Home>>read De vergeten tuin free online

De vergeten tuin(68)

By:Kate Morton




• Rose Mountrachet trouwde met schilder Nathaniel Walker, 1908

• een dochter! Ivory Walker (na 1908 geboren? 1909) (controleren: roodvonk?)

• Rose en Nathaniel allebei omgekomen 1913, treinongeluk, Ais Gill, Schotland (zelfde jaar als mijn verdwijning. Verband?)



Een los stuk papier zat opgevouwen in de kantlijn van het schrift, een fotokopie van een bladzijde uit een boek dat Great Rail Disasters of the Steam Age heette. Cassandra haalde het opnieuw tevoorschijn. Het papier was dun en de tekst was verbleekt, maar gelukkig was het onaangetast door de meeldauwvlekken die bezig waren de rest van het schrift te bedekken. De kop luidde ‘De Spoorwegtragedie van Ais Gill’. Met het warme geroezemoes van het restaurant om zich heen las Cassandra het korte maar bevlogen verslag nog een tweede keer.



In de kleine, donkere uurtjes van 1 september 1913 verlieten twee treinen van Midland Rails Carlisle Station op weg naar St. Pancras Station, en geen van de passagiers was zich bewust van het feit dat hij op weg was naar het toneel van totale verwoesting. Het was een steile rit over de pieken en dalen van het Schotse landschap, en de locomotieven waren hopeloos slecht opgewassen tegen die rit. Twee feiten spanden die nacht samen om de treinen naar hun ondergang te drijven: de machines waren kleiner dan aanbevolen voor de steile gedeelten van de spoorlijn, en beide locomotieven waren voorzien van inferieure kolen vol slakken, die maakten dat er onvoldoende hitte werd opgewekt.

De eerste trein vertrok om 01.38 uur, maar al zwoegend op weg naar de top van Ais Gill kelderde de stoomdruk en kwam de trein knarsend tot stilstand. Men kan zich voorstellen dat de passagiers wel verbaasd waren dat de trein zo snel na het vertrek tot stilstand kwam, maar niet echt geschrokken. Tenslotte waren ze in goede handen; de conducteur had hun verzekerd dat ze maar een paar minuten stil zouden staan en dan hun weg weer zouden vervolgen.

De stelligheid van de conducteur dat men maar even zou hoeven wachten, was een van de fatale vergissingen in de bewuste nacht. Als hij had geweten hoe lang het in werkelijkheid zou duren voordat de machinist en de stoker de vuurroosters hadden schoongemaakt en de druk van de stoom opnieuw hadden opgebouwd, zou het gebruikelijke spoorwegprotocol hebben aanbevolen dat hij slaghoedjes onder de spoorlijn zou leggen, of een eind terug zou lopen met een lantaarn om eventuele naderende treinen te waarschuwen. Maar dat deed hij helaas niet en aldus werd die nacht het lot van de mensen aan boord bezegeld.

Want een eind terug zwoegde ook de volgende trein. Die trok een lichtere lading, maar de kleine machine en inferieure kolen waren niettemin voldoende belemmering om de machinist in moeilijkheden te brengen. Een paar kilometer voor de top van Ais Gill, een klein stukje voor Mallerstang, nam de machinist de fatale beslissing om zijn cabine te verlaten en een van de bewegende onderdelen van de locomotief te smeren. Hoewel zulke praktijken tegenwoordig onveilig overkomen, gebeurde dat vrij dikwijls in de edwardiaanse tijd. Helaas stuitte de stoker ook op problemen, net toen de machinist niet in de cabine was: de injector haperde en de druk in de stoomketel zakte. Toen de machinist terugkwam, nam die taak hen zo volledig in beslag dat ze allebei de rode lantaarn misten waarmee in het seinhuisje werd gezwaaid toen ze de seinpalen van Mallerstang passeerden.

Tegen de tijd dat ze klaar waren en hun aandacht weer op de spoorlijn richtten, was de eerste gestopte trein nog maar meters bij hen vandaan. Er was geen sprake van dat trein nummer twee op tijd kon stoppen. Zoals men zich kan voorstellen, was de verwoesting enorm en de tragedie ging gepaard met een onverwacht hoog verlies aan levens. Nog afgezien van de klap van de botsing, schoof het dak van een van de goederenwagons over de locomotief van trein twee om zich in de slaapwagen van de eersteklas erachter te boren. Het gas van het verlichtingssysteem kwam tot ontbranding, het vuur raasde door de verwoeste wagons en dat kostte de ongelukkigen die in zijn weg stonden het leven.



Cassandra huiverde bij de beelden van die duistere nacht in 1913: de steile rit naar de top, het aardedonkere landschap buiten en de sensatie van een trein die onverwacht stopt. Ze vroeg zich af wat Rose en Nathaniel op het moment van de botsing hadden gedaan. Sliepen ze in hun wagon, of waren ze in gesprek? Misschien hadden ze het wel over hun dochter Ivory, die thuis op hen wachtte. Huiverend van mededogen vouwde Cassandra het verslag weer op en ze stopte het veilig terug in het schrift. Wat merkwaardig dat ze zich zo aangedaan voelde door het lot van voorouders van wier bestaan ze nog maar net op de hoogte was. Hoe vreselijk moest dat voor Nell zijn geweest, om eindelijk te ontdekken wie haar ouders waren, en ze opnieuw op zo’n verschrikkelijke manier te verliezen.

De deur van Carluccio ging open en bracht een golf kou en uitlaatgas met zich mee. Cassandra keek op en zag Ruby op zich afkomen, op de voet gevolgd door een magere man met een glimmend kaal hoofd.