‘Kun je me horen, Oregon?’ vroeg ze, nadat ze de koptelefoon op haar warrige haar had gezet.
‘Ja, uitstekend.’ Het communicatiesysteem gebruikte 132 bit versleuteling en tien keer per seconde werd de frequentie veranderd, zodat de kans op afluisteren en ontcijferen nihil was.
De mannen achter in de onderzeeboot zochten hun plaats ook op. De duikerhelm die ze zouden dragen had ingebouwde ultrasone zendontvangers, zodat ze onderling én met de Nomad én de Oregon konden communiceren.
‘Oké,’ zei Linda. ‘De luiken kunnen open.’
De lichten rond het bassin werden gedimd, zodat het schijnsel buiten niet te zien was als de luiken in de kiel langzaam openzwaaiden. De takels om de kleine duikboot te laten zakken kwamen in beweging en het vaartuig daalde traag in het bassin. Het warme water van de Perzische Golf kabbelde even later tegen de patrijspoorten en de romp begon te drijven. De klemmen werden losgemaakt en de Nomad kon vrij bewegen.
Linda schakelde de ballastpompen in en het zeewater stroomde naar binnen. Ze manoeuvreerde de Nomad behoedzaam door de opening in de romp van de Oregon. Hoewel Linda dit al tientallen keren had gedaan waren haar bewegingen voorzichtig en weloverwogen. Ze keek naar de dieptemeter en het scherm van de laser die boven op de romp was bevestigd, om zeker te weten dat ze vrij bleven van het onderwaterschip.
‘De Nomad is los,’ zei ze, toen het vaartuig zeven meter onder de kiel zweefde.
‘We sluiten de luiken. Over en uit,’ klonk het antwoord van de Oregon.
Linda liet de duikboot nog twaalf meter zinken, tot de zeebodem nog maar twee meter onder hen was. Daarna zette ze koers naar de marinebasis van Bandar Abbas. De Nomad voer langzaam, zodat het geluid van de schroeven hun aanwezigheid niet zou verraden aan oplettende sonaroperators, al was het bijna onmogelijk om het fluisterende geluid van de Nomad op te merken tussen het vele scheepvaartverkeer in de Straat van Ormoes.
Er was wel een risico dat ze gezien werden, omdat de zee erg ondiep was. Daarom moesten de schijnwerpers gedoofd blijven. Linda zou vertrouwen op LIDAR, het Light Detection en Ranging System, dat met een aantal laserstralen het terrein in de omgeving zichtbaar maakte. Ze kon naar de basis koersen omdat op een computerscherm een driedimensionaal beeld getoond werd. En met LIDAR werden zelfs kleine voorwerpen als frisdrankblikjes opgemerkt.
‘Hier spreekt de gezagvoerder in de cockpit,’ riep ze over haar schouder. ‘We varen op een diepte van twaalf meter met een kruissnelheid van drie knopen. De geschatte aankomsttijd is over 62 minuten. U mag weer elektronische apparatuur gebruiken en vergeet niet bij onze stewardessen te informeren naar ons frequent flyer-programma.’
‘Hé, piloot! Mijn pinda’s zijn muf!’ riep Linc naar haar.
‘Ja, en ik wil een deken en een kussen,’ voegde Eddie eraan toe.
Max merkte op: ‘En voor mij graag een dubbele whisky.’
Het volgende halfuur werd er opgewekt gebabbeld, en wie het hoorde kon zich niet voorstellen dat de bemanning op weg was om door te dringen in de zwaarst bewaakte marinebasis van Iran. Iedereen besefte heel goed wat de risico’s waren, maar ze waren allemaal te professioneel om daardoor nerveus te worden.
Dat was dertig minuten later voorbij. De twee mannen die aan land zouden gaan begonnen hun duikuitrusting aan te trekken, en bij elkaar alles grondig te controleren. Toen iedereen gereed was kropen Juan en Linc naar de sluis die zo groot was als een telefooncel. Er was een luik in de bovenkant van de claustrofobische ruimte en dat kon van beide kanten geopend worden, maar alleen als de druk aan weerszijden van het stalen luik gelijk was. Om tijd te sparen drukte Juan op enkele knoppen, zodat het zeewater langzaam in de sluis begon te stromen. Het water was lauwwarm en drukte tegen Juans droogpak. Hij moest de plooien gladstrijken, zodat het materiaal niet werd beschadigd. Beide mannen moesten telkens slikken om de druk op hun trommelvliezen te verlichten. Toen het water tot hun nek was gestegen drukte Cabrillo weer op een knop. Pas op het laatste moment zetten ze hun duikhelmen op.
‘Hoe gaat het daar?’ vroeg Linda. Haar stem klonk hol en metalig in de helm.
‘Waarom word ik altijd opgesloten in deze sluis met de dikste kerel van onze bemanning?’ klaagde Juan spottend.
‘Omdat Max zo’n dikke buik heeft dat hij daar nooit samen met Linc in past, en Eddie zou vermorzeld worden als een insect,’ antwoordde Linda.
‘Wees maar blij dat ik niet heel diep inadem,’ grapte Linc met zijn zware bariton.
‘Voorzitter, de LIDAR pikt de deuren van het dok op. De afstand is nog vijftig meter.’
‘Mooi zo, Linda. Breng ons naar de bodem, aan de rechterkant van dat dok.’
‘Begrepen.’