Home>>read De vergeten tuin free online

De vergeten tuin(91)

By:Kate Morton


‘Zal ik hem even bellen?’ vroeg Robyn. ‘Om te horen of hij van de week tijd heeft? Dan loop ik even naar de rand van het klif om te zien of ik daar ontvangst heb. Sinds we hier naar binnen zijn gegaan, is mijn mobiel zo dood als een pier.’

Henry schudde zijn hoofd. ‘Iets meer dan een eeuw geleden ontving Marconi zijn eerste signaal en moet je zien hoe ver de techniek is gevorderd. Wist je dat het eerste signaal hier een eindje verder langs de kust werd uitgezonden? Vanuit Poldhu Cove?’

‘O ja?’ Nu het tot Cassandra begon door te dringen hoe bouwvallig het huis was, voelde ze zich in toenemende mate overweldigd. Ze was Henry wel dankbaar voor zijn komst, maar ze wist niet of ze veel belangstelling kon veinzen voor een college over het begin van de telecommunicatie. Ze veegde een sjaal van spinrag weg, leunde tegen de muur en glimlachte hem beleefd stoïcijns toe.

Henry leek haar stemming aan te voelen. ‘Het spijt me verschrikkelijk dat het huisje in deze staat is,’ zei hij. ‘Ik kan er niets aan doen, maar ik voel me enigszins verantwoordelijk; ik ben nu eenmaal de notaris die het beheer van de sleutel heeft.’

‘Je had er niets aan kunnen doen. Vooral niet omdat Nell je vader specifiek had gevraagd het zo te laten.’ Ze glimlachte. ‘Bovendien zou je je op verboden terrein hebben begeven; dat bordje voor het huis is duidelijk genoeg.’

‘Dat is zo, en je grootmoeder heeft erop gestaan dat we er geen vaklui bij zouden halen. Ze zei dat het huis heel belangrijk voor haar was en dat ze de restauratie persoonlijk wilde begeleiden.’

‘Volgens mij was ze van plan voorgoed hierheen te verhuizen,’ zei Cassandra.

‘Inderdaad,’ zei Henry. ‘Toen ik wist dat ik je vanmorgen zou treffen, heb ik het oude dossier nog eens doorgenomen. In al haar brieven staat dat ze zelf zou komen, tot ze begin 1976 schreef dat haar omstandigheden waren veranderd en ze niet terug zou komen, althans voorlopig. Maar ze vroeg mijn vader wel de sleutel te bewaren, zodat ze wist waar ze die moest zoeken als het zover was.’ Hij keek om zich heen. ‘Zover is het nooit gekomen.’

‘Nee,’ zei Cassandra.

‘Maar nu ben jij hier,’ zei Henry met hernieuwd enthousiasme.

‘Ja.’

Er klonk een geluid bij de deur en ze keken allebei op. ‘Ik heb Michael bereikt,’ zei Robyn terwijl ze haar telefoon opborg. ‘Hij zei dat hij woensdagochtend langskomt om een kijkje te nemen.’ Ze wendde zich tot Henry. ‘We moeten gaan, lieverd. Marcia verwacht ons voor de lunch en je weet hoe ze is als we te laat zijn.’

Henry trok zijn wenkbrauwen op. ‘Onze dochter heeft vele deugden, maar geduld siert haar niet.’

Cassandra glimlachte. ‘Bedankt voor alles.’

‘Je haalt het niet in je hoofd om te proberen die dode boom zelf weg te halen, hoor,’ zei hij. ‘Hoe graag je ook een kijkje op de eerste verdieping wilt nemen.’

‘Dat beloof ik.’

Toen ze over het tuinpad naar het hek liepen, draaide Robyn zich om naar Cassandra. ‘Wist je dat je op haar lijkt?’

Cassandra knipperde met haar ogen.

‘Je grootmoeder. Je hebt haar ogen.’

‘Heb je haar dan ontmoet?’

‘O, maar natuurlijk. Al voor ze het huisje kocht. Op een middag kwam ze naar het museum waar ik werk om inlichtingen over de plaatselijke geschiedenis in te winnen. In het bijzonder over een paar oude families.’

Vanaf de rand van het klif klonk Henry’s stem. ‘Schiet op, Robyn. Marcia zal het ons nooit vergeven als haar braadstuk aanbrandt.’

‘De familie Mountrachet?’

Robyn gebaarde naar Henry. ‘Precies. De familie die vroeger in het landhuis woonde. Ook over de Walkers. De schilder en zijn vrouw, en de schrijfster die spookjes publiceerde.’

‘Robyn!’

‘Ja, ja, ik kom al.’ Ze draaide met haar ogen naar Cassandra. ‘Hij heeft evenveel geduld als een rotje op het vuur, die man van mij.’ Daarna haastte ze zich achter hem aan. De verzekering dat Cassandra altijd mocht bellen waaide op de zeebries achter haar aan.





25





Tregenna, Cornwall, 1975



Het Tregenna Museum of Fishing and Smuggling was gevestigd in een witgekalkt gebouwtje aan de rand van de buitenhaven, en hoewel het met de hand geschreven bordje achter het raam aan de voorkant duidelijk was over de openingstijden, was Nell al drie dagen in het dorp voordat ze binnen licht zag branden.

Ze draaide aan de deurknop en duwde een lage deur met een gordijn van kant open.

Aan de balie zat een keurige vrouw met bruin haar tot op de schouders. Ze was jonger dan Lesley maar leek veel ouder. Toen de vrouw Nell zag, stond ze op, zodat ze met haar benen een kanten kleed met een stapel documenten naar zich toe trok. Ze leek wel een kind dat betrapt wordt op het beroven van de koektrommel. ‘Ik… Ik verwachtte niemand,’ zei ze, turend over een grote bril.