogen, om de touwen losser te krijgen. Kovac was zo razend dat hij het niet opmerkte, en de bewakers dachten dat hij alleen zo bewoog onder het geweld van de slagen. Maar elke beweging van Max was koel en weloverwogen.

Hij boog zich voorover en raapte een van de documenten op die Kovac liet vallen toen Max hem een kopstoot gaf. Schuifelend met de metalen stoel waaraan hij was vastgebonden, werkte Max zich naar de deur. Dit was zijn enige kans, want om Kyle te beschermen zou hij alles opbiechten wat zijn folteraars maar wilden horen.

Hij was precies op tijd. Het vel papier gleed tussen de deur en het kozijn, net voordat de deur in het slot viel.

Max liet zich terugzakken in de stoel. Hij had nooit eerder zoveel klappen en stompen geïncasseerd. Dit was erger dan toen hij in een gevangenis van de Vietcong zat en langer dan een uur geslagen werd door bewakers die elkaar afwisselden. Met zijn tong voelde hij twee losse tanden in zijn mond. Het was nog een wonder dat zijn neus niet gebroken was, of dat zijn hart het niet begeven had onder de regen van slagen en stompen.

De plek op zijn dijbeen waar ze de transponder hadden weggehaald deed maar weinig pijn vergeleken bij de rest van zijn lichaam. Zijn borst zat onder de beurse en blauwe plekken en hij wilde zich niet voorstellen wat de schade aan zijn gezicht was.

Ach, echt knap was ik toch niet, dacht hij grimmig. De wrange glimlach na die gedachte bracht vers bloed naar zijn gehavende lippen.

Max gunde zichzelf tien minuten om bij te komen. Als hij langer de tijd nam zou hij verkrampen en zich niet meer kunnen bewegen. Er was een glimp van hoop, ondanks de pijn: ze hadden Kyle gelukkig niet naar deze helse plek gebracht. Kyle was in Griekenland, en zelfs al was hij in de macht van de responsivisten, hij was daar betrekkelijk veilig. Max klampte zich vast aan die gedachte en kon daardoor optimistisch blijven.

Hij schatte dat er zes minuten verstreken waren en probeerde de touwen weer losser te wrikken. Er was nu genoeg ruimte om zijn polsen vrij te krijgen, zodat hij zijn handen kon gebruiken om de touwen om zijn borst weg te halen. Daarna kon hij zijn benen bevrijden en gaan staan. Hij moest zich vastgrijpen aan de leuning van de stoel om niet te vallen.

‘Ik voel me niet lekker,’ mompelde hij en wachtte tot zijn wazige blik weer scherp werd.

Zo stil mogelijk opende hij de zware deur. De gang was verlaten. De tl-buizen aan het plafond wierpen een schel licht op de vloer en de wanden die betrekkelijk nieuw waren kregen daardoor een ouder aanzien.

Max maakte een prop van het vel papier en hij drukte het in het slot, zodat de deur niet dicht kon vallen. Omdat zijn spieren verslapt waren liep hij gebukt door de gang, ervoor zorgend dat hij geen verraderlijk bloedspoor achterliet.

Bij de eerste kruising hoorde hij gedempte stemmen links van hem, en daarom liep hij naar rechts, telkens even achteromkijkend. Hij liep langs een deur zonder enige aanduiding. Hij drukte zijn oor tegen het koele metaal. Er was niets te horen en hij liep weer verder.

Omdat het muf rook in de gang en omdat er nergens vensters waren kreeg hij de indruk dat hij ondergronds moest zijn. Zeker wist hij het niet, maar hij twijfelde niet aan zijn vermoeden.

Na twee bochten in de grauwe doolhof kwam hij bij een deur en daarachter was het zoemen van machines te horen. Hij bewoog de deurkruk en opende de deur op een kier, en het geluid klonk meteen harder. Hij zag nergens licht, en vermoedde dat er niemand aanwezig was. Snel glipte hij naar binnen en sloot de deur achter zich. Op de tast vond hij een lichtschakelaar.