Home>>read De vergeten tuin free online

De vergeten tuin(92)

By:Kate Morton


Ze leek ook niet zo blij om een bezoeker te zien. Nell stak haar hand uit. ‘Nell Andrews.’ Ze wierp een blik op het naambordje op de balie. ‘En u bent Robyn Martin?’

‘We krijgen maar weinig bezoek buiten het seizoen. Ik pak even de sleutel.’ Ze scharrelde tussen de paperassen op haar bureau en schoof een lok achter haar oor. ‘De collectie is een beetje stoffig,’ zei ze een tikje beschuldigend, ‘maar ze is daar.’

Nell keek in de aangewezen richting. Achter een dichte glazen deur bevond zich een aangrenzend vertrekje met diverse netten, haken en hengels. Aan de wand hingen zwart-witfoto’s van boten, bemanningen en baaien uit de buurt.

‘Eigenlijk ben ik op zoek naar specifieke informatie,’ zei Nell. ‘De man van het postkantoor dacht dat u me wel kon helpen.’

‘Mijn vader.’

‘Pardon?’

‘Mijn vader is directeur van het postkantoor.’

‘Aha,’ zei Nell. ‘Nou, hij dacht dat u me misschien verder kon helpen. De inlichtingen die ik zoek hebben niets te maken met vissen of smokkelen, begrijpt u. Het gaat om plaatselijke geschiedenis. Familiegeschiedenis om precies te zijn.’

Robyns gezicht veranderde op slag. ‘Waarom zei u dat niet meteen? Ik werk wel in dit visserijmuseum als bijdrage aan de gemeenschap, maar de geschiedenis van Tregenna is mijn lust en mijn leven. Hier.’ Ze scharrelde door de paperassen op haar bureau waaraan ze had zitten werken en duwde Nell een papier in handen. ‘Dat is de tekst voor een toeristenbrochure die ik maak. En ik leg net de laatste hand aan een opzet voor een artikel over belangrijke huizen. Een uitgever in Falmouth heeft al belangstelling getoond.’ Ze keek op een fraai polshorloge aan een zilveren armketting. ‘Ik zou graag met u praten, maar ik moet ergens heen…’

‘Alstublieft,’ zei Nell. ‘Ik kom van ver, het duurt maar even. Als u een paar minuten voor me hebt…’

Robyn perste haar lippen op elkaar en keek Nell slim aan. ‘Ik weet nog iets beters,’ zei ze met een beslist knikje. ‘U gaat met me mee.’



Tegelijk met het hoogwater was er een dikke deken van mist komen opzetten en die spande samen met de schemering om het dorp van alle kleur te beroven. Toen ze door smalle straatjes naar boven klommen, was de wereld in grijstinten gehuld. Robyn had door de veranderde weersomstandigheden iets nerveus gekregen. Ze liep in zo’n stevig tempo door dat Nell, die van nature zelf altijd flink doorliep, moeite had haar bij te benen. Nell vroeg zich weliswaar af waar ze zo snel heen gingen, maar het tempo was zo’n belemmering voor conversatie dat ze het niet kon vragen.

Aan het eind van de straat kwamen ze bij een huisje met een bord waarop PILCHARD COTTAGE stond. Robyn klopte aan en wachtte. Binnen brandde geen licht en ze bracht haar pols dicht bij haar ogen om te zien hoe laat het was. ‘Nog steeds niet thuis. We zeggen steeds dat hij bijtijds naar huis moet wanneer het gaat misten.’

‘Wie?’

Robyn keek naar Nell alsof ze even was vergeten dat de andere vrouw bij haar was. ‘Gump, mijn grootvader. Hij gaat elke dag naar de boten kijken. Hij is zelf visser geweest, ziet u. Hij is al twintig jaar met pensioen, maar hij is pas tevreden als hij weet wie er op zee zit en waar ze vissen.’ Haar stem haperde. ‘Wij zeggen dat hij naar binnen moet als het mist, maar hij is zo eigenwijs…’

Ze stopte en tuurde in de verte.

Nell volgde haar blik en zag een vlek in de mist steeds donkerder worden. Iemand kwam hun kant op.

‘Gump!’ riep Robyn.

‘Maak je niet druk, meisje,’ klonk een stem uit de mist. Hij verscheen in het halfduister, beklom de drie treden van het bordes en draaide de sleutel in het slot om. ‘Nou, sta daar niet te bibberen als een stel juffershondjes,’ zei hij over zijn schouder. ‘Kom binnen, dan kunnen we iets warms drinken.’

In de smalle vestibule hielp ze de oude man uit een regenjas waarop het zout was aangekoekt en uit zijn zwarte laarzen, die ze op een laag bankje zette. ‘Je bent nat, opa,’ zei ze berispend, nadat ze aan zijn geruite hemd had gevoeld. ‘Je moet je verkleden.’

‘Het valt wel mee,’ zei de oude man met een klopje op de hand van zijn kleindochter. ‘Ik ga een poosje bij het vuur zitten en tegen de tijd dat jij me een kop thee hebt gebracht ben ik weer kurkdroog.’

Toen Gump de deur naar de voorkamer door ging, trok Robyn haar wenkbrauwen een beetje op naar Nell, alsof ze zeggen wilde: zie je nu wat ik met hem te stellen heb?

‘Gump is bijna negentig, maar hij weigert dit huis te verlaten,’ zei ze zacht. ‘Onderling hebben we geregeld dat er elke avond iemand bij hem gaat eten. Ik doe het van maandag tot en met woensdag.’