‘Wat een middag!’ Ruby plofte op een stoel tegenover Cassandra. ‘Op de valreep nog een busexcursie. Ik had niet gedacht dat ik me er ooit nog aan kon onttrekken!’ Ze gebaarde naar de keurige magere man die koket achter haar stond. ‘Dit is Grey. Hij is veel leuker dan hij eruitziet.’
‘Wat een charmante introductie, mijn lieve Ruby.’ Hij stak een goed verzorgde hand over het tafeltje. ‘Graham Westerman. Ruby heeft me alles over je verteld.’
Cassandra glimlachte. Dat was een interessante mededeling, gezien het feit dat Ruby haar in totaal pas twee uur wakend had meegemaakt. Maar als er iemand in staat was zo’n mirakel te verrichten, was dat Ruby waarschijnlijk.
Hij nam plaats. ‘Wat een bof om een huis te erven.’
‘Om maar niet van zo’n verrukkelijk familiegeheim te spreken.’ Ruby wenkte een ober en bestelde voor hen allemaal.
Toen het woord ‘mysterie’ viel, brandde de nieuwe informatie – de identiteit van Nells ouders – Cassandra op de lippen, maar het geheim bleef in haar keel steken.
‘Ruby zegt dat je hebt genoten van haar expositie,’ zei Grey met een twinkeling in zijn ogen.
‘Natuurlijk heeft ze ervan genoten, ze is ook maar een mens,’ zei Ruby. ‘En trouwens, ze is zelf kunstenaar.’
‘Kunsthistoricus.’ Cassandra bloosde.
‘Papa zegt dat je heel goed kunt tekenen. Je hebt toch een kinderboek geïllustreerd?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee. Vroeger heb ik wel getekend, maar dat was maar een hobby.’
‘Wel iets meer dan een hobby, naar ik heb begrepen. Papa zei…’
‘Toen ik klein was, speelde ik wel eens met een schetsboek. Maar dat doe ik al jaren niet meer.’
‘Hobby’s hebben de neiging te verwateren,’ zei Grey diplomatiek. ‘Ik voer Ruby’s genadig korte voorliefde voor stijldansen aan als bewijs.’
‘O, Grey, alleen omdat jij twee linkervoeten hebt…’
Terwijl Cassandra’s tafelgenoten Ruby’s toewijding aan de fijne nuances van de salsa bespraken, ging zij in haar herinnering terug naar die middag, vele jaren daarvoor, toen Nell een schetsboek en een bundel 2B-potloden op de tafel had gegooid waaraan Cassandra opging in haar algebrahuiswerk.
Ze woonde inmiddels ruim een jaar bij haar grootmoeder. Ze was begonnen met de middelbare school en vrienden maken vond ze net zo moeilijk als vergelijkingen.
‘Ik kan niet tekenen,’ had ze verrast en onzeker gezegd. Onverwachte geschenken maakten haar altijd op haar hoede. Zodra haar moeder en Len met cadeaus kwamen, wist ze dat haar een onaangename verrassing wachtte.
‘Dat leer je wel,’ zei Nell. ‘Je hebt ogen en een hand. Teken maar wat je ziet.’
Cassandra zuchtte geduldig. Nell zat vol ongewone ideeën. Ze was totaal anders dan de moeders van andere kinderen en zeker anders dan Lesley, maar ze bedoelde het goed en Cassandra wilde haar niet kwetsen. ‘Ik denk dat er meer voor komt kijken, Nell.’
‘Onzin. Tekenen is gewoon een manier om zeker te weten wat er echt is. Niet wat je dénkt dat er is.’
Cassandra trok weifelend haar wenkbrauwen op.
‘Alles bestaat uit lijnen en vorm. Het is net een code die je alleen maar hoeft te leren interpreteren.’ Nell wees naar de andere kant van de kamer. ‘Die lamp daar, vertel maar eens wat je ziet.’
‘Eh… een lamp?’
‘Nou, dat is dan jouw probleem,’ zei Nell. ‘Als je alleen maar een lamp ziet, zul je hem nooit kunnen tekenen. Maar als je ziet dat het in wezen een driehoek op een rechthoek is met een dunne buis als verbindingsstuk… Nou, dan ben je al halverwege, hè?’
Cassandra haalde onzeker haar schouders op.
‘Doe me een plezier en probeer het eens.’
Cassandra slaakte nog een zucht, een kleine zucht alsof ze buitensporig tolerant was.
‘Je weet maar nooit, misschien sta je wel van jezelf te kijken.’
En dat was zo. Niet dat ze die eerste keer blijk van veel talent had gegeven. De verrassing was dat ze het zo leuk vond. Met het schetsboek op schoot en het potlood in de hand leek de tijd wel te verdwijnen…
De ober kwakte met Europese flair twee schalen brood op tafel. Hij knikte toen Ruby champagne bestelde. Toen hij wegging, pakte Ruby een stukje toast met knoflookboter. Ze knipoogde naar Cassandra en wees naar de schaal. ‘Probeer de tapenade maar eens, daar doe je een moord voor.’
Cassandra schepte wat zwarte olijvenpasta op een stukje ciabatta.
‘Kom aan, Cassandra,’ zei Grey, ‘red een oud, ongetrouwd stel van dit gekibbel en vertel eens hoe jouw middag is verlopen.’
Ze pakte een stukje olijf dat was gevallen op het papier dat dienstdeed als tafellaken. Met de rand van haar duim probeerde ze de zwarte veeg weg te werken.