Home>>read De vergeten tuin free online

De vergeten tuin(48)

By:Kate Morton


Sammy liep naar het fornuis en Eliza haalde een stel kommen. Ze aten nooit bij de Swindells. Volgens mevrouw Swindell was dat niet goed; ze mochten het eens in hun hoofd halen dat ze een deel van de familie waren. Ze waren tenslotte ingehuurde krachten, meer bedienden dan huurders. Eliza schepte hun kommen vol door de zeef zoals mevrouw Swindell met alle geweld wilde: ze kon geen vlees verspillen aan een stel ondankbare straatkinderen.

‘Je bent moe,’ fluisterde Eliza. ‘Je bent vanmorgen heel vroeg begonnen.’

Sammy schudde zijn hoofd, hij wilde niet dat ze zich zorgen maakte.

Eliza keek of mevrouw Swindell nog met haar rug naar haar toe stond en deed toen vlug een klein stukje varkensvlees in Sammy’s kom.

Sammy glimlachte flauw en behoedzaam, zijn ronde ogen keken haar aan. Toen ze hem zo zag met zijn afhangende schouders door het zware werk van die dag, met zijn gezicht onder het roet van de schoorstenen van de rijkelui, dankbaar voor een taai stukje varkensvlees, kon ze wel haar armen om zijn smalle postuur slaan om hem nooit meer los te laten. Ze glimlachte terug.

‘Wel, wel, wat een lief plaatje,’ zei mevrouw Swindell, terwijl ze de geldkist dichtsloeg. ‘Die arme meneer Swindell is daarbuiten in de modder om de schatten op te graven die jullie het eten in je ondankbare mond bezorgen…’ Ze zwaaide met een knokige wijsvinger in Sammy’s richting. ‘… terwijl een jonge knaap als jij hier een potje zit uit te vreten. Dat klopt niet, ik zeg het je, dat klopt van geen kant. Als die Goeddoeners weer eens terugkomen, heb ik veel zin om het hun te vertellen.’

‘Heeft meneer Suttborn morgen werk voor je, Sammy?’ vroeg Eliza vlug.

Sammy knikte.

‘En overmorgen ook?’

Hij knikte weer.

‘Dat zijn nog twee munten deze week, mevrouw Swindell.’

O, wat kon ze haar stem toch bedeesd laten klinken!

En wat haalde het weinig uit.

‘De brutaliteit! Hoe durf je je mond open te trekken? Zonder meneer Swindell en mij zouden jullie nu vloeren schrobben in het armenhuis, druilerige mestkevers.’

Eliza’s adem stokte. Een van de laatste dingen die mama voor haar overlijden had gedaan, was mevrouw Swindell laten beloven dat Sammy en Eliza als huurders in de bovenkamer mochten blijven zolang ze de huur konden opbrengen en in het huishouden hielpen. ‘Maar mevrouw Swindell,’ zei Eliza behoedzaam, ‘mama heeft gezegd dat u hebt beloofd…’

‘Beloofd? Beloofd?’ Er vormden zich nijdige spuugbelletjes in haar mondhoeken. ‘Beloven? Ik zal je zeggen wat ik heb beloofd. Ik heb beloofd je zo’n pak op je broek te geven dat je niet meer kunt zitten.’ Opeens stond ze op en pakte ze een leren riem die bij de deur hing.

Eliza bleef dapper staan, maar haar hart sloeg over.

Mevrouw Swindell deed een stap naar voren en bleef staan; in haar mondhoek trilde een wreed trekje. Zonder een woord te zeggen wendde ze zich tot Sammy. ‘Kom hier jij,’ zei ze.

‘Nee,’ zei Eliza vlug en haar blik schoot naar Sammy’s gezicht. ‘Nee, het spijt me, mevrouw Swindell. Het was brutaal van me, u hebt gelijk. Ik… Ik zal het goed maken. Morgen. Dan stof ik de winkel af. Ik zal het stoepje schrobben. Ik… Ik zal…’

‘De wc schoonmaken en de ratten van de zolder verjagen.’

‘Ja,’ knikte Eliza. ‘Dat allemaal.’

Mevrouw Swindell strekte de riem met twee handen voor zich uit als een horizon van leer. Ze keek onder haar wimpers door van de een naar de ander en weer terug. Uiteindelijk liet ze één uiteinde van de riem los en hing ze hem terug aan zijn haak bij de deur.

Eliza werd overspoeld door een duizelige opluchting. ‘Dank u wel, mevrouw Swindell.’

Haar handen beefden een beetje toen ze de kom soep aan Sammy gaf en de lepel pakte om haar eigen kom vol te scheppen.

‘Stop,’ zei mevrouw Swindell.

Eliza keek op.

‘Jij,’ zei mevrouw Swindell, wijzend op Sammy, ‘gaat de nieuwe flessen schoonmaken en op de plank zetten. Je krijgt geen eten voordat je dat hebt gedaan.’ Ze wendde zich tot Eliza. ‘En jij gaat naar boven, uit mijn ogen.’ Haar dunne lippen trilden. ‘Vanavond ga je maar zonder eten naar bed. Ik ben niet van plan rebelse kinderen vet te mesten.’



Toen Eliza jonger was, fantaseerde ze vaak dat haar vader op een dag zou komen om hen te redden. Na mama en de Ripper ging Eliza’s beste verhaal over Papa de Dappere. Soms, wanneer haar oog pijn deed omdat het zo lang tegen de bakstenen gedrukt had gezeten, ging ze ruggelings op de hoogste plank liggen en fantaseerde ze over haar krijgshaftige vader. Dan maakte ze zichzelf wijs dat mama’s verslag niet juist was, dat hij helemaal niet verdronken was, maar voor een belangrijke reis was uitgezonden en ooit zou terugkomen om hen van de Swindells te verlossen.