Home>>read De vergeten tuin free online

De vergeten tuin(90)

By:Kate Morton


‘Cliff Cottage,’ zei Henry toen ze het eind van het tuinpad bereikten.

Cassandra zette grote ogen op. Voor haar stond een kolossale bosschage van dichte en verstrengelde braamstruiken. Donkergroene, grillige klimop had alle muren overwoekerd en zelfs de ramen aan het oog onttrokken. Als ze niet had geweten dat er een huis stond, zou het moeite kosten onder de slingerplanten een door mensen gemaakt bouwwerk te ontdekken.

Henry kuchte en zijn gezicht kleurde opnieuw verontschuldigend. ‘Je kunt wel zien dat het lang aan zijn lot is overgelaten.’

‘Dat is met een grote beurt zo verholpen,’ zei Robyn met een geforceerd optimisme dat gezonken schepen kon bergen. ‘Er is geen reden tot somberheid; je hebt gezien wat ze in die verbouwingsprogramma’s op de tv voor elkaar krijgen. Hebben jullie die ook in Australië?’

Cassandra knikte afwezig; ze stond nog steeds naar de nok van het dak te kijken.

‘Volgens mij is het huisje te ver heen voor klussers, lieverd,’ zei Henry. Hij haalde een sleutel uit zijn zak en hield hem Cassandra voor. ‘Aan jou de eer.’

Cassandra nam de grote, koperen sleutel van hem aan. Hij had een sierlijke kop van krullerig bewerkt koper met een prachtig patroon en was opvallend zwaar. Toen Cassandra hem vasthield, kreeg ze een flits van herkenning. Zo’n sleutel had ze al eens eerder in haar hand gehad. Ze vroeg zich af wanneer. In het antiekwinkeltje? Het gevoel was heel sterk, maar het beeld wilde niet komen.

Cassandra stapte op het bordes van de voordeur. Ze zag het slot wel, maar de voordeur was overdekt door een web van klimop.

‘Hier moet het wel mee lukken,’ zei Robyn, en ze haalde een snoeischaar uit haar tas.

Henry trok een wenkbrauw op.

‘Kijk me niet zo aan, lieverd. Ik ben een plattelandsmeisje; die zijn altijd op alles voorbereid.’

Cassandra nam het gereedschap van haar aan en knipte de strengen een voor een door. Toen ze allemaal loshingen, bleef ze even staan en streek ze met haar hand licht over het door zout aangevreten hout van de deur. Een deel van haar had weinig zin om naar binnen te gaan en wilde best een poosje op de drempel van de kennis blijven hangen, maar toen ze een blik over haar schouder wierp, werd ze bemoedigend toegeknikt door zowel Henry als Robyn. Cassandra stak de sleutel in het slot en moest twee handen gebruiken om hem om te draaien.

Het eerste wat haar trof was de stank, klam, vruchtbaar en doortrokken van dierlijke uitwerpselen. Zoals het regenwoud in haar vaderland Australië, waar het bladerdak van de bomen een aparte wereld verborg die vochtig en vruchtbaar was, een gesloten ecosysteem dat weinig van indringers moest hebben.

Ze zette een stapje in de hal. De voordeur liet voldoende licht binnen om te tonen hoe minieme mosdeeltjes lui op de bedompte lucht dreven, te licht en te moe om te vallen. Haar schoenen maakten met elke stap zachte, verontschuldigende geluiden op de houten vloer.

Ze kwam bij de eerste kamer en wierp een blik naar binnen. Het was er donker omdat de ramen waren overdekt met het vuil van tientallen jaren. Toen Cassandra’s ogen aan het donker gewend waren, zag ze dat het de keuken was. In het midden stond een lichtgekleurde houten tafel met taps toelopende poten, en er stonden twee rieten stoelen gehoorzaam onder geschoven. In een nis in de muur tegenover haar stond een zwart fornuis achter een pluizig gordijn van spinrag. Een buffet stond vol antieke kookattributen en in de hoek stond een spinnewiel waarop nog steeds een streng donkere wol zat.

‘Het lijkt wel een museum,’ fluisterde Robyn. ‘Alleen stoffiger.’

‘Ik denk niet dat ik jullie een kop thee kan aanbieden,’ zei Cassandra.

Henry was naar het spinnewiel gelopen en wees naar een houten nis. ‘Daar is een trap.’

Een smalle trap voerde recht omhoog naar een kleine overloop en sloeg abrupt af. Cassandra zette een voet op de eerste tree om te voelen hoe stevig die was. Dat viel mee. Behoedzaam ging ze naar boven.

‘Voorzichtig, hoor,’ zei Henry, die vlak achter haar liep. Zijn handen zweefden achter Cassandra’s rug in een vage maar vriendelijke poging haar te beschermen.

Op de overloop bleef ze staan.

‘Wat is er?’ vroeg Henry.

‘Een boom. De weg wordt versperd door een dikke boom. Hij is dwars door het dak gevallen.’

Henry keek over haar schouder. ‘Ik denk niet dat Robyns snoeischaar hier veel zal uithalen,’ zei hij. ‘Je moet een bijl hebben.’ Hij riep over zijn schouder: ‘Heb jij een idee, Robyn? Wie zou jij bellen om een boom op te ruimen?’

Cassandra kwam weer naar beneden en Robyn zei: ‘De zoon van Bobby Blake lijkt me de aangewezen persoon.’

‘Jongen uit het dorp,’ zei Henry met een knikje naar Cassandra. ‘Heeft een hoveniersbedrijf. Hij doet ook het meeste werk rond het hotel. Een betere aanbeveling kun je je niet wensen.’