Wat bezielde haar? Waarom reikte ze achter het jurkje naar de blouse en de broek die erachter hingen? Waarom had ze Sammy’s kleren aangetrokken?
Ze zou het nooit weten, alleen dat het juist voelde, alsof ze niet anders kon. De blouse rook zo vertrouwd, net als haar eigen kleren, en toch anders. Ze ging op de grond zitten om de sokken en schoenen aan te trekken. Ze zaten als gegoten.
Daarna ging ze voor het spiegeltje staan om zichzelf te bekijken. Ze bestudeerde zichzelf in het flakkerende licht van de kaars naast haar. Een bleek gezicht staarde terug. Lang rood haar, blauwe ogen met lichte wenkbrauwen. Zonder haar blik af te wenden, pakte Eliza de schaar uit de wasmand en hield de vlecht zijwaarts. De kabel van haar was dik en ze moest zich er met geweld een weg doorheen knippen.
Eindelijk viel de vlecht in haar hand. Het haar op haar hoofd, bevrijd van zijn boeien, viel los en verward om haar gezicht. Ze knipte verder tot het even kort was als dat van Sammy was geweest. Daarna zette ze zijn pet op.
Ze waren een tweeling, dus hoefde het geen verbazing te wekken dat ze er zo eender uitzagen, en toch stokte Eliza de adem in de keel. Er verscheen een flauwe glimlach om haar lippen en Sammy glimlachte terug. Ze voelde aan het koude glas van de spiegel; ze was niet meer alleen.
Tok… tok.
Mevrouw Swindell stootte met de steel van de bezem tegen het plafond beneden, het dagelijkse teken dat ze met de was moest beginnen.
Eliza bleef nog even staan; ze deed haar ogen dicht en was zich bewust van het rare gevoel van blote knieën en de sensatie van de koele lucht op benen die aan kousen gewend waren. Ze was zich bewust van elk licht haartje op haar benen.
Ze raapte de lange rode vlecht van de vloer en bond er een stukje touw omheen. Later zou ze hem wel wegstoppen bij mama’s broche. Nu had ze hem niet nodig, hij hoorde bij het verleden.
17
Londen, Engeland, 2005
Cassandra had natuurlijk wel rode dubbeldeksbussen verwacht, maar het was toch onthutsend om ze te zien passeren met bestemmingen als Kensington High Street en Piccadilly Circus op een bordje achter de voorruit. Alsof ze op de een of andere manier in een verhalenboek uit haar kinderjaren was gevallen, of in een van die talrijke films die ze had gezien, waarin zwarte taxi’s met een grote neus door straatjes met kinderhoofdjes reden, edwardiaanse rijtjeshuizen keurig in het gelid aan brede straten stonden en de noordenwind lage, dunne wolken langs de hemel blies.
Ze bevond zich inmiddels bijna een etmaal in dit Londen van duizend filmdecors en evenveel verhalen. Toen ze eindelijk uit haar jetlagslaap was ontwaakt, merkte ze dat ze alleen was in Ruby’s appartementje. De middagzon viel schuin tussen het volgende blok rijtjeshuizen door en wierp een smal lichtbundeltje op haar gezicht.
Op het krukje naast de bank had ze een briefje van Ruby gevonden:
Ik heb je gemist aan het ontbijt! Wilde je niet wakker maken. Doe alsof je thuis bent. Er ligt nog een banaan op de fruitschaal, er staat nog een kliekje in de koelkast, maar daar heb ik de laatste tijd niet naar gekeken; misschien is het wel gruwelijk bedorven! Als je wilt douchen, liggen er handdoeken in de kast in de badkamer. Ik ben tot zes uur in het V&A. Je moet langskomen om de tentoonstelling te zien die ik momenteel heb georganiseerd. Moet je iets heel opwindends laten zien. Rx.
PSKom maar aan het begin van de middag. Ik heb de hele ochtend vreselijke vergaderingen.
Moet en heel opwindends waren allebei drie keer onderstreept.
Zo kwam het dat Cassandra om één uur met een knorrende maag op een vluchtheuvel op Cromwell Road stond te wachten tot de schijnbaar eeuwige verkeersstroom door de aderen van de stad even zou stoppen zodat ze kon oversteken.
Het Victoria and Albert Museum doemde machtig en imposant voor haar op terwijl de middagschaduw in rap tempo over zijn voorgevel schoof. Een reusachtig mausoleum van het verleden. Ze wist dat zich binnen verdiepingen op verdiepingen bevonden, als lagen van de geschiedenis. Er stonden duizenden uit hun tijd en verband gerukte voorwerpen, die geruisloos getuigden van de trauma’s en geluksmomenten van vergeten levens.
Cassandra liep Ruby tegen het lijf toen die een groep Duitse toeristen naar de nieuwe V&A-cafetaria loodste. ‘Grote goedheid,’ fluisterde Ruby hoorbaar toen de groep zich verwijderde. ‘Ik ben helemaal voor een eigen cafetaria, ik lust net zo graag een kop koffie als ieder ander, maar ik erger me dood aan mensen die mijn collectie negeren op zoek naar de heilige graal van suikervrije muffins en geïmporteerde frisdrank!’
Cassandra glimlachte. Ze voelde zich een tikje schuldig en hoopte maar dat Ruby haar maag niet hoorde knorren van de verrukkelijke geuren die uit de cafetaria kwamen. Ze had er in feite zelf naar gezocht.
‘Ik bedoel, hoe kunnen ze de kans om een blik op het verleden te werpen laten glippen?’ Ruby gebaarde naar de rijen vitrines, afgeladen met de schatten van haar collectie. ‘Hoe kunnen ze?’