Reading Online Novel

De vergeten tuin(55)



Dat gaf de doorslag, wat ze wel had verwacht. Sammy’s ernstige ogen kruisten de hare. Hij hief zijn kleine bleke vuist op alsof hij er een mes mee vasthield.

‘Goed,’ zei Eliza. ‘Jij mag de Ripper zijn.’



Sammy bleef tien seconden in de deuropening staan om degene die mama speelde de afgesproken voorsprong te geven, en Eliza glipte ervandoor. Ze dook onder de afgeladen waslijnen van mevrouw Swindell door, liep om de voddenkar heen en ging de kant van de rivier op. Haar hart bonkte van de spanning. Dit gevoel van gevaar was verrukkelijk. Ze voelde golven van opwinding en angst over haar huid spoelen terwijl ze verder sloop en om de vage silhouetten van mensen, wagens, honden en kinderwagens in de mist heen slalomde. De hele tijd had ze de oren gespitst voor voetstappen achter zich, snelle, sluipende voetstappen die haar inhaalden.

Ze was altijd beter geweest in de rol van de Ripper. Ze had de kunst ontwikkeld om geruisloos te lopen en Sammy van opzij te benaderen in plaats van recht in de rug, en dan lette ze op zijn manier van lopen om te weten wanneer zijn aandacht verslapte en ze hem bij verrassing kon bespringen. Mama spelen was meer een uitdaging. Mama kon weinig meer dan doorlopen en de adem inhouden, in de hoop dat ze haar belager te slim af zou zijn en voor kon blijven. Ze moest altijd de verleiding weerstaan zich om te draaien en een blik op haar noodlot te werpen. Eliza luisterde zo goed mogelijk: ze hoorde een huilende baby en het geluid van een straatveger, en toen ze in de buurt van de rivier kwam, hoorde ze misthoorns en geschreeuw en gefluit van mannen.

In tegenstelling tot Sammy was Eliza gek op de rivier. Die gaf haar het gevoel dicht bij haar vader te zijn. Mama had nooit veel over haar verleden losgelaten, maar ze had Eliza wel een keer verteld dat haar vader aan een andere bocht van dezelfde rivier was opgegroeid. Hij had zijn zeemansknopen op een kolenaak geleerd, voordat hij zich aansloot bij een andere bemanning en voor de grote vaart koos. Eliza fantaseerde graag over alles wat hij in zijn bocht van de rivier moest hebben gezien, daar vlak bij Execution Dock. Daar werden piraten opgehangen en hun lijken werden aan boeien achtergelaten tot er drie getijden overheen waren gespoeld. Oude mensen noemden het ‘de horlepiep aan het hennep dansen’.

Eliza stelde zich huiverend die lijken voor en vroeg zich af hoe het voelde wanneer de laatste adem uit haar eigen hals werd geknepen, en daarna gaf ze zichzelf op haar kop omdat ze niet meer goed oplette. Het was het soort verslapte aandacht waaraan Sammy meestal ten prooi viel. Voor hem was dat allemaal goed en wel, maar zij moest voorzichtiger zijn.

Waar bleven Sammy’s voetstappen nu? Ze spande zich tot het uiterste in om ze te horen, en concentreerde zich. Ze luisterde… Meeuwen bij de rivier, krakende stagen en kreunende spanten, een wagentje dat langsrolde, de roep van de vliegenvangersventer ‘Vang ze levend’, de snelle voetstappen van een vrouw die haast had, de krantenjongen die de prijs van zijn blaadje schalde.

Opeens hoorde ze een klap en een hinnikend paard achter zich. Een mannenstem die iets schreeuwde.

Eliza’s hart sloeg over. Bijna had ze zich omgedraaid. Ze wilde dolgraag zien wat er was gebeurd. Maar ze bedwong zich net op tijd. Het was niet makkelijk. Ze was nieuwsgierig van aard, mama had het altijd gezegd, hoofdschuddend en klakkend met haar tong. Ze had haar voorgehouden dat ze nog eens tegen een berg van haar eigen verbeelding op zou hollen, als ze niet zou leren die in toom te houden. Maar als Sammy toevallig in de buurt was en haar zag kijken, zou het spel verkeken zijn, en ze was al bijna bij de rivier. De geur van de modder van de Theems vermengd met zwavelgeur van de mist. Ze had het bijna gewonnen; ze hoefde nog maar een klein stukje.

Nu klonk er achter haar een kakofonie van stemmen. Dat domme paard was waarschijnlijk tegen de kar van de scharensliep op gelopen, paarden kregen het in de mist altijd een beetje op hun heupen. Maar wat hinderlijk! Ze had geen schijn van kans Sammy te horen als hij verkoos nu in de aanval te gaan. Haar hart bonkte in haar keel, zoals altijd waneer de overwinning voor het grijpen lag. Misschien was het niet zo erg dat ze zijn voetstappen niet meer kon horen, ze was heel dichtbij. Als ze gewoon doorliep en zo veel mogelijk bleef zigzaggen, was haar spoor niet makkelijk te volgen.

Ja, dat zou ze doen. Doorlopen, de geluiden van de straat buitensluiten en geen acht slaan op de stemmen, het geschreeuw en het geluid van een bel dat dichterbij kwam. Ze moest zich juist op de weg voor zich concentreren, goed kijken met haar ogen op de keien en de pas versnellen. Stiekem verder sluipen…

Daar doemden in de mist de omtrekken van de stenen muur aan de oever van de rivier op.

Grijnzend ging Eliza op een drafje lopen voor de laatste meters.

Strikt genomen was hollen tegen de regels, maar ze kon het niet laten. Haar handen raakten de glibberige muur en ze slaakte een gilletje van blijdschap. Ze had het gehaald, ze had gewonnen, ze was de Ripper weer eens te slim af geweest, net als mama.